Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws

Het web bewaren voor onderzoekers van de toekomst

02 september 2024
decoratieve afbeelding
Susan Aasman

Hoe archiveer je het internet? Wat bewaar je wel en wat niet? En wie bepaalt dat? Het zijn vragen waar Susan Aasman zich dagelijks mee bezighoudt. De mediahistoricus en hoogleraar Digital Humanities van de RUG maakt zich hard voor het behoud van digitaal cultureel erfgoed.  ‘Tachtig procent van de geschiedenis van het internet is sowieso weg.’

Door: Lieke van den Krommenacker / Foto’s: Henk Veenstra

Stel, het is het jaar 2074 en je wilt graag weten hoe het gedachtegoed van rechtse politieke partijen tot bloei is gekomen in Nederland aan het begin van dit millennium. Dan zullen internetfora en sociale mediakanalen zoals Facebook en X (voorheen Twitter) belangrijke bronnen zijn. Maar, bestaan deze dan nog en zo ja, is wat je zoekt dan nog makkelijk vindbaar en toegankelijk?

Over deze en andere kwesties buigt mediahistoricus en hoogleraar Digital Humanities Susan Aasman van de RUG zich. ‘Ik ben heel geïnteresseerd in de geschiedenis van het web,’ zegt ze in haar kantoor op de derde verdieping van de Faculteit der Letteren in Groningen. ‘Het is mijn missie geworden om me in te zetten voor het behoud van digitaal cultureel erfgoed. Want: wat ga je bewaren en wat niet? En wie bepaalt dat? Het zijn vragen die zich altijd voordoen bij het archiveren van materiaal, met het verschil dat we leven in een tijd waarin je zou kunnen zeggen: we bewaren alles.’

Keuzes

Om tal van praktische en ideologische redenen kan dat niet. Zo zijn voor het bewaren van grote hoeveelheden digitale gegevens talloze datacenters nodig. Dat kost ruimte. Veel ruimte. Bovendien moet ook data, net als foto’s en schriftelijke documenten, onder de juiste klimatologische omstandigheden worden bewaard. En over het klimaat gesproken: de vereiste datacenters, waarvoor grote hoeveelheden schaarse grondstoffen nodig zijn, verbruiken ook nog eens enorme hoeveelheden elektriciteit. Aasman: ‘Gezien de klimaatcrisis waar we in zitten, kun je je afvragen of we het wel moeten willen, al die data bewaren.’

De hoogleraar herinnert zich een congres waarop een van de deelnemers, een techneut, betoogde: we kunnen alles bewaren, dus we moeten alles bewaren. ‘Maar,’ brengt Aasman hier tegenin, ‘opslaan is slechts één onderdeel van wat een archief is. Wie goed archiveert voegt ook meta-data toe, zoals een jaartal, trefwoorden en waar precies iets terug te vinden. En wil je alleen de website bewaren of ook de onderliggende HTML-code?’ Het kost, kortom, veel tijd en energie om een archief goed te onderhouden. ‘Dus je moet afwegingen maken. En dat is best ingewikkeld, want waarschijnlijk zegt iemand over vijftig jaar: je hebt precies de verkeerde keuzes gemaakt.’

decoratieve afbeelding
‘Het is mijn missie geworden om me in te zetten voor het behoud van digitaal cultureel erfgoed'

Web-archeologie

Denk aan het huidige debat over ons koloniale verleden, zegt Aasman. ‘Nu blijkt dat we ons in die tijd nooit druk hebben gemaakt over verschillende aspecten van de geschiedenis die we nu als zeer problematisch ervaren, maar waarvan weinig of niks bewaard is gebleven. Dan moet er veel speurwerk aan te pas komen om nog dingen boven water te krijgen.’

Dit geldt natuurlijk evengoed voor analoge bronnen, benadrukt Aasman. Ook foto’s, boeken en papieren kunnen op allerlei mogelijke manieren verloren raken. ‘Als ik over een x aantal jaren met pensioen ga en niemand mijn boeken wil hebben, gaan ze weg. Tenzij ik voor die tijd nog een beroemde Nobelprijsgeleerde word. Dan zou het ineens weer interessant worden, toch? Kijk, nu bewaren wat er nu gebeurt is één ding, maar informatie terughalen van vroegere periodes, wat ik web-archeologie noem, is veel gecompliceerder. Het is goed om te kijken of je daar een soort methode voor kunt ontwikkelen.’

XS4all voor iedereen

Een bijzonder project waar Aasman aan werkt met haar PhD student Nathalie Fridzema, is het analyseren van een verzameling homepages gebouwd door internetpionier XS4all, één van de eerste Nederlandse internetproviders. Op 1 januari 2019 werd bekend dat deze provider – inclusief ‘hun’ duizenden websites en dus mogelijk waardevol digitaal cultureel erfgoed – zou gaan verdwijnen. Dus kwam de Koninklijke Nederlandse Bibliotheek met het idee voor een reddingsactie: zo veel mogelijk homepages archiveren. De organisatie klopte bij Aasman aan voor hulp en het initiatief leidde tot drieduizend bewaarde vroeg-Nederlandse websites, inclusief 413 ‘topstukken’, zoals de homepage van gebruiker ‘Ranx’ die in juni 1994 de allereerste XS4all-site bouwde met XS4all als host.

Aasman, die promoveerde op de betekenis van ‘home movies’ als dragers van persoonlijke herinneringen, stortte zich vol enthousiasme op de klus. ‘Zo is mijn interesse in het online vastleggen van herinneringen gewekt’, zegt ze. ‘Ik zag mensen hun persoonlijke foto’s, huisadres en telefoonnummer online zetten. Dat was het moment waarop ik begon te denken: wie houdt zich eigenlijk bezig met onze webgeschiedenis? En hoe maken wij het mogelijk dat de historici van de toekomst ook naar deze tijd kunnen terugkijken?’

decoratieve afbeelding
'Bewaren wat er nu gebeurt is één ding, maar informatie terughalen van vroegere periodes is veel gecompliceerder'

Online Alexandrië

De antwoorden op deze vragen zijn veelzijdig en complex. Waar een project als het XS4all-archief nog betrekkelijk overzichtelijk is, komt er een hoop meer kijken bij soortgelijke vraagstukken van internationaal niveau. Zo verschillen de richtlijnen voor het bewaren van digitaal erfgoed in Europa van land tot land. Aasman: ‘In het Verenigd Koninkrijk wordt eens in de twee of drie jaar het hele web gescrapet zoals dat heet. Dan wordt alle informatie op websites die eindigen op .uk binnengehaald en opgeslagen in een web-archief.’ En in Amerika heb je het Internet Archive, een kolossale onlinebibliotheek geïnspireerd op de Bibliotheek van Alexandrië (in de Klassieke Oudheid hét centrum van kennis), met als doel het internet te archiveren en voor iedereen toegankelijk te maken.

‘Dat is geen publiek instituut, maar een private onderneming die halverwege de jaren ’90 is opgericht door een rijke internetpionier’, zegt Aasman. ‘Tot op de dag van vandaag scrapet hij steekproefsgewijs het web. In Nederland mag zoiets niet, de wet staat het niet toe om zomaar een website of sociale media op te slaan.’ Vorig jaar pleitte Aasman met een van de directieleden van de Koninklijke Bibliotheek in de Volkskrant voor een wetswijziging die hier verandering in brengt. Hun stelling: Nederland verwaarloost zijn internetverleden.

Trump-tweets

Aasman: ‘Je kan zeggen dat tachtig procent van de geschiedenis van het internet sowieso weg is. Op het moment dat je een website ververst, is de vorige versie weg. Bij platforms als TikTok of Instagram, verdwijnt de inhoud vaak nog veel sneller. De vraag is natuurlijk: hoe erg is dat?’

Dat hangt er maar net vanaf. Eeuwig toegang tot alle berichten op populaire online platformen als (wijlen) Hyves of Twitter lijkt een overbodige luxe, maar het feit dat in Amerika iemand de opzienbarendste tweets van Donald Trump heeft bewaard (waarvan hij er veel zelf heeft verwijderd) en uitgegeven in een boek, kon nog weleens van pas komen. Hetzelfde geldt voor wat er online is gezegd en geschreven over bijvoorbeeld de Toeslagenaffaire of de aardbevingsproblematiek in Groningen. En waar de gemiddelde Instagramstory misschien helemaal de moeite van het bewaren niet waard is, wordt dat weer anders als je wilt weten hoe ‘de gewone mens’ de coronapandemie heeft beleefd – iets waar Aasman veel waarde in ziet.

decoratieve afbeelding
‘Je kan zeggen dat tachtig procent van de geschiedenis van het internet sowieso weg is'

Thuiszitfilmpjes

‘Er is destijds wel gekozen voor het bewaren van belangrijke overheidscommunicatie, zoals regels en preventiemaatregelen. Maar veel is ook niet gearchiveerd. Ik was in die tijd erg benieuwd hoe mensen omgingen met het thuiszitten, hoe ze zich tot elkaar verhielden. Dus heb ik TikTok op mijn telefoon gedownloaded.’ Zo kon Aasman precies zien wat het effect was van het feit dat de hele wereld hetzelfde doormaakte, op hetzelfde moment. ‘Overal gingen mensen filmpjes maken thuis. Om de verveling te verdrijven, om de moed erin te houden. Ontzettend fascinerend. Maar toen ik ging uitzoeken wie zulke online bijdragen eigenlijk bewaart, was het antwoord: niemand. Want het was een internationaal fenomeen, er is geen archief voor en wie gaat er dan over? Zulke voorbeelden bevestigen: we hebben met elkaar nog heel veel uit te vinden.’

Meer informatie

Laatst gewijzigd:04 september 2024 09:19
View this page in: English

Meer nieuws

  • 02 september 2024

    Kom naar het Letterenfestival voor wetenschap, verhalen, muziek en meer

    Op zaterdag 21 september organiseert de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen het Letterenfestival, een wetenschappelijk festival voor iedereen die interesse heeft in de veelzijdige wereld van de geesteswetenschappen. Het...

  • 17 juli 2024

    Veni-beurzen voor tien onderzoekers

    Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...

  • 25 juni 2024

    Hoe om te gaan met microplastics in ons dagelijks leven

    Irene Maltagliati richt zich in haar onderzoek op de vraag hoe we ons meer bewust kunnen zijn van microplastics en ons gedrag kunnen veranderen.