Cultuursensitieve zorg voor Turkse Nederlanders in Veendam
In de Nederlandse fabrieken ontstaan er in de jaren 70 tekorten aan arbeidskrachten, mede door de groeiende welvaart en sociale mobiliteit in het land. Dit tekort wordt opgevuld door gastarbeiders uit Turkije en Marokko. Ze gaan onder andere aan de slag in de Rotteramse haven, de Twentse textielindustrie of in de fabrieken in de gemeente Veendam. Het is dan ook niet gek dat op deze plekken Turkse en Marokkaanse gemeenschappen ontstaan. Een grote groep gastarbeiders blijft uiteindelijk in Nederland, sticht hier hun gezin, en wordt in Nederland oud.
Veel van deze ouderen wilden graag in Turkije oud worden, maar zijn toen ze zorgbehoevend werden terugverhuist naar hun familie in Nederland. Inmiddels zijn de opvattingen over zorg ook binnen de Turkse gemeenschap veranderd. Waar vroeger de familie de zorg voor hun ouders droeg, begint het nu ook binnen deze gemeenschap normaler te worden te kiezen voor verschillende vormen van institutionele zorg. Dit levert echter problemen op. Sommige ouderen spreken de Nederlandse taal niet (meer), en houden sterk vast aan oude culturele en religieuze tradities. Dit zorgt voor allerleisoortige problemen: ouderen die zichzelf niet duidelijk kunnen maken in de Nederlandse taal, ouderen die bang zijn voor islamofobe medebewoners, en ouderen die zichzelf verwaarlozen omdat ze niet de stap naar een zorginstelling durven maken. De Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie onderzocht samen met Stichting Multiculturele Vrouwen Veendam welke behoeften Turkse ouderen hebben rondom cultuurspecifieke zorg. Dat resulteerde in onderstaand rapport.
Het onderzoek
Welke cultuurspecifiekezorgbehoeften zijn er onder Turks-Nederlandse ouderen in Veendam? Of beter gezegd: hoe willen zij graag oud worden? Deze vraag stelden Ilknur Eraslan en Esin Narman van de stichting Multiculturele Vrouwen Veendam aan de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie. Samen met onderzoeker dr. Tilman Lanz en 15 studenten van de opleiding Minorities & Multilingualism bedachten ze een plan waarin 52 ouderen van Turkse komaf werden geïnterviewd over hun zorgbehoeften. De studenten spraken in duo's met de ouderen, soms met behulp van een tolk. Elke student schreef uiteindelijk een individueel rapport waarin de interviewresultaten werden gespiegeld aan de theorie.
Deze individuele verslagen zijn gebundeld in bovenstaande rapportage. Uit de gesprekken met de ouderen komt verrassend genoeg naar voren dat veel ouderen een overgang naar een zorginstelling op zich wel voor zich zien, terwijl eerst gedacht werd dat zij het liefste door familie verzorgd wilden worden. De overgang wordt echter belemmerd door verschillen in taal, cultuur en religie. Veel ouderen ervaren moeite met het spreken van de Nederlandse taal, en zijn bang dat ze zich niet goed genoeg kunnen uitdrukken. Ook zijn ze bang dat er weinig ruimte is voor het praktiseren van het islamitische geloof of voor andere culturele tradities. Het intensief betrekken van de familie of de gemeenschap bij het zorgproces kan volgens deze ouderen daarom ook drempelverlagend werken.
De aanbevelingen
Uiteindelijk formuleerde Tilman Lanz een aantal aanbevelingen die zorgaanbieders en gemeenten kunnen gebruiken voor een cultuursensitief zorgbeleid. Deze komen ook gedeeltelijk terug in bovenstaande infographic. Het intensief betrekken van familie en gemeenschap bij het zorgproces is zo'n aanbeveling, maar er valt ook nog winst te behalen in de interculturele voorlichting onder zorgverleners en bestuurders. Een volledig overzicht is terug te lezen in het rapport of de bijgevoegde samenvatting.
Vervolgonderzoek
Hoe zorgaanbieders zelf omgaan met cultuursensitieve zorg is een van de vervolgvragen die voortvloeien uit het onderzoek. Ook inventariseert de Wetenschapswinkel momenteel hoe cultuursensitieve zorg bij andere steden/regio's geregeld is. Daarover later meer.
Laatst gewijzigd: | 06 augustus 2021 14:56 |