Skip to ContentSkip to Navigation

Sociologie alumnus Jimmy Dijk: “Liever in Groningen dan onder de Haagse kaasstolp”

19 maart 2024
Foto: Corné Sparidaens

Zo’n twintig jaar geleden studeerde Jimmy Dijk (1985) sociologie. Onlangs volgde hij Lilian Marijnissen op als partijleider van de SP. Dijk blikt terug op zijn studentijd waar zijn diepgewortelde liefde voor politiek, boeken en de stad Groningen ontstond.

Ongeveer een jaar geleden verruilde Jimmy Dijk zijn plek in de Groningse gemeenteraad voor de Tweede Kamer. Ondanks de grote afstand van 235 kilometer tussen Den Haag en Groningen, heeft Dijk geen plannen om naar de Hofstad te verhuizen. “Ik slaap daar een paar nachten per week en ben altijd weer blij als ik terug naar Groningen rijd. Dan denk ik: hè hè, we gaan weer de goede kant op: naar de mooiste stad van Nederland. En dat bedoel ik zowel in uiterlijke schoonheid als in de rust. Het is hier minder gehaast dan de Randstad.”

Geen hulpverlener

Dijk, die oorspronkelijk uit het Groningse dorpje Oldenzijl komt, verhuisde op zijn achttiende naar de stad Groningen om sociaalpedagogische hulpverlening te gaan studeren. Hij ontdekte al snel dat die studie niet helemaal aan zijn verwachtingen voldeed. “Ik merkte dat ik gewoon geen hulpverlener ben.” Gegrepen door de problemen die hij zag tijdens zijn stage als jongerenwerker in de wijken Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk, besluit Dijk daarop sociologie te gaan studeren. “Mijn redenatie was dat je de problemen in die wijken ook via beleid kunt verbeteren.”

decoratieve afbeelding
Foto: Corné Sparidaens

Beroepseer

Sociologie blijkt gelukkig een betere match. “Ik vond het een ontzettend leuke studie en ik heb er veel aan gehad. Eigenlijk vond ik alle vakken wel interessant, maar met name de vakken over de rol van arbeid in onze maatschappij. Arbeidssociologie van Arie Glebbeek vond ik het allerleukst. Dat had ook, niet heel verrassend misschien, met het thema te maken. En in het tweede jaar deed ik project onderwijs van Rie Bosman. Dat ging over beroepseer van leraren. Dat vond ik ook heel leuk omdat daar ook dat werkelement in zat. Dat is voor mij en andere socialisten misschien wel het belangrijkste: de manier waarop mensen hun werk doen."

Neus in de boeken

Met hoorcolleges blijkt de jonge Dijk niet zoveel op te hebben. “Ik leerde makkelijk, maar laten we zeggen dat ik geen gedisciplineerde collegeganger was.” Liever zit Dijk thuis of in de bibliotheek met zijn neus in de boeken. “Ik las heel veel. Ik denk dat ik tijdens mijn studie nog wel meer economische dan sociologische boeken heb gelezen. In die tijd was het mensbeeld in de economie heel eendimensionaal: de mens is een rationeel mens, een homo economicus. Daar deugt zovéél niet aan. Vandaag de dag is er gelukkig meer kritiek op dit mensbeeld, dat vind ik heel tof.”

Nachtbraker

Nog steeds is Dijk een fervent lezer. “Mijn vriendin klaagt soms over de dozen boeken die overal in huis rondslingeren. Ik lees vaak ‘s nachts. Dan begin ik ‘s avonds laat en moet ik mezelf echt dwingen mijn boek weg te leggen, maar dat lukt niet altijd. Dan kan ik niet stoppen. Als ik dan de volgende dag moe en met dikke wallen ergens verschijn, krijg ik vaak terug: kon je je boek weer niet wegleggen?” Dijk leest het liefste non-fictie. Een echt lievelingsboek heeft hij niet. Peinzend: “Poeh… Lastig… Het laatste boek waar ik heel enthousiast van werd, is Muiterij van Peter Mertens. Die heeft echt een heel goed boek geschreven over de ontwikkeling van de wereldeconomie en de nadelige effecten van globalisering.”

Rode jassen

Al in het eerste jaar van zijn studie sociologie wordt Dijk politiek actief. “Ik wilde niet alléén maar met mijn neus in de boeken zitten, maar ook direct iets doen om de problemen in wijken te verbeteren. In diezelfde wijken waar ik jongerenwerk deed, zag ik mensen met rode jassen langs de deuren gaan. Die gingen met bewoners in gesprek over bijvoorbeeld de staat van hun woning. Er zat een bepaalde bevlogenheid in. Dat, in combinatie met de indrukwekkende analyses van Jan Marijnissen op tv, zorgde ervoor dat ik me op mijn 19e bij de SP heb aangemeld.”

Van huis uit

Dijk vertelt dat hij geregeld de vraag krijgt of hij uit een “rood nest” komt. “Niemand bij mij thuis was lid van een politieke partij. Maar natuurlijk besef je later wel dat je dingen meekrijgt van je ouders. Van mijn vader die meubelmaker was, hoorde ik bijvoorbeeld verhalen over hoe gastarbeiders naar Nederland werden gehaald en op een heel slechte manier werden behandeld, zowel in huisvesting als in arbeidsvoorwaarden en loon. Van mijn Franse moeder leerde ik wat klassenstrijd is. Dat leefde meer in Frankrijk. Ook protesten waren daar normaler dan in Nederland, waar het toch meer polderen was.”

decoratieve afbeelding
Foto: Corné Sparidaens

Straatvechter

In het gezin van Dijk was er ‘s avonds aan tafel regelmatig discussie. “Over politiek, geloof en inkomen. Onderwerpen waar je het bijvoorbeeld met je schoonfamilie of bezoek liever niet over hebt. Daar hadden wij het juíst over. En ook op een vrij stevige manier.” Die “stevige manier” van discussiëren kenmerkt Dijk nog steeds. Het leverde hem zelfs de bijnaam ‘straatvechter’ op. Dijk lacht verontschuldigend: “Je kan niet ontkennen dat ik een bepaalde stijl van debatteren heb die je inderdaad zo zou kunnen omschrijven. Natuurlijk zitten er meer lagen in mij. Maar als het tijdens de verkiezingscampagnes alleen maar over bestaanszekerheid gaat en beloftes vervolgens niet worden waargemaakt, dan mag je verwachten dat dat wordt blootgelegd en dat daar gehakt van wordt gemaakt.”

Biertjes tappen

Ook al zit Dijk nu een groot deel van zijn tijd in Den Haag, hij blijft het belangrijk vinden om contact met ‘de gewone man’ te houden. “We blijven de partij van die rode jassen en gaan veel in gesprek met mensen in wijken en op werkvloeren. Dat wordt ook nog steeds van mij verwacht en dat vind ik het meest leerzame van mijn hele werk.” Dijk richt zich vooral op jongeren. “Met onze jongerenorganisatie ga ik binnenkort op tour door het hele land. We doen dan een kroegentocht.” Dijk lacht: “Dat was niet mijn idee hoor! In mijn tijd in Groningen heb ik veel in een eetcafé gewerkt en achter de bar gestaan. Tijdens de tour ga ik bier tappen terwijl de jongeren met mij in gesprek kunnen.”

Haagse kaasstolp

Terwijl Dijk zijn politieke pad in Den Haag vervolgt, blijft hij stevig geworteld in het door hem zo geliefde Groningen. “Ik heb gezegd: de partij mag alles van me vragen, maar ik ga niet verhuizen. In Groningen heb ik mijn sociale leven. Maar doordat ik hier woon, moet ik ook regelmatig onder die Haagse kaasstolp vandaan komen. Dat voelt gezond.” Met een glimlach voegt hij eraan toe: “Als ik nog een tip mag geven aan de studenten die dit misschien lezen: blijf lekker in Groningen!

Laatst gewijzigd:20 december 2024 14:04
View this page in: English

Meer nieuws

  • 17 december 2024

    Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol

    Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.

  • 26 november 2024

    De angst om te eten

    Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.

  • 05 november 2024

    Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?

    Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...