Het Harmoniemodel
De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) vertrouwt de Universiteitsraad een aantal specifieke taken en bevoegdheden toe, waaronder het waken tegen discriminatie op welke grond dan ook en bevorderen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, als mede het inschakelen van personen met een handicap of chronische ziekte en allochtonen. De wet verplicht het College van Bestuur voorts de raad tijdig te informeren over het financiële, organisatorische, en onderwijskundige beleid, de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken, en alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De Universiteitsraad heeft op zijn beurt het recht over alle aangelegenheden de universiteit betreffende aan het College van Bestuur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken, die het college binnen drie maanden dient te beantwoorden met een schriftelijke, met redenen omklede reactie in de vorm van een voorstel dat in de raad wordt besproken.
Om de bij de Rijksuniversiteit Groningen geldende traditie van betrokkenheid van studenten en personeel bij het universitaire bestuur recht te doen, hanteren het College van Bestuur en de Universiteitsraad de werkwijze van het Harmoniemodel. Met deze term wordt tot uitdrukking gebracht dat, zonder afbreuk te doen aan hun formele taken en bevoegdheden, het college en de raad ook van gedachten wisselen over aangelegenheden waarover de raad strikt formeel geen bevoegdheden (meer) zijn toegekend. Dit model bevordert op constructieve wijze de samenwerking, gericht op draagvlak. Vruchtbare samenwerking is het uitgangspunt. Dit is in het belang van de universiteit, studenten en medewerkers.
Zo verloopt de informatievoorziening van het college aan de raad volgens het principe dat het college zijn agenda, vergaderstukken, en besluitenoverzichten aan het presidium van de raad ter beschikking stelt. Waar vertrouwelijkheid nodig is wordt ze zoveel als mogelijk verantwoord, en tijdelijk toegepast. Als basis voor de raadsagenda dient de bestuurlijke kalender. Deze kalender wordt aan het begin van het academisch jaar in de gezamenlijke vergadering besproken en zonodig gedurende het jaar bijgesteld. Na tweewekelijks overleg tussen het college en het raadspresidium wordt een dossier geagendeerd voor de overlegvergadering, waar het één van drie statussen krijgt: bespreking, advies, of instemming. Het omvat ten minste het collegestandpunt, inclusief achterliggende overwegingen. Eventuele discussie over formele positie en status blijft achterwege als inhoudelijk overeenstemming wordt bereikt, of wordt buitenraads in goed overleg voortgezet. De werkwijze van het Harmoniemodel is nader uitgewerkt in het Convenant.
Laatst gewijzigd: | 12 maart 2020 22:32 |