Inzet sociale media voor betere spreiding toeristen
Datum: | 20 augustus 2019 |
Auteur: | Team Industry Relations |
Sociale media dragen bij aan betere spreiding toeristen
Op een zomerse dag kun je in steden als Amsterdam, Parijs of Lissabon over de koppen lopen: het stikt van de toeristen. Deze drukte draagt niet bij aan het vakantieplezier van de toerist. En al helemaal niet aan het woonplezier van de stadsbewoners. Dat kan anders, vindt universitair docent Ines Boavida-Portugal, werkzaam aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. In haar onderzoek zet ze sociale media en computermodellen in om massatoerisme tegen te gaan.
In haar onderzoek bekijkt Boavida-Portugal welke centrale hotspots in een stadscentrum favoriet zijn bij toeristen en welke hotspots buiten het centrum de potentie hebben om meer toeristen te trekken. De data die ze hiervoor nodig heeft, haalt ze van sociale media. ‘Bijvoorbeeld Flickr en Panoramio. Deze sociale-mediaplatforms lijken een beetje op instagram: mensen plaatsen foto’s en delen hun ervaringen middels de bekende ‘hashtags’. Ook de exacte locatie van de toeristen kan worden achterhaald.’ Met al deze data schetst Boavida-Portugal sociale-mediaprofielen van toeristen: wat vinden ze leuk, welke plekken bezoeken ze, hoe lang blijven ze daar, enzovoort. ‘Op basis van de profielen kun je vervolgens onderzoeken hoe je een betere spreiding van toeristen creëert om de drukke delen van een stad te ontzien.’
Testen van strategieën
Toeristen van het centrum naar de buitenwijken lokken heeft impact op de hele stad. Maar wat is die impact dan? Dat bestudeert Boavida-Portugal met een computermodel. Het model bestaat uit een plattegrond van de stad. De sociale-mediaprofielen van de toeristen worden in het computermodel geprogrammeerd: zij verschijnen als poppetjes op de plattegrond. De toeristen die van cultuur houden staan in een museum en de toeristen die lekker willen zonnen zitten op een terras. ‘We kunnen het model bijvoorbeeld de opdracht geven ‘trek toeristen aan naar hotspots buiten het centrum’. Alle toeristen in de digitale versie van de stad beginnen nu op de plattegrond rond te lopen. De cultuursnuiver zal op zoek gaan naar een museum buiten het centrum en de zonaanbidder gaat op het strand liggen. We kunnen zien waar de toeristen heen gaan en welke routes ze nemen. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld kijken wat de invloed is van de verplaatsende toeristen op de infrastructuur en beoordelen of er voldoende hotels zijn in de buitenwijken.’
Samenwerking met Lissabon
In haar onderzoek focust Boavida-Portugal zich op de hoofdstad van Portugal: Lissabon. Ze werkt daarbij nauw samen met de Universiteit van Lissabon en Turismo de Lisboa, het toeristeninformatiekantoor van de gemeente Lissabon. Samen ontwikkelen ze strategieën om toeristen van de gebruikelijke hotspots in het centrum naar plekken buiten het centrum te lokken. ‘Toeristen die musea in het centrum bezoeken, willen misschien ook wel naar een expositie in een minder druk deel van de stad. Door goedkope retourtickets voor het openbaar vervoer aan te bieden of rechtstreekse pendelbussen te laten rijden, wordt zo’n uitstapje een stuk aantrekkelijker. Zo nodig kunnen er zelfs nieuwe hotspots worden gebouwd.’
Problemen vroegtijdig aanpakken
Het onderzoek naar een betere spreiding van toeristen is niet alleen van belang voor Lissabon. Ook andere grote steden zouden er hun voordeel mee kunnen doen. Dan komt het niet zo ver als bijvoorbeeld in de Italiaanse stad Venetië het geval is. ‘Daar is het toerisme zo extreem dat toeristen zelfs worden verbannen uit bepaalde delen van de stad’, geeft Boavida-Portugal aan. ‘Bovendien ontvluchten steeds meer inwoners Venetië. Zonde, want deze mensen maken deel uit van de stadscultuur. Gelukkig zijn de meeste steden nog lang niet zo ver. Met dit onderzoek kunnen we massatoerisme in grote steden in een vroeg stadium aanpakken. In samenwerking met gemeentes zijn er oplossingen te bedenken die prettig zijn voor zowel de lokale bevolking als de toeristen.’