Preventiemaatregelen alcoholgebruik richten op specifieke groepen jongeren
Opvoeding, zelfcontrole, agressief gedrag, alcoholgebruik door vrienden en verschillende sociaal-demografische kenmerken zijn voorspellend voor alcoholgebruik door jongeren. Dit blijkt uit onderzoek van psycholoog Leenke Visser van het Universitair Medisch Centrum Groningen. De resultaten van haar studie maken duidelijk op wie preventiemaatregelen zich vooral moeten richten. Visser promoveert op 22 september 2014 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek maakt deel uit van de TRAILS-studie, die al vanaf 2001 de gezondheid van kinderen op weg naar volwassenheid volgt.
Alcoholgebruik is één van de meest voorkomende riskante gedragingen van jongeren en is een belangrijk maatschappelijk gezondheidsprobleem geworden het afgelopen decennium. Vanwege het verband tussen alcoholgebruik en verschillende andere problemen is het belangrijk om deze risico-jongeren op te sporen als beginpunt voor preventieve maatregelen en -beleid. Het hoofddoel van het proefschrift van Visser was na te gaan welke factoren voorspellen of jongeren alcohol gaan gebruiken.
In haar onderzoek keek Visser naar factoren die vroeg alcoholgebruik voorspellen. Dit is gedefinieerd als herhaald alcoholgebruik tussen 10 en 14 jaar. Een beperkt aantal factoren blijkt voorspellend te zijn voor vroeg alcoholgebruik, namelijk het opleidingsniveau van de vader (laag of gemiddeld), etniciteit (autochtoon), geslacht (jongen) en agressief gedrag gerapporteerd door de leerkracht.
Overbeschermende opvoedstijl
Vissers onderzoek toont verder aan dat van verschillende opvoedstijlen een overbeschermende opvoedstijl het sterkst samenhangt met regelmatig alcoholgebruik op 16-17 jarige leeftijd. Hoewel het een zwak verband is, hebben adolescenten met overbeschermende ouders een verhoogd risico om regelmatig alcohol te gaan gebruiken. Een verklaring hiervoor is volgens Visser dat dit leidt tot conflicten door het streven naar autonomie van de adolescent, wat dan weer leidt tot alcoholgebruik. Ook kunnen ouders een bepaalde opvoedstijl laten zien in reactie op bepaald gedrag of bepaalde kenmerken van het kind. Visser pleit er dan ook voor extra aandacht te schenken aan adolescenten die overbeschermende ouders hebben.
Uit het onderzoek van Visser blijkt dat alcoholgebruik door leeftijdsgenoten tijdens de adolescentie het risico op alcoholgebruik en misbruik door jongvolwassenen vergroot. Bovendien bleek een lage mate van zelfcontrole het risico op alcoholmisbruik door jongvolwassenen te vergroten. Volgens Visser dienen alcoholgebruik het bieden van weerstand aan druk van leeftijdsgenoten en het vergroten van zelfcontrole daarom afzonderlijke doelen zijn bij de preventie van alcoholgebruik en misbruik.
Riskant gezondheidsgedrag
Visser deed tevens onderzoek naar het vóórkomen van in totaal acht riskante gezondheidsgedragingen. Het gaat hierbij om niet regelmatige fruit- en groenteconsumptie, niet regelmatig ontbijt, overgewicht of obesitas, lichamelijke inactiviteit, roken, alcohol- en drugsgebruik. Zij meette dit bij jongeren op 12-14 jarige leeftijd en op 16-17 jarige leeftijd. Uit haar onderzoek blijkt dat deze stabiel voorkomen tijdens de adolescentie. Alle riskante gezondheidsgedragingen, uitgezonderd alcohol- en drugsgebruik, blijken voorspellend te zijn voor het tegelijk voorkomen hiervan later tijdens de adolescentie. Tenslotte bleek dat adolescenten met lage zelfcontrole uit gezinnen met een lage sociaal-economische status en met rokende moeders, een verhoogd risico hebben op de ontwikkeling van (meerdere) riskante gezondheidsgedragingen. Volgens Visser zijn zij dan ook een belangrijke doelgroep voor preventie.
Het onderzoek van Visser maakt onderdeel uit van de TRAILS-studie (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey). TRAILS is een grootschalig prospectief cohortonderzoek naar de psychische, sociale en lichamelijke ontwikkeling van kinderen op weg naar volwassenheid. Het TRAILS-onderzoek is gestart in 2001 toen de kinderen 10-12 jaar oud waren.
Curriculum Vitae
Drs L. Visser (Drachten, 1980) studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij deed haar onderzoek aan de afdeling Sociale Geneeskunde van het UMCG De titel van haar proefschrift is: ‘Early detection and prevention of adolescent alcohol use. Parenting and psychosocial factors’. Zij werkt nu als docent en onderzoeker aan de Hanzehogeschool Groningen.
Laatst gewijzigd: | 12 maart 2020 21:49 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.