Psychopathie in het bedrijfsleven: komt het voor en wat kunnen we eraan doen?
Datum: | 04 december 2014 |
Auteur: | Maxim Laurijssen |
Psychopathie wordt veelal geassocieerd met impulsieve, agressieve en onaangepaste misdadigers die men voornamelijk verwacht in de gevangenis, zoals Hannibal Lecter – een karakter uit de film “The Silence of the Lambs”. Echter, er zijn ook psychopaten die zichzelf buiten de muren van de gevangenis weten te houden. Deze zogeheten ‘succesvolle’ psychopaten zijn niet zozeer impulsief of agressief, maar manipulatief, oppervlakkig, onverschillig, egocentrisch, zelfgericht en ontberen empathie en schuldbesef. Eerder onderzoek toont aan dat ‘succesvolle’ psychopaten zich ook in organisaties bevinden (Babiak, Hare, & Neumann, 2010), en dan met name in de posities met meer status en aanzien, zoals management- en leiderschapsposities (Mullins-Sweatt en collega’s, 2010). Voorts blijkt uit onderzoek dat deze ‘bedrijfspsychopaten’ voornamelijk gericht zijn op zelfverrijking (Boddy, Ladyshewsky, & Galvin, 2010) en dat zij een moreel kompas ontberen. In hun focus op geld, status en macht pesten zij op het werk, gedragen zij zich vaak onethisch en maken zij meer riskante en deels onverantwoorde (financiële) keuzes. In mijn onderzoek, dat ik heb uitgevoerd samen met Barbara Wisse en Stacey Sanders (beiden psychologen, werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen), stelden wij onszelf twee vragen: als psychopathie ook onder leiders in bedrijven voorkomt, is het dan inderdaad zo dat zij zich in die leiderschapsposities destructief gedragen? En: wat kunnen we eraan doen om het negatieve leiderschapsgedrag van psychopathische leiders terug te dringen?
Om te onderzoeken of bedrijfspsychopaten in leiderschapsposities inderdaad schadelijk zijn, hebben wij onderzocht of psychopathie in leiders samenhangt met destructieve leiderschapsgedragingen – bewust gedrag door leiders dat in potentie of opzettelijk de organisatie en/of werknemers dan wel ondergeschikten schaadt. Hiertoe behoren leiderschapsgedragingen zoals het harteloos negeren van behoeftes en wensen van anderen, de neiging om te pesten op het werk, te liegen en zonder meer anderen te schaden dan wel het welzijn van anderen aan te tasten. Destructieve leiders zijn dominant, dwingend en manipulatief en staan in dienst van hun gerichtheid op zelfverrijking. Ons onderzoek bevestigt dat psychopathie in leiders is gerelateerd aan destructief leiderschap. In drie steekproeven vonden wij dat hoge psychopathie-scores in leiders samenhangt met meer destructieve leiderschapsgedragingen.
Naar aanleiding hiervan stelden wij ons de tweede vraag: wat maakt mogelijk dat psychopathische leiders destructieve leiderschapsgedragingen vertonen en wat kunnen we eraan doen om psychopathische leiders te ontmoedigen dit gedrag te vertonen? Eerder onderzoek wijst in de richting dat bepaalde omgevingsfactoren het mogelijk maken dat psychopathische leiders ongezien blijven en dat zij de kans laag achten dat zij gepakt dan wel gestraft worden, hetgeen vervolgens de kans vergroot dat zij hun zelfgerichte gedragingen vertonen (Padilla, Hogan, & Kaiser, 2007). Nu vroegen wij ons af: kunnen we dit ook omdraaien? Anders gezegd, kunnen we de omgeving waarin deze psychopathische leiders vertoeven zo aanpassen, dat zij het gevoel hebben dat zij wél gepakt zouden kunnen worden en dus minder destructief leiderschap vertonen?
In ons onderzoek hebben wij aan de hand van drie steekproeven aangetoond dat er drie eisen zijn waar een bedrijfscultuur aan moet voldoen om de destructieve leiderschapsgedragingen van psychopathische leiders terug te dringen. Ten eerste is het belangrijk om duidelijke regels op te stellen. Duidelijke regels maken het moeilijk voor psychopathische leiders om de regels als het ware op te rekken en ruim te interpreteren. Ten tweede en derde is het belangrijk om het gedrag in de omgeving ook zichtbaar (transparant) te maken en sancties te hebben. Hoewel uit onderzoek blijkt dat psychopaten moeite hebben met het maken van onderscheid tussen moreel juist en onjuist, blijkt dat zij uitstekend in staat zijn om vast te stellen wat volgens de regels wel en niet mag.
In een van onze steekproeven hebben wij een vrij eenvoudige geldverdelingstaak gebruikt waarbij wij aan mensen vroegen om een bonus tussen henzelf als leider en een zogenaamde ondergeschikte te verdelen. Het verhaal hierbij was dat het gedeelte van de bonus, dat zij niet aan de ondergeschikte gaven, zelf mochten houden. Voorts hebben wij de deelnemers aan dit onderzoek onderverdeeld in twee groepen. In de eerste groep hadden wij duidelijke regels met een verhoogde pakkans en sancties, in de tweede groep hadden wij vagere regels met een verlaagde pakkans en sancties. Onze onderzoeksresultaten bevestigen dat het hebben van duidelijke regels, waarbij de kans groter is dat het gedrag van psychopathische leiders opgemerkt wordt, en de aanwezigheid van sancties in geval van misdragingen, ertoe leiden dat psychopathische leiders minder destructief leiderschap vertonen. De leiders in de eerste groep met een hoge psychopathie-score hielden ongeveer even veel geld voor zichzelf in vergelijking met leiders met een lage psychopathie-score. Anders gezegd, psychopathische leiders handelden amper zelfzuchtig en gedroegen zich vrijwel hetzelfde als niet-psychopathische leiders.
Kortom, ons onderzoek laat zien dat psychopathie in leiders gerelateerd is aan destructieve leiderschapsgedragingen. Het positieve nieuws is dat hier iets aan gedaan kan worden. In ons onderzoek laten wij voorts zien dat er drie omgevingsfactoren zijn die helpen om het negatieve gedrag van psychopathische leiders op de werkplek in te dammen: duidelijke regels, vergrote zichtbaarheid van het gedrag en sancties ingeval van misdragingen.