De burgemeester als leider die boven de gemeente uitstijgt
Datum: | 01 juni 2015 |
Auteur: | Janka Stoker, Harry Garretsen |
De positie van de burgemeester is er de laatste jaren niet makkelijker op geworden. Vorige week stapte de burgemeester van Haaksbergen op vanwege het monstertruckdrama, en ook het vertrek van Onno Hoes als burgemeester van Maastricht eind vorig jaar na een uitzending van Pownews laat zien hoe kwetsbaar de positie van burgemeesters tegenwoordig is geworden.
Naast de kwetsbaarheid en toegenomen zichtbaarheid van burgemeesters, worden zij echter vooral geconfronteerd met een aantal voor hen nieuwe maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen. De samenleving is complexer geworden, met als consequentie dat veel vraagstukken en problemen niet meer lokaal, dat wil zeggen binnen de eigen gemeentegrenzen, kunnen worden opgelost. Denk in de provincie Groningen bijvoorbeeld aan de problematiek rondom de gaswinning, maar ook aan veiligheid, Haagse decentralisatie, krimp, en regionale economische vraagstukken rondom werkgelegenheid. Er moet dus steeds meer 'bovenlokaal' gewerkt worden: de oplossingen kunnen niet meer binnen de gemeente gevonden worden. Daarnaast vragen ontwikkelingen in de samenleving steeds meer om samenwerking buiten de verticale bestuursvormen om; daarbij zijn interessante ideeën ontwikkeld rondom zogenaamd horizontaal besturen (zie o.a. de publicaties van de Raad voor het Openbaar Bestuur op dit gebied).
Al deze ontwikkelingen vragen om een ander type leiderschap van burgemeesters. En veel burgermeesters worstelen daar mee. Want de positie van burgemeester als 'leider' is een precaire. In tegenstelling tot leiders in organisaties of in de politiek ben je als burgemeester over weinig maar echt en expliciet 'de baas': je bent niet gekozen, er zijn wethouders die politieke eindverantwoordelijkheid dragen, en elke vier jaar krijg je te maken met een (mogelijk totaal) nieuw college, met dito koers. Als je niet oppast, glij je uit over een bananenschil, want je bent wel altijd eindverantwoordelijk en letterlijk en figuurlijk het gezicht van de gemeente. In deze constellatie moet de burgemeester zelf uitzoeken welke rol als leider het beste past, waarbij duidelijk is dat de traditionele rol van een burgemeester die vooral veel handen schudt en linten doorknipt, niet langer automatisch volstaat.
Over de mogelijke leidinggevende rollen van een burgemeester is enige tijd geleden een mooie publicatie verschenen, zie hier. In deze notitie wordt onder andere het onderscheid gemaakt tussen de burgemeester als verbinder, regisseur en persoonlijk leider. De verbinder stuurt vooral procesmatig, door als burgervader op te treden en als bestuurlijke smeerolie te fungeren. De regisseur doet meer en stuurt niet alleen op het proces maar ook op de bovenlokale inhoud - immers, een regisseur heeft een beeld van de gewenste voorstelling. En de persoonlijk leider tenslotte gaat met lef zelf in het spotlicht staan en kiest positie - denk bijvoorbeeld aan burgemeester Bloomberg van New York die onder andere de strijd aanbond tegen obesitas in zijn stad (zie hier).
In Nederland kennen we weinig burgemeesters die de rol van de op de voorgrond tredende leider kiezen. Het meest voorkomende en minst gevaarlijke model lijkt dat van de verbinder te zijn. Daarmee kunnen burgemeesters inhoudelijke risico's en dus vooral fouten vermijden. Dat was vroeger wellicht ook de beste overlevingsstrategie. Maar de problemen en uitdagingen van nu lijken vooral te vragen om meer en sterker inhoudelijk gestuurd leiderschap; dat vraagt om lef, vernieuwing en stellingname van burgemeesters. Boven de lokale kaasstolp uitstijgen is bij uitstek een rol voor de burgemeester anno nu. Misschien is die persoonlijk leider voor velen nog een brug te ver, maar om echt een verschil te gaan maken moeten ze in elk geval meer regie gaan nemen, want met alleen die bestuurlijke smeerolie en veel handen schudden komen ze er niet meer.