Dichterbij de universiteit
Datum: | 15 november 2021 |
Met de komst van GDBC werd de academische wereld ineens een stuk toegankelijker voor digitaal en ondernemend Noord-Nederland. Maar in tegenstelling tot wat je zou verwachten, kwam het initiatief hiervoor niet vanuit de universiteit. Waarom wilden noordelijke ondernemers dichterbij de RUG komen?
Het was ergens in 2017, op een van de vele terrasjes die studentenstad Groningen rijk is. Waterig zonnetje, warm genoeg om de late middagzon nog even mee te pakken. Daar namen een paar heren de eerste aanloop naar een Groningen Digital Business Center. Zoals dat wel vaker in het informele Groningse ecosysteem gebeurt. Zet wat ondernemers en bestuurders bij elkaar en er ontstaan ideeën.
Het waren onder andere Reinier de Jonge, oprichter en CEO van Groningse webwinkel Frank, en Joost van Keulen (toen wethouder, nu directeur Corporate Services bij CGI) op dat Groningse terras. Daar vroeg De Jonge aan Van Keulen: ,,Moeten we als Noordelijke Online Ondernemers (NOO) niet meer aansluiting hebben bij de digitale opleidingen?’’ Waarop Van Keulen antwoordde: ,,Mijn zegen heb je en verder moet je bij de RUG zijn.’’
Zo geschiedde. De Jonge en toenmalig NOO-voorzitter Marco de Jong klopten aan bij de universiteit en de eerste stappen werden gezet. Het duo De Jong(e) bleef aangehaakt als partners vanuit het (digitale) bedrijfsleven. De Jong zwaaide in 2019 af als voorzitter van de NOO, waarop zijn opvolger Alex van Ginneken dat stokje overnam.
Nut en noodzaak
Waarom wilden de ondernemers destijds (en nog steeds) een betere aansluiting bij de universiteit? ,,Wat ons betreft werden er te weinig interessante academische artikelen gepubliceerd’’, vertelt Frank-CEO De Jonge. ,,Het onderzoek dat de universiteit doet zou meer moeten aansluiten bij het bedrijfsleven en de praktijk, zodat je digitale ondernemers in het Noorden kunt helpen met wetenschappelijk goed onderbouwde stukken.’’ Uit de studeerkamers en in de samenleving, voegt Van Keulen toe. Want daardoor versterk je de positie van Groningen als digitale stad en het Noorden als digitale regio. En dat is in een toenemende digitaliserende wereld met genadeloze concurrentie een noodzaak.
Zo liet Frank studenten van GDBC onderzoek doen naar de retouren van hun webshop. ,,Een van de dingen die eruit kwam was dat een langere retourtermijn zorgt voor minder retouren. Dat zijn voor ondernemers interessante, praktische weetjes.’’ Bij bedrijven als Frank is heel veel data beschikbaar, maar daarmee - bekent hij - doen ze intern veel te weinig. Door bijvoorbeeld studenten via GDBC grote datasets te laten analyseren, kunnen ondernemers veel sneller relevante zakelijke beslissingen nemen, legt De Jonge uit. De retourtermijn verlengen, bijvoorbeeld.
Ook de huidige NOO-voorzitter Alex van Ginneken legde een onderzoeksopdracht bij GDBC neer. Hij coacht digitale ondernemers en liep al een tijdje met een vraag rond: ,,Ik wilde onderzocht hebben welke artikelen ervoor zorgen dat een klant meer artikelen gaat kopen in een webshop.’’ In plaats van de data van één webshop, bracht hij als tussenpersoon meerdere ondernemers bij elkaar in hetzelfde onderzoek. ,,De volgende stap is een soort formule of berekening die je kunt stellen aan de data, zodat het een antwoord teruggeeft en advies kan uitbrengen.’’
Waarom die combinatie van bedrijven? ,,Deze vraag was waarschijnlijk nooit voortgekomen uit de individuele ondernemer. Die bedenkt zo’n vraag nog niet. Daarom is ook samenwerken met tussenpartijen, zoals advies- of marketingbureaus, verstandig. Zij zijn met de materie bezig en zitten daar vaak dieper in, zodat ze goede vragen kunnen formuleren’’, legt Van Ginneken uit. De link met die bureaus is volgens hem ook nodig om genoeg data te kunnen genereren waarmee onderzoekers aan de slag kunnen. Zij hebben namelijk contacten bij verschillende bedrijven.
De regio van talent
De slag om talent. Hoe vaak horen we wel niet over de brain drain uit het Noorden? Hoogopgeleid talent dat vertrekt naar elders, meestal de Randstad, om de studie te vervolgen of op de arbeidsmarkt te belanden. Ondernemers in het Noorden moeten concurreren met grote namen.
Dichterbij de universiteit zijn is een manier om die concurrentiepositie te versterken, dachten de ondernemers. ,,Voor ons is het belangrijk dat we ons gezicht laten zien en werken aan onze naamsbekendheid in de regio’’, vertelt Van Keulen over de betrokkenheid van CGI bij GDBC. De Jonge: ,,Wij zoeken goed personeel, want uiteindelijk valt en staat het succes van je bedrijf bij goede mensen. Die blijven alleen als ze zien dat er coole bedrijven met mooie posities zijn.’’ Als digitaal talent - zoals een data-analist - weet wat er in de regio gebeurt, blijft het hangen.
,,Het is trouwens ook hartstikke leuk om met studenten te werken. Het zijn altijd verrassende ideeën en inzichten die daaruit voortkomen. Ze hebben een frisse blik en zijn nog niet verdorven door vijftien jaar corporate life’’, zegt Van Keulen lachend.
Bovendien barst de universiteit van het internationale talent en dat is volgens Van Ginneken echt een must voor iedere (digitale) ondernemer. ,,Bouw een internationaal team; één waarin de voertaal Engels is. Dan kun je nog makkelijker nog meer talent dat hier al is aansluiten.’’ Daarmee los je trouwens niet alleen een personeelsprobleem op, stelt hij. ,,Als je naar het buitenland wil schalen, dan zit internationalisering al in je DNA. Andere landen worden ook een stuk toegankelijker wanneer er iemand uit zo’n land in je team zit.’’ En, moet hij toegeven, Nederlandse studenten kunnen wel wat leren van de work ethic van de internationals. De zesjescultuur is hier nog steeds niet helemaal verdwenen.
Er hoeft maar één ding te lukken
Veel ondernemers maken nog steeds beslissingen op hun onderbuikgevoel, in plaats van op data, vermoedt De Jonge. ,,Je wil als ondernemer weten waar je geld wordt verdiend of wat geld kost. Als je dat niet weet, kun je de juiste beslissingen niet nemen.’’ Waar neem je afscheid van en waarin investeer of innoveer je? De antwoorden krijg je door data-analyse. ,,Dat hoeft allemaal niet heel moeilijk te zijn; niet met big data of machine learning. De meest simpele vragen blijven nu zelfs nog onbeantwoord.’’
Als je niets onderzoekt, ga je ook niet innoveren, zegt Van Ginneken. ,,Als je naar een volgend niveau wil groeien, heb je altijd externe input nodig. Het is heel moeilijk om jezelf uit de problemen te denken. GDBC, met mensen vanuit andere disciplines en generaties, kan met frisse invalshoeken komen en heeft de tijd om dingen uit te zoeken.’’ Want innovatie is duur. ,,Werknemers moet je vrijspelen en betalen, dus onderzoekskosten zijn voor veel ondernemers buitensporig hoog.’’ De implementatie van uitkomsten kan een ondernemer vervolgens zelf oppakken.
En het gaat regelmatig verder dan dat. ,,Uit dit soort samenwerkingen ontstaan vaak ook weer nieuwe dingen’’, weet Van Ginneken. ,,Spin-offs, startups, participaties. Onderzoeksvragen ophalen is enorm waardevol. Natuurlijk is het vaak zo dat als je tien dingen probeert, er maar één lukt. Maar er hoeft er maar één te lukken.’’
Bestaansrecht
Hoe zien de ondernemers de toekomst? ,,Onze ultieme doel destijds - en nog steeds - is een leerstoel met een geaccrediteerde opleiding. Daarmee zet je het Noorden beter op de kaart en is er nog betere aansluiting op de praktijk. Kwantitatief onderzoek is in onze branche steeds belangrijker’’, vertelt De Jonge. Het liefst ziet hij een opleiding Digital Business. ,,Vakken van economie die meer kwantitatief van aard zijn, in combinatie met wat bedrijfskunde. Dat sluit beter aan op het eisenpakket dat het bedrijfsleven heeft dan de opleidingen die er nu zijn.’’
Van Keulen roept bedrijven op tot het nemen van hun verantwoordelijkheid. ,,GDBC is een van de initiatieven die navolging moeten vinden. Het kan alleen bestaan bij de gratie van het bedrijfsleven.’’ Doe mee, zegt hij. Want het Noorden moet nog meer met elkaar samenwerken. Alleen zo gaat de regio vooruit. ,,Het is niet heel ingewikkeld, kost relatief weinig tijd en je kunt er een hoop lol van hebben. Een no brainer.’’