Het huis van tante Pam was een warm bad
‘Kijk, ik was niet de eerste generatie.’ Carry-Ann Tjong-Ayong, tachtig jaar oud, schuift over de tafel een foto van een jonge Surinaamse man, gekleed in rokkostuum. In zijn handen een bul. ‘Dit was mijn vader in 1947.’
We bevinden ons in het souterrain van het huis in Utrecht dat Tjong-Ayong al sinds jaar en dag bewoont met haar man, grafisch ontwerper Wim Verboven. Aan de keukentafel zit ook Eddy Ligeon, 85 jaar oud. Evenals Tjong-Ayong werd Ligeon geboren in Paramaribo en kwam hij eind jaren vijftig als tiener naar Nederland om hier naar school te gaan en uiteindelijk aan de Rijksuniversiteit in Groningen te studeren.
Het was een beslissende tijd in allebei hun levens. Omdat Carry-Ann hier haar latere man leerde kennen, keerde ze nooit werkelijk terug naar Suriname. Ook al was het haar plan geweest daar lerares Spaans te worden. Eddy nam eveneens voorgoed afscheid. Pas vijftig jaar na zijn vertrek uit Paramaribo kwam hij voor het eerst terug in zijn vaderland. Na zijn studie Farmacie werd hij onderzoeker bij het latere UMCG en speelde hij jarenlang als spelverdeler (guard) bij basketbalclub Donar.
De reden om naar Nederland te komen was het gebrek aan opleidingen in Suriname. Voor die overtocht hadden je ouders wel geld nodig. ‘Dat vooral’, zegt Carry-Ann. ‘Je kon ook een beurs krijgen van de Surinaamse regering, maar dan moest je goede cijfers hebben. Óf goede contacten.’
Samen met twee broers en een zus kwam ze in 1955 met het stoomschip Cottica, drie weken over de Atlantische Oceaan. ‘Ik vond het vreselijk’, zegt Carry-Ann. ‘We hadden een geweldige tijd in Suriname, met familie en vrienden, en ineens moest je zonder ouders naar Nederland.’
Anders was het voor Eddy. ‘Ik woonde bij mijn oom. Vanaf mijn zesde jaar was ik mijn moeder kwijt geraakt, en ook mijn vader. Mijn moeder had een oorlogstrauma, en moest worden opgenomen. Mijn vader was eerste machinist op de grote vaart. Toen ging ik bij mijn grootmoeder wonen, bij wie ook nog alle ooms en tantes woonden. Ik trok het meest op met mijn oom William. Toen hij afgestudeerd was, en zijn apotheek startte, ging ik met hem mee. Op een gegeven moment is in een week tijd beslist: jij gaat naar Nederland. Ik wist niet eens wat in mijn koffer zat. Mijn vader bracht mij naar Zanderij, het vliegveld, en ik stapte zo het vliegtuig in.’
Voor hem was het een avontuur. Hij kwam als zeventienjarige op het Internaat Hommes in Hoogezand en ging naar het lyceum in Sappemeer. ‘Vanaf mijn zesde jaar was ik eigenlijk een zwerver. Ik had geen moeder meer, mijn vader was er niet. Dus ik zat continu bij ooms en tantes en grootmoeder. Ik had ook geen eigen kamer of ruimte waar ik me af en toe kon terugtrekken. Als ik dat wilde, ging ik in die tijd onder de tafel een boek liggen lezen. Op het internaat had ik voor het eerst een eigen kamer, een eigen plek. Dat was voor mij ontiegelijk fijn.’
Al als kind kenden ze Nederland al goed. Op school in Paramaribo moesten ze alles over Nederland leren. Eddy: ‘De treinreis van Groningen naar Delfzijl kenden we uit ons hoofd.’ Carry-Ann: ‘We konden alle stations opnoemen.’ ‘Maar vroeg je ons iets over de geschiedenis of aardrijkskunde van Suriname’, vervolgt Eddy, ‘dan wisten we dat niet.’
De school- en studiejaren in Groningen zijn een mer à boire aan herinneringen. Toen de vier kinderen Tjong-Ayong omkwamen van de heimwee, kwam hun moeder een paar jaar over uit Suriname. Hun huis aan de Helperbrink werd een warm bad voor iedere ontheemde. ‘Tante Pam was een moeder voor alle Surinaamse studenten’, zegt Eddy.
De Surinamers waren niet de enige buitenlanders. Samen met een groep Noren, Venezolanen en Curaçaoënaars werd een eigen club opgericht, die elke zaterdag samenkwam in een pand tegenover de Martinikerk. Aan het Martinikerkhof volgde men danslessen – foxtrot, quickstep, tango, Engelse wals – bij de Duitse vrouw Gretel van Bruggen. Carry-Ann werd lid van de vrouwelijke studentenvereniging Magna Pete, dat pas later samenging met mannenvereniging Vindicat (waar Eddy lid van was).
Eddy herinnert zich de verlegenheid waarmee de kappers naar zijn kroeshaar keken. In een kapperszaak bij het Hereplein vroeg de oudere barbier of hij plukjes mee mocht nemen om de kinderen te kunnen laten zien hoe het haar van Zwarte Piet eruit ziet. ‘Ik zei: ga je gang maar!’
Discriminatie bestond niet. Het sinterklaasfeest werd ook in Suriname volop gevierd. De broers van Carry-Ann speelden elke december Zwarte Piet, enigszins bijgeschminkt. Eddy ook, die zijn muts met gekleurde veer die alle Vindicaters destijds droegen daar handig voor kon gebruiken.
‘Ik zat in het bestuur van de literaire faculteitsvereniging’, vertelt Carry-Ann. ‘W.F. Hermans was toen aan de universiteit verbonden, bij de faculteit Sociale Geografie, maar wilde nooit lezingen geven. Toen hebben ze mij erop afgestuurd. Ik heb hem gebeld, en hij zei: kom maar langs. Hij woonde aan de Ossemarkt, in dat hoekpand. Hij deed de deur open, met een poes op zijn arm, en zei: kom naar boven, dan praten we even. Hij had eerst een verrassing voor mij, vertelde hij. Toen kwam er een Surinaamse vrouw binnen, met wie hij getrouwd bleek te zijn: Emmy Meurs. Zij vroeg: “Ben jij een Tjong-Ayong?. Jouw nichten waren vriendinnen van mij, en je vader heeft gestudeerd met mijn broer.” Zo kregen we een heel leuk gesprek. Hermans zei toen: “Je begrijpt dat als Emmy zo verwand is aan jullie, dat ik geen nee kan zeggen.” Toen had ik het dus voor mekaar.’
Hoe blijvend de tijd in Groningen is, blijkt uit een fotoboek dat de man van Carry-Ann op tafel legt: nog maar een paar jaar geleden ging zij met tien van haar jaarclubgenoten uit 1960 naar Suriname, om plekken uit haar jeugd te bezoeken. Vijftig jaar na hun gezamenlijke studiejaren.
Ook Eddy heeft elk jaar nog een reünie. Om te tonen hoe belangrijk die studietijd was, een laatste anekdote. ‘Ik kan me herinneren dat ik in 1963, tijdens de Elfstedentocht in die strenge winter die werd gewonnen door Paping, in het scheikundelaboratorium stond aan de Bloemsingel 1. Twee medewerkers van dat laboratorium reden ook mee. Ze hadden daar een transistor staan, zo’n kleine radio, om dat hele verslag te volgen. Ik zal je vertellen… We waren wel bezig met onze proeven, maar zodra weer iets voor de radio kwam, stonden we er allemaal om heen te luisteren: assistenten en hoogleraar. Dát soort momenten. Hartstikke mooi.’
Biografie Eddy Ligeon
Eddy Ligeon werd in februari geboren in Paramaribo en kwam in 1956 naar Groningen. Het was de bedoeling van zijn oom dat hij apotheker werd. Maar dat wilde Ligeon niet. Hij specialiseerde zich in Klinische Chemie, werkte jarenlang aan het latere UMCG en speelde een belangrijke rol bij ode basketbalvereniging Donar, toen een subvereniging van het studentencorps Vindicat. Tijdens zijn studie woonde hij aan de Westersingel in Groningen, dichtbij het toenmalige rekencentrum van de universiteit aan de Reitdiepkade. Daar werkte hij ’s avonds en ’s nachts voor het sterrenkundig instituut met de eerste grote automatische binaire computer (de ZEBRA geheten).
Biografie Carry-Ann Tjong-Ayong
Carry-Ann Tjong-Ayong werd in februari 1941 geboren in Paramaribo en kwam in 1955 naar Groningen. Haar vader was directeur van het R.K. Sint Vincentius Ziekenhuis in Paramaribo. Ze studeerde Spaans in Groningen en Klinische Pedagogiek in Utrecht. Haar man leerde ze kennen tijdens een zeiltocht op het Paterswoldsemeer. Later werd ze politicus namens GroenLinks. Na een hersenbloeding in 2000 waardoor ze in een rolstoel belandde ging ze schrijven en publiceren: poëzie en proza.
Laatst gewijzigd: | 21 december 2021 10:38 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...