Een * betekent: zie onder...
Caching is nodig om de responstijd lekker kort te houden. Elke pagina in
het webplatform bestaat uit een optelsom van meerdere objecten: de menubalk en
de knoppen daarin, de inhoud van het sectiemenu, de inhoud zelf, de links op
de pagina, etc. Door de meest opgevraagde pagina’s alvast als geheel van
samengepakte *iFS-files klaar te zetten, krijgen de gebruikers snel de
gevraagde informatie op hun beeldschermen.
Content Management Systeem (CMS)
|
|
Voorbeeld van een sectiepagina waarin de bovenkant
al in de nieuwe vormgeving wordt getoond, maar het linker, sectiemenu
nog in het oude. Aan de rechterkant is een zgn. banner zichtbaar.
Midden in ziet u de broodtekst waarin middels een zoekopdracht de
laatste nieuwsberichten worden getoond.
|
Het nieuwe webplatform is database gestuurd. Dit betekent dat alle teksten
en gegevens van de RUG-site worden opgeslagen in een centrale database.
Door te werken met een Content Management System ontstaat op elegante wijze
de combinatie tussen de opslag van een grote verzameling gegevens in deze
database, met naar eigen inzicht de presentatie van die informatie op
RUG-sites, sites van faculteiten en diensten en een grote groep van andere
universitaire sites.
De essentie hierbij is dat de inhoud is losgekoppeld van de vormgeving. In het
CMS kunnen personeel en studenten op een eenvoudige manier informatie invoeren
en beheren zonder dat ze zich druk hoeven te maken over de opmaak.
Als een bezoeker van de site een pagina opvraagt, stelt het Content
Management Systeem op dat moment de opgevraagde informatie in de juiste opmaak
samen. Met het CMS hoeft een wijziging van tekst die op meerdere plekken op
verschillende sites te zien is, maar één keer doorgevoerd te worden
(*sharen).
Het model waarop het webplatform-project is gebaseerd:
Stap 1. De benodigde gegevens zijn in *XML-formaat opgeslagen in een
centrale database. Die database werkt onder Oracle, dat onder andere het
*Internet File System (iFS) kent. Het iFS biedt naast een gebruiksvriendelijke
toegang voor dataopslag vele andere voor het webplatform onmisbare kenmerken:
rechtenstructuur, ondersteuning van meer dan 100 verschillende
bestandsformaten (waaronder video), mogelijkheid voor metadata, etc.
Stap 2. Ophalen uit de database en structureren van de gegevens die
nodig zijn voor de opbouw van informatie, wederom in XML-formaat.
Stap 3. Toepassen van de opmaak, die we onafhankelijk van de inhoud
zelf kunnen kiezen.
Internet File System (iFS)
|
Het web-based systeem waarmee beheerders en redacteuren de menustructuur
kunnen aanpassen, nieuwe files uploaden, files en folders kunnen kopiëren,
*sharen, et cetera.
Het overzetten van de oude site naar het nieuwe systeem. Het is de
bedoeling dat in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk pagina's worden
overgezet, zodat het webplatform in februari 2003 de oude site kan vervangen.
Het migreren gebeurt vaak in eerste instantie 1-op-1; studentassistenten of
medewerkers zetten de oude HTML-documenten over in *XML-objecten. De
site-beheerders en -redacteuren kunnen vervolgens de teksten verder redigeren,
de menustructuur aanpassen, etc.
In het nieuwe webplatform wordt voor elke soort publicatie een apart object
ontwikkeld. Dit is vergelijkbaar met een e-mailprogramma dat verschillende
standaard opmaken heeft voor verschillende soorten mail. Zo is er bijvoorbeeld
een generalArticle-object, een person-object en een nieuws-object.
De *pilots
bepaalden proefondervindelijk de mogelijkheden van een object of stelden
nieuwe objecten voor. Mogelijkheden binnen een object, die niet voor iedereen
van belang zijn, worden optioneel gemaakt. Zo wordt een template voor elke
soort webpublicatie ontwikkeld, waarmee iedereen uit de voeten kan.
Zie ook *XML.
Voordat universiteitsbreed met de *migratie werd begonnen, werd het
webplatform voorbereid en getest door zes piloteenheden. Dit waren:
RECHTEN: facultaire portal
GUIDE: portal voor een onderzoekschool
STAG: site voor studiekiezers die informatie over studeren aan de RUG zoeken
BIBLIOTHEEK: bibliotheeksite met toegang tot alle elektronische bestanden
ECCOO: online telefoonboek (koppeling met andere systemen)
BUREAU: corporate portal (binnenkomst bij www.rug.nl/rc/organisatie/pictogram/archief)
Later schoven ook de Faculteiten PPSW en FWN aan.
De pilots waren en zijn bedoeld om snel nieuwe inzichten op te leveren.
Naast de techniek bestudeerden de pilotdeelnemers ook de menustructuur en de
beschikbare *objecten.
|
Voorbeeld van sectiepagina waarin in het middengedeelte de
zgn. content of broodtekst, een foto en een tabel bevatten.
|
Faculteiten, diensten, maar ook bepaalde grote vakgroepen en andere
belangrijke eenheden krijgen in het webplatform een portal toegekend. Een
portal heeft een eigen menustructuur in de portalbalk (de horizontale balk
bovenin alle pagina's van de portal), en is te herkennen aan een eigen
'huisstijl' (kleuren in de portalbalk, en dezelfde uitgesneden foto op alle
portalpagina's). Ook heeft elke portal een herkenbare URL, bijvoorbeeld: www.rug.nl/bibliotheek.
Alle nieuwe ontwikkelingen zijn te volgen op de (deels openbare)
projectsites.
Duidelijk is dat teksten op het web op een andere wijze worden gelezen dan
teksten op papier. Daarom werden alle RUG-medewerkers die content voor het
nieuwe webplatform gaan aanleveren, uitgenodigd een cursus van twee dagdelen
te volgen. De bedoeling van deze cursus was, de cursisten te scholen in het
indelen en formuleren van teksten opdat ze optimaal te verwerken zijn via het
internet, en daarmee bijvoorbeeld onderdeel kunnen uitmaken van het
webplatform.
De menustructuur onder de *portalbalk bestaat uit folders, die secties
worden genoemd. Elke sectie bestaat weer uit (sub-)folders, *XML-files en soms
nog meer folders. De indeling van een sectie wordt getoond in het sectiemenu,
links op de webpagina.
Informatie hoeft maar op één plek in de centrale database te worden
neergezet. Andere eenheden die de inhoud van een bepaald XML-object zelf ook
willen tonen, kunnen dit object sharen: het object wordt niet
gekopieerd, maar er wordt een (onzichtbare) link gelegd naar het originele
object.
Zo hoeft bijvoorbeeld informatie over RSI-klachten en wat daaraan te doen,
alleen op de site van de Arbodienst te worden geplaatst, en kan elke eenheid
die dit ook op de eigen site wil tonen, deze informatie sharen. Die wordt nu
in de vormgeving van de sharende portal getoond.
De webadressen van het nieuwe platform weerspiegelen de menustructuur van
het *iFS met zijn folders en subfolders.
Alle faculteiten, diensten en andere RUG-eenheden moeten hun website
*migreren naar het nieuwe webplatform. Daarom is voor elke eenheid een
webcontactpersoon aangesteld, die de schakel vormt tussen het projectteam en
de eigen 'achterban', de medewerkers die de nieuwe site moeten invullen.
In samenwerking met de webcontactpersonen vond een voorlichtingsronde
plaats langs de faculteiten en diensten. Tijdens de bijeenkomst werd aandacht
besteed aan de stand van zaken in het webplatform project, aangevuld met een
demonstratie van de beschikbare prototypen.
De basis wordt gevormd door een *Content Management System (CMS). Voor alle
RUG-medewerkers die met het CMS gaan werken is een korte workshop
georganiseerd. De bedoeling van deze laagdrempelige workshop was de cursisten
kennis te laten maken met het CMS en de inline editor *Xopus. En hands-on
ervaring krijgen door veel zelf te doen. Hoe voer je informatie in? Wat is er
allemaal mee mogelijk?
|
Voorbeeld van sectiepagina wordt getoond in de inline
editor Xopus. Bovenin is een werkbalk met knoppen beschikbaar. Onder de
rechtermuisknop zit bij de tabel snelmenu's voor acties op de tabel en haar
onderdelen.
|
eXtended Markup Language, op dit moment dè hippe taal waarin webdocumenten
kunnen worden geschreven. Het Webplatform maakt gebruik van verschillende op
maat gemaakte XML-*objecten, elk met eigen velden die dan weer resulteren in
een speciaal beschreven opmaak.
De inline editor die het mogelijk maakt webpagina’s op
gemakkelijke wijze aan te passen: à la Word ga je op de tekst staan en voer
je de wijzigingen door. Geen down- en upload perikelen.