Ethische Dilemma's

In 2019 is een studie gestart naar geloof en de identiteitsontwikkeling van pleegkinderen. We onderzoeken pleegkinderen die zijn geplaatst in een gezin met dezelfde en met een andere religieuze achtergrond dan zij zelf hebben. Op basis van eerder onderzoek verwachten we dat pleegkinderen in een pleeggezin met een andere religieuze achtergrond en oriëntatie dan het gezin waar ze uitkomen, meer verschillen moeten overbruggen en daarin uitdagingen kunnen ervaren. We vragen ons af wat de invloed hiervan is op hun (religieuze) identiteitsontwikkeling. Ook zijn we benieuwd hoe pleegkinderen het gelovige aspect ervaren in het pleeggezin en in andere sociale relaties die ze hebben.

De VN Verklaring van de Rechten van het Kind (CRC 1989) stelt dat in het geval van uithuisplaatsing, de continuïteit van de religieuze achtergrond moet worden nagestreefd. Ondanks de inzet van pleegzorgorganisaties om religieuze continuïteit te realiseren, lukt dit niet altijd. Een groeiende groep pleegkinderen groeit op in gezinnen met een andere religieuze achtergrond. Ongeveer 60% van alle pleegzorg plaatsingen wordt permanent (perspectief bieden) en dat betekent dat uithuisplaatsing ook vaak een religieuze verandering inhoudt.

Daarnaast zijn kinderen met een migratie-achtergrond oververtegenwoordigd in pleegzorg, ongeveer 30%. Door het identificeren en uitwerken van ethische dilemma’s in dialoog met de empirische bevindingen in dit onderzoek, wil dit project inzichtelijk maken wat in het belang is van het kind wanneer zij/ hij is geplaatst in een gezin met een andere religieuze oriëntatie en wat ‘gezonde sociale aanpassing in dit verband betekent.

Vanuit een ethisch perspectief zijn drie argument van belang: allereerst kan het wachten op een religieuze match de veiligheid en gezonde ontwikkeling van een kind verhinderen. Ten tweede, kan een religieuze match nodig zijn om tot een gezonde identiteitsontwikkeling te komen. Ten derde, in Nederland waarin het vaak voorkomt dat kinderen worden geplaatst in een gezin met een andere religieuze oriëntatie, is ook het recht van het kind op vrijheid van religie van belang.