Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Medische Wetenschappen
University Medical Center Groningen

New insights into the surgical treatment of mitral regurgitation

Promotie:dr. W. (Wobbe) Bouma
Wanneer:25 mei 2016
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. M. (Massimo) Mariani
Copromotor:dr. J.C.C. van der Horst
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG

Chirurgische behandeling complexe vormen van mitralisklep-insufficiëntie

Wanneer de hartklep tussen de linkerboezem en de linkerkamer van het hart ernstige lekkage vertoont door degeneratieve afwijkingen, dan geldt reparatie van deze mitralisklep over het algemeen als beter dan klepvervanging door een prothese. Maar hoe zit het met minder vaak voorkomende complexe vormen van mitralisklepinsufficiëntie? Is klepreparatie dan wel mogelijk, en verdient dat dan nog steeds de voorkeur boven klepvervanging? Thoraxchirurg in opleiding Wobbe Bouma deed onderzoek naar de chirurgische behandeling van enkele specifieke, minder vaak voorkomende, complexe vormen van ernstige mitralisklepinssuficiëntie.

Het hart heeft vier hartkleppen, de mitralisklep is daar één van. Wanneer de mitralisklep niet goed sluit, treedt er kleplekkage op. Bloed uit de linkerkamer dat de aorta ingepompt moet worden, wordt dan ook deels de linkerboezem ingepompt, waardoor het hart veel harder moet werken. Uiteindelijk zal dit leiden tot hartfalen. Bouma bestudeerde enkele complexe vormen van acute en chronische lekkage van de mitralisklep. De nadruk ligt in zijn proefschrift op de chirurgische behandeling van mitraliskleplekkage die wordt veroorzaakt door ischemie (een verminderde of onderbroken bloedtoevoer naar het hartspierweefsel). Dit kan leiden tot het helemaal of gedeeltelijk afscheuren van de spieren die helpen bij het sluiten van de mitralisklep (papillairspierruptuur) of tot een chronische vervorming van de linkerkamer waardoor de mitralisklep uitelkaar getrokken wordt (tethering) en gaat lekken (chronische ischemische mitralisklepinsufficiëntie (CIMR)).

Bouma concludeert onder andere dat een reparatie van gedeeltelijke papillairspierrupturen betrouwbaar is met goede langetermijnresultaten. Bij complete papillairspierrupturen is vaak een klepvervanging nodig. Daarbij is het essentieel dat zoveel mogelijk van de oorspronkelijke mitralisklep behouden blijft, omdat dit leidt tot een significant betere langetermijnoverleving. Bouma concludeert verder dat patiënten met ernstige CIMR en ernstige tethering mogelijk beter af zijn met klepvervanging in plaats van klepreparatie (annuloplastiek met een ring). Met geavanceerde preoperatieve 3D echocardiografische analyse kan volgens Bouma, veel beter dan met 2D analyse, bepaald worden hoe hoog het risico is op het mislukken van klepreparatie met een ring bij individuele CIMR-patiënten. Voor de toekomst verwacht hij een toenemende verschuiving naar minimaal invasieve behandeltechnieken. Op basis van 3D beeldvorming zal daarbij steeds beter maatwerk voor individuele patiënten geleverd kunnen worden.

Wobbe Bouma (1984) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen en bij de University of Pennsylvania, Philadelphia, VS. Het onderzoek werd gefinancierd door het National Heart, Lung and Blood Institute, Bethesda (VS); ZonMw; Medtronic, Minneapolis (VS); GUIDE en UMCG. Bouma werkt als thoraxchirurg in opleiding in het UMCG.