Team

Lisette richt zich op (sociaal) cognitief functioneren en identiteitsontwikkeling bij mensen met psychische problemen (met name psychotische stoornissen). Haar studies variëren van fundamenteel onderzoek naar onderliggende psychologische mechanismen tot meer toegepaste projecten ter evaluatie van cognitieve revalidatieprogramma’s in de klinische praktijk. Daarnaast werkt ze als hoofdonderzoeker op de afdeling psychiatrische revalidatie van Lentis om onderzoek, onderwijs en klinische praktijk aan elkaar te kunnen verbinden. Meer informatie is te vinden op de website van haar onderzoeksgroep GRIP (Groep voor Rehabilitatie en Innovatie in de Psychiatrie).

Susanne bekleedt de leerstoel 'Levensloop ontwikkeling en werk gedragingen'. Ze onderzoekt hoe emotionele vaardigheden en dagelijkse emotie/stress-dynamieken veranderen met de leeftijd en wat de gevolgen voor hoe mensen werken, zijn. Ze combineert experimentele, longitudinale en experience sampling-methoden om inzicht te krijgen in de sterke en zwakke punten van verschillende leeftijdsgroepen op de werkplek, en hoe werkervaringen iemands’ emotionele ontwikkeling kan beïnvloeden.

Bertus onderzoekt individuele verschillen in persoonlijkheid en geluksgevoelens, en de levenslange ontwikkeling en samenhang hiervan met emotiedynamieken en internaliserende problemen, en hoe deze samenhangen met de omgeving waarin iemand leeft en groeit,in het bijzonder sociale netwerken, dagelijkse activiteiten, negatieve gebeurtenissen en cultuur.

Tina's research focuses on self-regulation at work and daily experiences of employees that can help improve performance and wellbeing at work. She is especially interested in the role of habitual behaviors at work and the underlying mechanisms through which habits and routines help employees reach their goals. She combines various longitudinal and experience sampling methods to examine daily fluctuations in employees' habits and routines and how they in turn affect employees' emotional experiences, well-being and goal pursuit.

Dr. Başak Bilecen is an Associate Professor of Sociology at the University of Groningen, the Netherlands. Since 2023, she is the chair of Dutch Association for Migration Research, which is
a national organization in the Netherlands. In 2022, Dr. Bilecen was awarded the Karl Arnold Prize by the North Rhine-Westphalian Academy of Sciences and Arts in Germany for her life time
achievements in migration scholarship. In 2017-2018 academic year, she has worked at the Center for European Studies, Harvard University as a JFK Memorial Fellow funded by German
Academic Exchange Services (DAAD). Her research focuses on international migration, aging, transnational studies, social inequalities, transnational social protection, and personal network
analysis. She is the author of International Student Mobility and Transnational Friendships(2014). She has co-edited special issues in Population, Space and Place(2015), Journal of
Ethnic and Migration Studies (2017),Social Networks(2018), Comparative Migration Studies(2019), and the Gerontologist(2022).

Tina's research focuses on self-regulation at work and daily experiences of employees that can help improve performance and wellbeing at work. She is especially interested in the role of habitual behaviors at work and the underlying mechanisms through which habits and routines help employees reach their goals. She combines various longitudinal and experience sampling methods to examine daily fluctuations in employees' habits and routines and how they in turn affect employees' emotional experiences, well-being and goal pursuit.

Martine Goedendorp haar onderzoek richt zich op positieve gezondheid van ouderen (wonend in gebieden met een lage sociaal-economische status). Positieve gezondheid is het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Psychosociale interventies op individueel niveau, maar ook gericht op gemeenschappen kunnen hieraan bijdragen, waarbij ook veranderingen op professioneel (zorg- en welzijnsorganisaties) en beleidsniveau (gemeenten – landelijk) nodig zijn.