Verkleving van financiële toezichthouders met de financiële sector
Datum: | 14 april 2014 |
De financiële crisis heeft laten zien dat effectief toezicht op de financiële sector niet alleen van belang is voor effectief bestuur van banken en andere financiële instellingen, maar ook op macro-economisch niveau een belangrijke rol speelt. Er is echter nog steeds bijzonder weinig bekend over de factoren die van belang zijn voor effectief toezicht op de financiële sector. We hebben daarom onderzoek gedaan onder 250 toezichthouders werkzaam bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Daaruit blijkt dat toezichthouders die toezicht houden op de financiële sector ‘verkleefd’ kunnen raken met de financiële sector waar zij toezicht op houden.
Reeds in 1971 stelde Nobelprijs winnaar Joseph E. Stiglitz dat ‘regulatory capture’ ertoe kan leiden dat toezichthoudende instanties te veel gewicht toekennen aan de belangen van de onder toezicht staande sector en te weinig aan de belangen van de maatschappij als geheel. Dit wordt gezien als een belangrijke oorzaak voor falend toezicht. Er is echter bijzonder weinig bekend over de oorzaken van deze ‘capture’. Gebruik makend van sociale identiteitstheorie hebben we onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken van falend toezicht. Met behulp van vragenlijsten, waarin de toezichthouders van DNB en AFM onder meer zichzelf (anoniem) dienden te beoordelen in hun functioneren als toezichthouder, is het functioneren van toezichthouders onderzocht. Identificatie met de financiële sector is bijvoorbeeld gemeten met stellingen zoals, “als ik over de financiële sector praat zeg ik doorgaans ‘wij’ in plaats van ‘zij’”.
Sociale identiteitstheorie
Sociale identiteitstheorie stelt dat het zelfconcept van individuen deels wordt ontleend aan lidmaatschap van sociale groepen. Sociale identiteiten geven mensen een gevoel van wie ze zijn, wie of wat andere entiteiten zijn en hoe deze entiteiten met elkaar samenhangen. Henri Tajfel stelde reeds in 1978 dat sociale identiteiten worden ontleend aan het bewustzijn van een individu om tot een bepaalde groep te behoren. Deze sociale identiteiten kunnen variëren van het fan zijn van een sportclub, lid zijn van een organisatie of een beroepsgroep om maar een paar voorbeelden te noemen. Van belang is dat een individu eigenwaarde ontleent aan zijn of haar sociale identiteit(en). Deze eigenwaarde wordt ingegeven door de sociale status van de sociale groep en zijn of haar gelijkheid met het ideaalbeeld van deze sociale groep. Naarmate een individu zich sterker sociaal identificeert met de sociale groep, hoe meer dit individu zijn of haar denkbeelden en gedrag zal gaan aanpassen aan deze sociale groep.
Sociale identificatie van toezichthouders met de financiële sector
De resultaten van het onderzoek laten zien dat wanneer toezichthouders zich sterker identificeren met de financiële sector, des te meer hun denkbeelden en opvattingen worden gevormd door de opvattingen binnen de financiële sector. Het gevolg is dat toezichthouders – veelal onbewust – normen en waarden overnemen die buiten de financiële sector niet als vanzelfsprekend worden ervaren. Dit heeft een negatieve invloed op het functioneren van toezichthouders, ten eerste, omdat het de taak van deze toezichthouders is om onafhankelijk toezicht te houden op de financiële sector en, ten tweede, omdat de financiële sector bij uitstek wordt aangeduid als een sector met sterke sociale normen. We zien dan ook dat toezichthouders met eerdere werkervaring in de financiële sector, zich sterker identificeren met de financiële sector en daardoor minder goed in staat zijn hun taken als toezichthouder uit te voeren.
Een mogelijke oplossing: het stimuleren van een sterke professionele identiteit.
Als toezichthouders zich goed bewust zijn van hun positie als professionele toezichthouders blijkt dat ze zich minder snel conformeren aan de geldende normen en waarden binnen de financiële sector. Het gevolg is dat hun prestaties dan niet worden gehinderd door hun identificatie met de financiële sector. De resultaten laten dus zien dat het mogelijk is de negatieve gevolgen van verkleving met de financiële sector weg te nemen door het stimuleren van een sterke professionele identiteit als toezichthouder.
Het volledige verslag van het uitgevoerde onderzoek is te lezen als DNB Working Paper.