Stiltecentra: van kapel tot kunstcentrum
Door heel Nederland zijn ‘stilteplekken’ ingericht. Ruimten op openbare plekken als ziekenhuizen, scholen en luchthavens, waar mensen zich even kunnen terugtrekken. Jorien Holsappel-Brons bezocht de afgelopen jaren een groot aantal van deze stiltecentra. Ze bracht menige locatie in kaart en sprak met initiatiefnemers en gebruikers. In de loop van de decennia is het karakter sterk veranderd. Gebruikers bepalen zelf de invulling van de stilteruimte. Holsappel-Brons promoveert 23 september 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De term ‘stiltecentrum' komt uit de jaren zeventig. De eerste stiltecentra werden ingericht door kerken als vorm van ‘presentie’ in de samenleving. In de jaren tachtig verschijnen ze ook in zorginstellingen, die daarmee hun confessionele identiteit vorm willen geven. Het ‘kapelachtige’ karakter van die eerste ruimten is in de loop van de tijd sterk veranderd. Niet alleen de invulling en aankleding van de stiltecentra onderging verschillende transformaties, ook in de manier waarop over de ruimten gesproken wordt en in het gebruik door bezoekers zijn grote verschuivingen te zien.
Kaarsen en gedachteboeken
In de meeste stiltecentra kunnen bezoekers een kaarsje aansteken of in een gedachteboek schrijven. ‘Deze rituelen hebben hun wortels in de christelijke traditie, maar de individuen geven de voorwerpen hun functie en betekenis.’Vaak in een heel andere context. Bovendien komen er steeds meer universele symbolen als vlinders of stenen, en zelf ontworpen rituelen. ‘Het zijn niet meer de traditionele voorwerpen die centraal staan.’ Ook gedachteboeken geven veel inzicht in de manier waarop bezoekers de stilteruimte ervaren en gebruiken. Ze worden niet alleen gebruikt om gebeden in te schrijven, maar ook voor heel andere boodschappen. ‘Mensen schrijven van alles op. Van een kort bedankje tot hele lange verhalen over het leed dat hen is overkomen.’ Het schrijven als vorm van verwerken en loslaten.
Multireligieus
Vaker dan in andere landen wordt in Nederland gekozen voor een multireligieuze ruimte. Sinds de jaren negentig nam de vraag naar islamitische gebedsruimtes in zorg- en onderwijsinstellingen toe. ‘Geestelijk verzorgers zijn hier wat meer doelgroepgericht. Er wordt gedacht vanuit gastvrijheid, zonder dat ze met hand en tand de plek van christelijke symbolen en rituelen willen verdedigen. Een bekend voorbeeld van een multireligieuze stilteruimte is te vinden in het Universiteit Medisch Centrum Utrecht. Er is een hoekje met een kerkklok, kruis en Maria-icoon, maar er is ook een islamitische gebedshoek ingericht. Weer even verder kunnen is een ‘oosterse’ hoek met zowel een Boeddha- als een Shiva-beeld en in een andere hoek vind je een davidsster. De verschillende hoeken liggen rondom een hogere ruimte zonder specifieke religieuze symbolen.
Rol van kunst
Naast deze multireligieuze aanpak, komt de nadruk in stiltecentra steeds meer te liggen op esthetiek en beleving. Holsappel-Brons: ‘De rol van kunst wordt steeds groter. Er ontstaat een nieuw idee van sacraliteit waarbij het niet zozeer gaat om de aanwezigheid van religieuze voorwerpen en symbolen, maar om schoonheid. De rol van kunst is dan ook flink toegenomen. Vooral het multi-interpretabele van abstracte kunst is daarbij belangrijk. Niet alleen is kunst mooi om te zien, het krijgt in een stilteruimte ook een contemplatiefunctie. Er wordt iets opgeroepen bij de beschouwer. Of dit nou als spiritueel wordt ervaren of niet.
Architectuur
Ook binnen de architectuur doet zich een verschuiving voor. Steeds minder vaak worden specifieke rituele functies en religieuze principes gevolgd. In plaats daarvan wil men terug naar de essentie van de architectuur, waarbij sacraliteit ontstaat vanuit een combinatie van lichtval, verhoudingen en materialen. Traditionele ruimtevormen en voorwerpen komen nog wel veel voor, maar in nieuwe combinaties en contexten.
Curriculum vitae
Jorien Holsappel-Brons (Vlissingen, 1983) studeerde Communicatie en informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze promoveert aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van dezelfde universiteit. Haar promotores zijn prof.dr. A.L. Molendijk en prof.dr. P.G.J. Post, copromotor is dr. J.E.A. Kroesen. De titel van haar proefschrift luidt: Ruimte voor Stilte. Stiltecentra in Nederland als speelveld van traditie en vernieuwing. Het proefschrift verschijnt in de serie Netherlands Studies in Ritual and Liturgy, een uitgave van Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed (IVCCE) aan de RUG en het Instituut voor Liturgiewetenschap en Ritual Studies (ILRS) aan de Universiteit van Tilburg. Het is te bestellen via lit.inst rug.nl.
Noot voor de pers
Meer informatie: Jorien Holsappel-Brons, e-mail: j.c.brons rug.nl, telefoonnummer via de afdeling Communicatie, tel. 050-363 4444
Laatst gewijzigd: | 23 augustus 2021 13:50 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
15 oktober 2024
Focus op zingeving en leefstijl in de psychiatrie: Oratie Rogier Hoenders
Focus op zingeving en leefstijl in de psychiatrie met nieuwe leerstoel RUG
-
09 juli 2024
Nieuwe mastertrack vanaf september 2025 in Groningen: Antropologie van Religie en Cultuur
Met trots maakt de Faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij bekend dat het vanaf collegejaar 2025-2026 zal starten met de nieuwe mastertrack Antropologie van Religie en Cultuur. Deze masteropleiding stelt studenten in staat om vitale...