Skip to ContentSkip to Navigation
Expertisecentrum HRM&OB
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Expertisecentrum Human Resource Management & Organisational Behaviour (HRM&OB) Blog
Header image Expertisecentrum

Wanneer immorele gedragingen escaleren:Over morele identiteit en het bedenken van smoesjes

Datum:21 januari 2020
Auteur:Laetitia Mulder
Wanneer immorele gedragingen escaleren: Over morele identiteit en het bedenken van smoesjes
Wanneer immorele gedragingen escaleren: Over morele identiteit en het bedenken van smoesjes

Stel, een verkoop-medewerker heeft een jaarlijkse verkoop target maar voldoet daar eind december nét niet helemaal aan. Ze is wel met een veelbelovende deal bezig waarbij ze verwacht dat de klant deze na de kerstvakantie zal bezegelen. Ze registreert deze deal voor het huidige jaar zodat ze wel aan haar target voldoet van dat jaar. Probleem opgelost! Maar helemaal eerlijk is het niet.

Hoe erg zijn zulke morele overtredingen? Natuurlijk zou de gezondheid van organisaties beter zijn als iedereen zich altijd moreel gedraagt en geen regels overtreedt. Echter, mensen zijn geen heiligen. Vrijwel iedereen doet wel eens iets dat niet helemaal door de beugel kan, en dat kan variëren van leugentjes voor eigen bestwil, meer declareren dan je daadwerkelijk hebt uitgegeven, en privéprintjes op het werk maken.

Deze gedragingen worden natuurlijk problematisch als ze op grote schaal plaatsvinden, of als iemand in een immoreel gedragspatroon belandt. Een interessante vraag is daarom of deze morele overtredingen incidenten blijven, of dat ze herhaald worden, een gewoonte worden, of zelfs ergere vormen gaan aannemen. Kortom: escaleert een enkele kleine immorele gedraging tot meerdere en/of grotere? En vooral ook: wat bepaalt of dat gebeurt?  

Samen met collega Eric van Dijk uit Leiden onderzocht ik of mensen hun eerdere immorele gedragingen escaleren door morele rationalisaties. Morele rationalisaties zijn “excuses” of “smoesjes” die mensen zichzelf vertellen om hun eigen gedrag goed te praten. De verkoopmedewerker zou bijvoorbeeld zichzelf kunnen vertellen dat haar besluit oké was omdat de verkoop toch als zo goed als rond is, of dat “iedereen dat soort dingen doet”. Door zulke morele rationalisaties kan iemand die net dubieus gedrag heeft vertoond zichzelf overtuigen dat het gedrag moreel acceptabel is, wat eventuele schuldgevoelens kan wegnemen. Een logische gedacht is dat zulke morele rationalisaties “na de daad” niet alleen iemands eerdere gedrag, maar ook eventueel toekomstig gedrag vergoelijken. Immers, als je jezelf vertelt dat de verkoop toch al zo goed als rond is en dat iedereen dat soort dingen doet, kun je jezelf dat een volgende keer bij een half-afgeronde deal ook vertellen. Sterker nog, je zou erin verder kunnen gaan en alle openstaande deals meerekenen.

Ons onderzoek (onlangs hier verschenen) richtte zich niet alleen op de rol van morele rationalisaties in immorele gedragsescalatie, maar ook op morele identiteit. Dit houdt de mate in waarin mensen moraliteit een belangrijk onderdeel van hun identiteit uitmaakt. De verwachting was dat de rol van morele rationalisatie afhing van hoe belangrijk moraliteit voor iemand is. Het onderzoek bestond uit drie studies. In twee daarvan werd mensen een situatie voorgelegd met “moreel dubieus gedrag”. Bijvoorbeeld: ze waren in China op zakenreis geweest, hadden met een groepjes gedineerd en de rekening gesplitst. Thuisgekomen hadden ze alleen het (Chinese en dus niet te ontcijferen) bonnetje voor de hele groep. Declareerden ze het hele bonnetje of gaven ze eerlijk aan dat ze er maar een kwart van hadden betaald? Een dergelijke situatie kregen ze twee keer voorgelegd. Tussen de twee situaties door kregen ze een “argumentatie opdracht”. Deze hield in dat ze ofwel moesten beredeneren waarom het hele bonnetje declareren oké was (de morele rationalisatie conditie conditie), ofwel waarom het hele bonnetje declareren niet oké was (de moreel-bezwaar conditie). De derde studie vond plaats in het lab waarbij proefpersonen twee keer een echte beslissing namen in een taak waarbij ze meer konden verdienen door tegen iemand te liegen. Tussen die twee beslissingen werd morele rationalisatie weer gemanipuleerd met een argumentatie opdracht.

Uit de resultaten bleek dat het jezelf vertellen van morele rationalisaties niet voor iedereen de weg plaveit voor meer immoreel gedrag. Alleen mensen met een gemiddeld lage morele identiteit escaleerden hun immoreel gedrag na het bedenken van morele rationalisaties. Maar voor mensen die veel waarde hechten aan moraliteit en die moraliteit beschouwen als belangrijk onderdeel van wie ze zijn, blijven de morele rationalisaties na een immorele daad onschuldig: een incidentele immorele overtreding blijft incidenteel en het loopt niet uit de hand.

Om er in de praktijk er voor te zorgen dat immorele gedragingen incidenteel blijven, is een organisatie dus het meeste gebaat bij mensen die moraliteit hoog in het vaandel hebben. Dit type personeel kun je aantrekken door integriteit een onderdeel te laten zijn van personeelsselectie. Ook is een organisatie gebaat bij een werkcontext waarin mensen minder geneigd zijn tot morele rationalisatie. In een klimaat waar je open en op een niet-verdedigende manier over je gemaakte fouten kunt praten, kunnen medewerkers makkelijker toegeven dat wat ze deden niet helemaal door de beugel kan. Dit zal de kans aanzienlijk verkleinen dat incidentele immorele gedragingen een gewoonte worden en van kwaad tot erger uitgroeien.

Dr. L.B. (Laetitia) Mulder (l.b.mulder@rug.nl) is Universitair Hoofddocent op het Vakgebied Human Resource Management & Organizational Behavior, met specifiek expertise op het gebied van moraliteit, (on)ethisch gedrag, regels en normen in organisaties, de communicatie van sancties en effecten daarvan op het gedrag.

Referentie:

Mulder, L. B., & Dijk, E. Van. (2020). Moral Rationalization Contributes More Strongly to Escalation of Unethical Behavior Among Low Moral Identifiers Than Among High Moral Identifiers. Frontiers in Psychology, 10(January), 1–14. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2019.02912