(W)elke regio telt?
Telt elke regio wel in de verkiezingsprogramma’s? Om die vraag te beantwoorden analyseerde de Geodienst van de Rijksuniversiteit Groningen de partijprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen 2023 van 18 politieke partijen.
‘De regio’ staat hoog op de politieke agenda’s. In het rapport ‘Elke regio telt’, dat in maart 2023 verscheen, wordt geconcludeerd dat de landelijke overheid achtergebleven regio’s stelselmatig heeft verwaarloosd en dat de verschillen tussen rijke en arme regio’s in Nederland hierdoor groter zijn geworden. Dit leidde tot een vertrouwenscrisis in de regio’s: is Den Haag er wel voor de regio? Het Rijk moet de regio een belangrijk onderdeel van het beleid maken, beveelt het rapport aan. En dat is terug te zien in de campagnes en verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamer Verkiezingen van 22 november 2023. Het woord ‘regio’ valt te pas en te onpas.
De Geodienst, het ruimtelijk expertisecentrum van de Rijksuniversiteit Groningen, werkt multidisciplinair samen met onderzoekers en data-scientists om data-analyses en kaartvisualisaties mogelijk te maken. Net als voor de verkiezingen van 2021 analyseerde de dienst hoe vaak toponiemen (plaatsnamen, gemeentenamen en provincienamen) worden genoemd in de verkiezingsprogramma’s. Aan de hand van text mining en geocoderen is een dataset gecreëerd waaruit blijkt hoe vaak het woord ‘regio’ wordt genoemd en welke plaatsen en regio's de meeste aandacht krijgen.
Welke regio telt, en voor welke partij?
Uit bovenstaande afbeelding blijkt dat plaats, gemeente en provincienamen in en van de provincie Noord-Holland het vaakst genoemd worden. Aandacht gaat vooral uit naar Amsterdam, Schiphol en Tata Steel (DataViz). De provincie Groningen staat op de tweede plaats. Tialda Haartsen, hoogleraar plattelandsgeografie: ‘Opvallend voor die provincie is dat niet alleen de term Groningen veel valt, maar ook Groningers. Dit heeft alles te maken met beloftes rondom het inlossen van de ereschuld in het gaswinnings- en aardbevingsdossier. Na een decennialange strijd is het de Groningers dus gelukt om de mens achter de gaswinning op de kaart te krijgen. Nu is het hopen dat de schadevergoedingen doeltreffend op gang komt…’. De provincie Drenthe komt het minst vaak voor in de programma’s. Net als in onze analyse in 2021 komen in de toponiemen van sommige provincies vooral energie en infrastructurele vraagstukken aan bod. Concrete voorbeelden zijn de luchthaven van Lelystad in Flevoland en de kerncentrale in Borssele voor Zeeland.
Blinde Vlekken
Inzoomend op de verschillen per politieke partij wordt al snel duidelijk dat sommige partijen een blinde vlek hebben voor de regio of zeer selectief zijn. Zo hebben FvD, DENK, BVNL en 50PLUS slechts oog voor beperkte delen van Nederland. De BBB en CU daarentegen hebben oog voor alle provincies. Bij de grote vier partijen (VVD, NSC, PVV en GL-PvdA) volgen GL-PvdA en NSC het gemiddelde patroon uit afbeelding 1, hebben VVD en PVV relatief weinig oog voor Overijssel, Flevoland en Drenthe, en legt de PVV meer nadruk op Limburg.
Ondanks de grote aandacht voor de regio in de huidige verkiezingen, is de kaart van welke regio’s genoemd worden, eigenlijk weinig veranderd ten opzichte van de kaart van de verkiezingen in 2021.
Kijk op de site van de Geodienst voor een klikbare versie van de resultaten
Hoe telt ‘de regio’?
Hoe anders is dit voor het woord ‘regio’ an sich: 973 keer wordt het genoemd in de partijprogramma’s. Beloftes over rekening houden met de verschillen tussen de regio’s, het ontwikkelen van maatwerk, en gelijke investeringen in alle regio’s worden veelvuldig gedaan. Unaniem doel: het ontwikkelen van krachtige regio’s, sterke regio’s, en gelijkheid tussen regio’s. Het CDA stelt voor dat regio’s eigen kansenagenda’s voor economische ontwikkeling maken, als basis voor structurele overheidsinvesteringen. JA21 pleit voor een Nationaal Programma Democratisering en Regio, voor het herstellen van de betrokkenheid van de regio’s bij hun toekomst. Haartsen: ‘Dit past goed bij discussies die we in de wetenchap al een tijdje voeren, over sociaal-ruimtelijke ongelijkheid en rechtvaardigheid, en meer zeggenschap voor de regio’s. Het ontwikkelen van place-based policies wordt daarvoor als oplossing gezien. Ook de zogenaamde regiotoets, of plattelandstoets is een oplossing: toetsen in hoeverre landelijke maatregelen en beleid in elke regio hetzelfde uitpakken. Als dit niet zo is, zou je maatwerk kunnen leveren, bijvoorbeeld via de kleine scholen toeslag. Veel partijen noemen zo’n regiotoets in hun programma’s. In het Rural Pact van de Europese Commissie wordt dit rural proofing genoemd.’ Een andere strategie die in verschillende programma’s voorkomt is het spreiden van rijksdiensten en (semi)publieke instellingen over de verschillende delen van het land (GL-PvdA, D66, CDA). Zelfs een Ministerie voor de Regio wordt genoemd (BBB, GL-PvdA, JA21).
Hoe vaak het woord ‘regio’ voorkomt in de politieke programma’s verschilt nogal per partij. Koplopers zijn de BBB (148 keer), CU (145) en D66 (123). Helemaal onderaan bungelen de PVV (slechts 2 keer), BIJ1 en Denk (3), 50PLUS (4), BVNL (5) en FvD (9). Haartsen: ‘Dit is erg interessant, zeker als je bedenkt dat veel kiezers van deze partijen in de regio wonen en zich ongehoord voelen.’
Nadruk op voorzieningen
Veel aandacht is er ook voor de voorzieningen in ‘de regio’: scholen, bibliotheken en zwembaden. Haartsen: ‘Het begrip regio wordt vaak als synoniem gezien voor platteland. In de campagnes en programma’s wordt een romantisch en nostalgisch beeld van het platteland geschetst wat al lang niet meer bestaat. Dit zie je heel duidelijk terug in de stikstofdiscussies, maar ook in de manier waarop er over voorzieningen gepraat wordt. Het beeld is dat het platteland alle voorzieningen is kwijtgeraakt. In elke gemeente zou bijvoorbeeld een bibliotheek moeten komen. Alsof er in Nederland gemeenten zijn zónder bibliotheek! Natuurlijk is het goed om oog te hebben voor voorzieningen op het platteland, maar in elk dorp alle basisvoorzieningen is echt niet haalbaar. Het beleid in de regio’s is al sinds jaar en dag gericht op bereikbare voorzieningen. En daar is nog wel wat te winnen, helemaal voor mensen die minder mobiel zijn. Of als je toe wilt naar duurzamere vormen van mobiliteit. Op het platteland bedenken burgers samen met de lokale overheden veel innovatieve combinaties van voorzieningen. Hier lees ik niks over in de partijprogramma’s.’ Veel aandacht is er voor de bereikbaarheid van de regio en het platteland, via investeringen in openbaar vervoer en deelmobiteit. Haartsen: ‘Op het gebied van OV zijn er in de regio’s leuke maatwerk-oplossingen voor dunbevolkte gebieden. Helaas lopen die vaak aan tegen allerlei beperkende regelgeving. Hier zou meer aandacht voor moeten komen. Wel is er goed nieuws voor voorstanders van de Lelylijn en de Nedersaksenlijn: in vrijwel alle programma’s staat dat beide lijnen er moeten komen.’
Het belang van de regio voor ruimtelijke transities
Uit bovengenoemde focus en toon in de verkiezingsprogramma’s blijkt dat de Haagse politiek nog niet helemaal inziet dat het ruimtelijk perspectief in Nederland zo langzamerhand volledig is omgedraaid. Haartsen: ‘De nieuwe ruimteclaims, waarvoor we volgens Hugo de Jonge een ‘wederombouw’ van Nederland nodig hebben, komen grotendeels in de regio terecht. Denk aan de energietransitie, het maken van klimaatbuffers, toekomstbestendige woningbouw boven zeeniveau, en het produceren van circulaire bouwmaterialen en duurzaam voedsel.’ Dit betekent dat Nederland de regio in de toekomst hard nodig heeft. En dat de verhouding stad-platteland en Randstad-Regio dusdanig moet worden gereorganiseerd dat de regio’s er ook beter van worden. Haartsen: ‘Interessant is dus om te volgen wat er nu daadwerkelijk gebeurd met de beloftes om meer te investeren in ‘de regio’, na de verkiezingen. En of die investeringen echt zullen bijdragen aan een toename van de leefbaarheid en brede welvaart in alle regio’s in Nederland. Zullen de inwoners van de regio’s zich daadwerkelijk gehoord kunnen voelen? Is de aandacht voor de regio verkiezingsretoriek of voegt de toekomstige regering daad bij het woord? Er staat behoorlijk wat op het spel, want als het na vier regeringsjaren retoriek blijkt te zijn geweest, is dat een bevestiging van de vertrouwenscrisis. Het zou daarom verstandig zijn om de beloftes en investeringen de komende vier jaar te volgen en te monitoren. Dit zal bijdragen aan de openheid van de politiek en aan de toegezegde nieuwe bestuurscultuur.’
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 22 november 2023 11:49 |
Meer nieuws
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'
-
25 september 2024
Slimme energietransitie vraagt om inclusieve aanpak
RUG-wetenschapper Christian Zuidema vertelt over hoe we samen kunnen overstappen naar een duurzame samenleving. Een slimme transitie vraagt om een betere verdeling van de voor- en nadelen, betoogt hij.
-
22 augustus 2024
NWO kent subsidie toe aan groot onderzoek naar relatie tussen platteland en stad
De relaties tussen platteland en stad zijn afgelopen jaren onder druk komen te staan en vragen om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen. Daarom onderzoekt het Fertile Soils project, waarin 10 kennisinstituten en 30 praktijkpartners...