Migrantenvrouwen en hun kansen op werk in Groningen
Groningen is de afgelopen 20 jaar in snel tempo internationaler geworden. Studenten, docenten en onderzoekers van de universiteit en Hanzehogeschool komen van overal naar onze middelgrote provinciestad. En natuurlijk vinden ook vluchtelingen en arbeidsmigranten een nieuw thuis in Stad. Dat betekent een verandering voor alle inwoners, oud en nieuw. Hoe gaat dat precies? Wat zijn de effecten op verschillende groepen? Waar gaat het gemakkelijk, waar doet het pijn? Voor GROwing Global onderzocht student Emilia Waterhouse (European Languages and Cultures) hoe vrouwen die van buiten de EU komen hun plek op de Groninger arbeidsmarkt vinden.
GROwing Global en dit onderzoek
De wetenschapswinkel startte samen met lokale organisaties een onderzoekslijn onder de titel GROwing Global. Het doel is de effecten van de internationalisering van Groningen voor verschillende groepen te onderzoeken. Studenten kiezen daarbij hun eigen thema en doelgroep. Voor Emilia was het duidelijk dat het moest gaan om vrouwen en hun mogelijkheden om zelfstandig een bestaan op te bouwen. Ze wilde weten of het moeilijker is voor migrantenvrouwen (van buiten de EU) om werk op hun eigen niveau te vinden dan voor Nederlandse en Europese vrouwen. En als dat zo is, hoe kun je dat dan verklaren? Om zicht op dit vraagstuk te krijgen interviewde Emilia zowel Groningse werkgevers en mensen die proberen de kansen voor deze vrouwen te vergroten als migrantenvrouwen zelf. Daarbij was de samenwerking met Van Hulley, City Central en de Stichting Empower Yourself onmisbaar. Door de corona beperkingen bleef het onderzoek klein en mogelijk niet helemaal representatief. Toch ontstond er een interessant beeld van hoe de integratie op de Groningse arbeidsmarkt van beide kanten bekeken wordt.
Een vicieuze cirkel van contact maken, Nederlands leren en mee kunnen doen
De belangrijkste resultaten van Emilia’s onderzoek laten zien dat taal- en culturele verschillen de belangrijkste redenen zijn voor deze vrouwen om werk te vinden op hun eigen niveau. Werkgevers geven toe dat deze vrouwen “niet in hun bubble” zitten, het is moeilijk om in contact met hen te komen en wanneer dat wel gebeurt schatten ze in dat de communicatie een te grote uitdaging op zal leveren. Ze nemen dan (onbewust) liever mensen aan die meer op henzelf lijken, een effect dat bekend is uit ander onderzoek. Aan de andere kant vinden de vrouwen het lastig om Nederlands te leren en culturele verschillen te overbruggen als ze niet in contact komen met Nederlanders. Ze verwachten dat werk de sociale contacten en het leren van de taal zullen vergemakkelijken, maar omdat ze de taal onvoldoende beheersen en niet veel Nederlanders kennen lukt het niet om werk te vinden. Het lijkt een klassieke vicieuze cirkel die lastig te doorbreken is. Veel vrouwen komen terecht in instabiele banen onder hun niveau waarin de taal minder van belang is, zoals schoonmaakwerk, maar waarin je ook weinig mogelijkheden hebt om je contacten en taalvaardigheid te vergroten. Emilia pleit daarom tot slot voor meer investeringen in het doorbreken van de sociale bubbles in Groningen. Als nieuwkomers en autochtone stadjers via culturele, sportieve en sociale activiteiten meer met elkaar in contact komen, kunnen taal- en culturele verschillen van beide kanten gemakkelijker overbrugd worden. Zo krijgt iedereen een kans om mee te doen in een veelkleurige stad.
Laatst gewijzigd: | 03 mei 2022 11:47 |