Over scheve inkomensverdeling en scheve verdeling van geluk
Datum: | 26 september 2017 |
Auteur: | Peter van der Meer |
Richard Easterlin[i] was de eerste die opmerkte dat er geen relatie was tussen inkomen en geluk. Hij vond op basis van Amerikaanse gegevens dat er geen verband was tussen de stijging van het inkomen per hoofd van de bevolking en het geluksgevoel van de Amerikanen. De Amerikanen waren in 2000 even gelukkig als in 1950 ondanks dat het inkomen van de gemiddelde Amerikaan in diezelfde periode sterk was toegenomen. Sinds die ontdekking is er een hele stroom van onderzoek op gang gekomen om deze door Easterlin gevonden paradox te onderzoeken en te verklaren. In de jongste loot van deze onderzoekstak is de aandacht gericht op ongelijkheid en dan niet alleen op inkomensongelijkheid, maar ook op geluksongelijkheid.
In eerder onderzoek was al aan getoond dat inkomensongelijkheid mensen ongelukkiger maakt. De verklaring daarvoor is dat mensen sociale wezens zijn en veel doen aan sociale vergelijking. Hun geluksgevoel hangt dan ook sterk af van de uitkomst van deze vergelijking. Pas recentelijk is onderzocht hoe inkomen en inkomensongelijkheid samenhangen met de verdeling van geluk. Onderzoek van Clark, Flèche en Senik[ii] laat zien dat er een verband is tussen het inkomen per hoofd van de bevolking en de verdeling van geluk. Zij laten zien dat door de jaren heen het inkomen is gestegen, het niveau van geluk gelijk is gebleven en de verdeling van geluk gelijker is geworden. Het verband tussen inkomen en verdeling van geluk is negatief, dat wil zeggen dat in landen waarin het inkomen is gestegen de verdeling van geluk gelijker is geworden. Het gemiddeld niveau is onveranderd, maar er zijn minder zeer ongelukkige mensen en ook minder zeer gelukkige mensen. Landen die (gedurende een periode) een daling van het inkomen zagen, zien ook de verdeling van geluk schever worden.
Nadere analyses laten zien dat de verdeling van geluk sterk samenhangt met de inkomensverdeling en met de beschikbaarheid van publieke goederen. Indien het gestegen inkomen besteed wordt aan publieke goederen, die beschikbaar zijn voor iedereen, wordt de verdeling van geluk minder scheef. Ook leidt een minder scheve inkomensverdeling tot een minder scheve verdeling van geluk. In landen waarin de inkomensverdeling schever is geworden laten ook een schevere verdeling van geluk zien. Zo wordt in Duitsland de verdeling van geluk steeds schever sinds 2007, ondanks hun gestegen inkomen. In Amerika wordt de verdeling van geluk al sinds 1993 steeds schever. Helaas is dit voor Nederland niet bekend, omdat wij niet over een langlopend panelonderzoek beschikken.
Op basis van dit onderzoek lijkt er een mooie taak weggelegd voor ons nieuwe regering. Laat iedereen evenveel profiteren van de economische groei, ten eerste door de inkomensverdeling niet te veranderen, denk aan de koopkrachtplaatjes. En ten tweede moet de nieuwe regering de publieke voorzieningen op peil houden, te denken valt aan gezondheidszorg, ouderenzorg en onderwijs.
[i] Easterlin, R. A. (2001). Income and Happiness: Towards a Unified Theory. The Economic Journal, 111(473), 465-484.
[ii] Clark, A. E., Flèche, S., & Senik, C. (2016). Economic Growth Evens Out Happiness: Evidence from Six Surveys. Review of Income and Wealth, 62(3), 405-419.
Dr. Peter van der Meer (p.h.van.der.meer rug.nl) is werkzaam bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Groningen en doet onderzoek naar Onderwijs en arbeidsmarkt; Geluk, Geluk en de arbeidsmarkt, displacement and crowding out; flexibiliteit en arbeid (markt).