Hoe kom je zonder kleerscheuren van een leider af?
Datum: | 03 mei 2017 |
Auteur: | Janka Stoker en Harry Garretsen |
De VVD-partijvoorzitter Henry Keizer heeft zijn taken binnen de partij – tijdelijk - neergelegd, na een onrustige week vol negatieve publiciteit. Het artikel van Follow The Money (van 21 april j.l.), waarin wordt beschreven hoe Keizer de uitvaartorganisatie De Facultatieve verwierf, leidde tot veel ophef, met name over (het gebrek aan) de integriteit van Keizer, die zelf juist beweert binnen de partij de integriteit te willen bewaken. De VVD en Keizer probeerden dit te sussen door op een ‘informele’ persbijeenkomst de situatie toe te lichten, maar het feit dat niet alle journalisten welkom waren (zoals de journalist van het artikel in Follow The Money), maakte de crisis alleen maar groter. Na intensief overleg binnen de partijtop is nu besloten om de eigen ‘Commissie Integriteit’ een onderzoek te laten doen naar Keizer, waarbij deze commissie ondersteund zal worden door “meerdere gezaghebbende externe deskundigen”, aldus de verklaring van de VVD op haar website.
Maar het kwaad lijkt al geschied: de VVD en Keizer hebben afgelopen week veel schade opgelopen, en de gekozen oplossing leidt er in elk geval toe dat het onderwerp de komende tijd door de media nauwlettend gevolgd zal blijven worden. Was deze situatie te voorkomen – had de VVD zonder schade afscheid kunnen nemen van Keizer? Er is allerlei wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de oorzaken en gevolgen van het vertrek van leiders. Dit onderzoek spitst zich toe voornamelijk op het vertrek van CEOs, dus de topmannen en -vrouwen van bedrijven. Alhoewel een politieke partij natuurlijk geen commercieel bedrijf is (en wij zullen de eersten zijn om dat te onderschrijven, zie ons blog), maakt dit onderzoek wel inzichtelijk hoe organisaties en ook buitenstaanders omgaan met het vertrek van een leider, en wat hiervan de consequenties zijn.
In de eerste plaats is het belangrijk om onderscheid te maken tussen vrijwillig of gedwongen vertrek van de leider. In situaties waarin de CEO ‘gewoon’ met pensioen gaat, of al had aangekondigd op een vastgesteld moment terug te treden (denk aan Wijers bij AKZO Nobel), is dus sprake van vrijwillig vertrek. Vaak wordt dan ook tijdig de opvolger bekend gemaakt, en deze situatie leidt meestal niet tot enige reactie in de buitenwereld of op de beurs. Als de opvolger nog niet bekend is, levert dat overigens vaak wel problemen op, denk aan de opvolging van Zalm bij ABN Amro.
Veel vaker is het vertrek van een topman of –vrouw echter gedwongen, en dan is de aanleiding meestal het (vermeende) ondermaatse presteren van de organisatie. Daarbij blijkt een ‘slechte pers’ erg belangrijk: uit een onderzoek onder 160 bedrijven bleek dat het gedwongen vertrek van een CEO sterk samenhing met negatieve publicaties in de media (Farrell & Whidbee, 2002). Opvallend is dat juist een onaangekondigd vertrek van een CEO een negatief effect op de beurskoers heeft. Organisaties die het vertrek van hun CEO niet officieel van te voren aankondigen, presteren slechter en hebben een hogere kans op toekomstig falen, aldus onderzoek onder bedrijven in het Verenigd Koninkrijk (Dedman & Lin, 2002). De markt reageert in termen van de aandelenkoers bovendien meestal negatief op dergelijk ‘plotseling’ en onverwacht nieuws.
Als we deze bevindingen vertalen naar de situatie waarin de VVD en Henry Keizer zich thans bevinden, leidt dat tot twee conclusies. In de eerste plaats was het artikel van Follow The Money overduidelijk een geval van ‘zeer slechte pers’. Daar is niet adequaat op gereageerd, met als consequentie alleen nog maar meer ‘slechte pers’, waarmee de kans op gedwongen vertrek van Keizer steeds groter wordt. In de tweede plaats is de huidige, tijdelijke positie van Keizer nog geen gedwongen vertrek, maar dat wordt het dat straks wellicht wel. Voor een partij die toch al een integriteitsprobleem heeft, denk bijvoorbeeld aan de bonnetjesaffaire rond de VVD bewindslieden Opstelten, Teeven en Van der Steur, begint een zelfverklaarde integriteitsbewaker die z’n eigen toets der kritiek niet kan doorstaan, teveel op een geval van de keizer zonder kleren te lijken. De VVD doet er daarom dus goed aan om alvast een strategie te bedenken hoe ze een eventueel vertrek tijdig gaat aankondigen, om verdere negatieve effecten te beperken. Of het partijcongres van de VVD op 20 mei hiervoor een geschikt moment is? Het onderzoek naar Keizer is dan waarschijnlijk nog niet afgerond, maar het zou zo maar eens het geval kunnen zijn dat de leden van de VVD dat onderzoek ook niet willen afwachten.
Referenties
Dedman, E., & Lin, S. W. J. (2002). Shareholder wealth effects of CEO departures: Evidence from the UK. Journal of Corporate Finance, 8(1), 81-104.
Farrell, K. A., & Whidbee, D. A. (2002). Monitoring by the financial press and forced CEO turnover. Journal of Banking & Finance, 26(12), 2249-2276.