Op zoek naar sporen van het “Tesinger Cloester”
Wie Middeleeuws Groningen een beetje kent, weet dat er in de Ommelanden ruim 30 kloosters stonden. Zo ook in het dorp Thesinge, vlakbij Ten Boer. Bekend is dat daar bedrijvige nonnen liturgische meesterwerken afleverden en er een indrukwekkend waterafvoersysteem op nahielden. De situatie in Thesinge is bijzonder, omdat het een van de vier plekken in de provincie Groningen is waar nog een deel van de kloostergebouwen bewaard is gebleven (de verkleinde kloosterkerk). De Historische Commissie Thesinge wil graag van alles weten over het klooster, en de relatie van het klooster met haar omgeving. Archeologie- en geschiedenisstudenten kunnen voor hun scriptie onderzoek doen binnen een wetenschapswinkelproject. Zo leren ze onderzoek te vertalen naar een praktisch advies.
Zijlvesten en getijdeboeken
Op dit moment doen twee geschiedenisstudenten voor hun bachelorscirptie onderzoek naar het Thesinger klooster.
Vrouwelijke verinnerlijking
Elvira Ambrosius doet voor haar bachelorscriptie onderzoek naar laatmiddeleeuwse getijdenboeken uit Groningen. Getijdenboeken zijn kleine, maar dikke boeken, volgeschreven met gebeden en kleine versieringen voor lezers die dichterbij God wilden komen. Het zestiende-eeuwse getijdenboek uit het Benedictijnse vrouwenklooster te Thesinge vormde de aanleiding voor haar onderzoek.
Alhoewel het lijkt alsof de schrijfster, de non Stine Dutmers, in de ik-persoon tegen de lezer spreekt, blijkt ze eigenlijk het getijdenboek van Geert Groote te citeren. Geert Groote is de vader van de Moderne Devotie: een laatmiddeleeuwse ontwikkeling die verinnerlijking van het religieuze leven nastreefde en kritiek gaf op traditionele (vrouwen)kloosters. Elvira Ambrosius onderzoekt of de getijdenboeken uit Selwerd en Thesinge op inhoudelijk gebied afwijken van het getijdenboek van Geert Groote. Voorgaande onderzoekers van deze getijdenboeken richtten zich namelijk vooral op de versieringen, ofwel het uiterlijk, van de getijdenboeken. Elvira ziet de getijdenboeken als een poort naar de innerlijke wereld van de kloosterlingen en onderzoekt in hoeverre de getijdenboeken een ‘eigen’ karakter hebben.
Waterbeheer in Groningen
In de tiende en elfde eeuw na Christus begonnen bewoners van de provincie Groningen met het ontginnen van de aanwezige veenlagen in het gebied. Dit veranderde het landschap aanzienlijk: de bodem daalde, de mondingen van rivieren slibden dicht en de kustlijn kwam hoger te liggen. Voor de Groningers leidde deze grootschalige verandering in het (water)landschap voor een toenemende noodzaak om zich op grotere schaal te organiseren. Eerst in kleine gemeenschappen die samen een kleine sluis onderhielden, dijken bouwden of een kanaal aanlegden, maar in de veertiende eeuw was dat al gauw gegroeid tot grootschalige samenwerkingsverbanden. Inwoners van gebieden ten grootte van een derde van de huidige provincie onderhielden samen grote sluizen bij Delfzijl en Winsum. Hoe organiseerde men deze samenwerking en waarom op die manier? Dat onderzoekt Reinder Klinkhamer in zijn scriptie.
Het klooster Thesinge maakte onderdeel uit van deze grote samenwerkingsverbanden en was door haar grondbezit genoodzaakt zich ook met het waterbeheer bezig te houden. Om de situatie waarin het klooster, alsmede een groot deel van de overige Ommelanden, zich bevond te verduidelijken onderzoekt Reinder de in de vijftiende eeuw vastgelegde regelgeving van twee van deze middeleeuwse Ommelander waterschappen, het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen en het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest. Vervolgens is het doel van zijn scriptie om, door de regelgeving in haar maatschappelijke context te plaatsen, te kunnen verklaren waarom men tot deze vorm van samenwerking kwam.
Eerder onderzoek
Het onderzoek van Reinder en Elvira bouwt voort op eerder onderzoek. Archeologiestudente Margreet Wieske bracht samen met bewoners ze een deel van het kloostercomplex in kaart. Dat deed ze met een weerstandsmeter: een apparaat dat de relatieve weerstand onder de grond meet. Hoe hoger de weerstand, hoe groter de kans dat er iets onder de grond zit. Samen met de bewoners verrichte Margreet zo'n 2500 metingen. De volledige resultaten zijn terug te lezen in haar bachelorscriptie.
Ook onderzoek doen?
De Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie is altijd op zoek naar studenten geschiedenis/archeologie/landschapsgeschiedenis die bij dit project willen aansluiten. Ook met een maatschappelijk relevante vraag aan de slag? Neem dan contact op met Saskia Visser, coördinator van de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie.
Laatst gewijzigd: | 06 augustus 2021 14:56 |