1918-2001
De oprichting
De Groninger Natuurwetenschappelijke Excursie Vereeniging is opgericht op 17 April 1918. Dat betekent dat de vereniging nu 83 jaar oud is en bij dit priemjaar willen we graag even stilstaan.
De vereeniging stelt zich ten doel de ontwikkeling en kennis van de studenten der Groningsche Universiteit te bevorderen, in het bijzonder van de studenten der Philosophische Faculteit. Zij wenscht dit doel te bereiken door het houden van excursies en studiereizen aan te moedigen en te steunen en voorts door andere wettige middelen, die aan het doel bevordelijk kunnen zijn.
Het eerste jaarverslag van de GNEV was van l921. Het werd uitgegeven in gedrukte vorm omdat het bestuur van mening was dat het werk van de vereniging naar buiten nog te weinig bekend was en belangstelling uit bredere kring de vereniging zeer ten goede zou kunnen komen.
In die eerste periode werden subsidies verleend voor het bijwonen van colleges in Utrecht van de wiskundige Prof. Denjoy en in Leiden van de wiskundige Prof. Ehrenfest. Daarnaast werden subsidies gegeven voor excursies naar de Oosterwijkse Vennen, Zuid Limburg, Terschelling (f 200,-), maar ook een biologie-excursie naar Zwitserland (f 250,-).
Groningse zuinigheid
In l92l bedroegen de totale inkomsten f 1995,63, inclusief giften à f 200,-, terwijl de uitgaven f 1170,87 bedroegen. Er werd dus f 824,76 gespaard, ofwel 41% van de inkomsten. Deze zuinige huishouding van het bestuur is over velen jaren gecontinueerd en dat heeft over de jaren geleid tot een aanzienlijke toename van het kapitaal van de vereniging. Dat geld werd dan belegd in allerlei fondsen zoals: Nederl. Indie 3,5%; Friesch Groninger Hypotheek Bank 3,5%; Certificaat Ned. Werkel. Schuld 2,5%. In 1929 was het fondsenbezit opgelopen tot f 12.000 en in 1939 zelfs tot f 21.000. Het waren niet alleen de bestuurderen die een grote zuinigheid aan de dag legden. Een van de jaarverslagen vermeldt:
"Hieruit bleek op ondubbelzinnige wijze het grote nut van dergelijke excursies voor de practische opleiding van de studenten, zodat de verleende subsidies wel op uitnemende wijze waren besteed. Tevens viel de aandacht op de grote zuinigheid welke bij de organisaties der excursies wordt in acht genomen".
In de periode tot de oorlog werden ook buitenlandse excursies gesubsidieerd.
De GNEV kende tot in de jaren vijftig erevoorzitters: dat waren steeds de Commisarissen van de Koningin in Groningen: Geertsema, van Starckenborg Stachouwer en Linthorst Homan.
Verslagen
De verslagen die de studenten inleverden van de gemaakte excursies waren uiterst lezenswaardig en verschilden aanzienlijk van de verslagen die we nu van de studenten mogen ontvangen. Veelal verschenen deze verslagen ook in druk. Bijvoorbeeld in de Levende Natuur zijn veel verslagen verschenen. Het jaarverslag van de GNEV werd altijd gepubliceerd in Der Clercke Cronike, het vroegere universiteitsblad. Laat ik u een voorbeeld geven van een excursie gehouden door biologen naar Zwitserland in 1921. De verslaggever, de Heer de Haan, biologiestudent, rapporteert als volgt:
"Het is voor mij een aangename taak u verslag uit te brengen van de interacademiale excursie naar Zwitserland, waarvoor ons ter tegemoetkoming in de kosten een bedrag van f 300.- door uw college is ter hand gesteld. Met geen woorden is het genot van deze leerzame tocht te beschrijven. Ik vlei mij dan ook geenszins onze indrukken juist weer te geven, alleen hoop ik er in te slagen in grove trekken verslag uit te brengen en de hoofdmomenten de revue te laten passeren. Het schone Zwitserland met zijn prachtige landschappen en rijke flora maakten een machtige indruk, ze hebben een diepe groeve in onze herinnering geslepen. Door al het natuurgenot, dat wij mochten smaken, zijn deze dagen voor immer in het geheugen opgeschreven, zij zullen een heerlijke brok uit ons leven vormen. wij kunnen uw college niet genoeg bedanken voor haar steun, want zonder die hadden we denkelijk niet aan de tocht deelgenomen en deze onvergetelijke dagen gemist".
De excursie werd geleid door de Professoren Schroeter uit Zürich, Schoute uit Groningen en Stomps uit Amsterdam. Deze heren werden door de studenten respectievelijk opa, Oom Johan en Oom Theo genoemd.
Een ander voorbeeld komt uit het verslag van een excursie naar Zuid Limburg in 1920:
"Als ik terug denk aan die dalen overvol van bloemen, dan zie ik nog weer die schitterende witte margrieten en daar tussen de mooiste orchideën, hier en daar afgewisseld door een rose glans van koekoeksbloemen. In de buurt van Epen vonden we de oevers bezet met gele zinkviooltjes, die overal tussen het gras hun kopjes uitstaken. Daamaast vonden we de zinkvariëteit van de boerenkers, terwijl een groep juichend thuis kwam met de gele monnikskap en de niet minder zeldzame witte muggenorchis. [...] waarschijnlijk werd op een der hellingen het alpensalamandertje gevonden. Thuis gekomen had het vlugge diertje echter de door ons zo zorgvuldig dichtgehouden trommel verlaten."
En tot slot ter lering ende vermaak van de huidige studenten uit het verslag van een excursie van farmaceutische studenten naar Duitsland, Zwitserland en Frankrijk:
"...en Hoera! de Nederlandse grens kwam om drie uur in zicht; de enkele flessen wijn voor de dorst leverden zowaar geen moeilijkheden op; wel een Belgische juffrouw met haar hondje dat mejuffrouw G. Wieling in het been beet (een bewijs van goede smaak)."
Andere tijden
In de loop der jaren is er wel wat veranderd. Op de eerste plaats veranderde de naam van de Filosophische Faculteit in Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Het aantal studenten groeide drastisch en daarmee het aantal studieverenigingen. Was er in de eerste jaren slechts één studievereniging, thans kent elke zichzelf respecterende discipline een eigen vereniging. In het totaal zijn er thans zeven verenigingen:
- Chemische Binding
- Fysisch Mathematische Faculteitsvereniging (FMF)
- Groninger Biologen Club (GBC)
- Gronings Technologen Dispuut Bemouilli
- Technische Vereniging Prof. Francken
- Pharmaciae Sacrum
- Biologen Duikvereniging Calamari
Elk van deze verenigingen organiseert elk jaar excursies, veelal naar bedrijven die voor hun studierichting interessant zijn. Wij zijn blij vandaag een aantal vertegenwoordigers van deze bedrijven in ons midden te hebben. Het zal voor een ieder hier aanwezig duidelijk zijn hoe belangrijk dergelijke excursies in de studietijd zijn voor het verwerven van een bredere kijk op het vakgebied.
Het streven van de GNEV is om de financiële drempel voor deelname van de studenten aan deze excursies zo laag mogelijk te houden. Daarvoor put de GNEV uit de inkomsten verkregen uit donaties en contributies van leden, nu f 25,- per jaar, en uit de rente van het verworven kapitaal. In de loop der jaren is dit kapitaal door beleggingen en door donaties tot boven een ton gestegen. Ik kan U verzekeren dat op elke bestuursvergadering de wijze van beleggen van dat kapitaal een hot item van discussie is.
De financiële mogelijkheden van de GNEV blijven beperkt. De grote toename van de activiteiten van de studieverenigingen dwong de GNEV in de jaren vijftig tot het besluit om alleen binnenlandse excursies te subsidiëren. Het streven is thans om per student-dag een subsidie toe te kennen van f 7,50. Daarmee is jaarlijks een bedrag van f 8000 tot f 9000 gemoeid.
De toename van de activiteiten hebben een bijzonder nadelige invloed gehad op de verslaglegging. Van de zo eloquente verslaglegging uit de beginjaren van de vereniging is weinig overgebleven. In veel gevallen zijn de verslagen tot minimale niveaus geslonken. Het is tegenwoordig ook niet ongewoon dat een vereniging gemaand moet worden eerst te rapporteren over de activiteiten van het afgelopen jaar alvorens de subsidie van het komende jaar kan worden verleend.
Tot slot
Ik zal U niet langer vermoeien en afsluiten met de constatering dat het de GNEV gelukt is in de afgelopen 83 jaar de groei van de excursieactiviteiten binnen de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen bij te benen en dat de GNEV ook nu nog in staat is substantiële steun te verlenen aan de georganiseerde excursies. De GNEV constateert ook met genoegen dat de vele bedrijven die het doel zijn van de excursies zich vaak kosten noch moeite besparen om de excursies optimaal te doen verlopen. Ik wil hen namens het bestuur en het curatorium van de GNEV hiervoor van harte bedanken.
Laatst gewijzigd: | 11 juli 2019 13:09 |