Anita Verhoeven a.a.h.verhoeven@ub.rug.nl
Succesvol onderwijsproject voor medisch
specialisten
De vakreferenten Geneeskunde van de Centrale Medische Bibliotheek (CMB) en
de Universiteitsbibliotheek (UB) hebben samen een cursus ontwikkeld voor
medisch specialisten van het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG).
Het betreft een cursus ‘Literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch
handelen’ in het kader van Evidence-Based Medicine. De cursus werd gegeven
in mei 2002.
Aanleiding
In het AZG is er veel belangstelling voor evidence-based medicine.
De Centrale Medische Bibliotheek gelokaliseerd in het AZG werd benaderd om een
(voorlopige) cursus te ontwikkelen. De vakreferent Geneeskunde Ingrid Riphagen
zocht hiervoor samenwerking met de vakreferent Geneeskunde van de
Universiteitsbibliotheek. Samen hebben ze een cursus ‘Literatuurzoeken ter
ondersteuning van het klinisch handelen’ voor medisch specialisten
ontwikkeld, bestaande uit twee dagdelen.
De doelstelling van de cursus was om de medisch specialisten te laten
kennismaken met de basisprincipes van evidence-based medicine.
Evidence-based medicine
De evidence-based medicine beweging binnen de Geneeskunde wordt wereldwijd
steeds meer geaccepteerd als de beste manier om Geneeskunde te praktiseren.
Deze kwaliteitsverbetering van het medisch handelen is mogelijk geworden door
twee recente ontwikkelingen: de grote hoeveelheid onderzoeksgegevens die uit
wetenschappelijke studies beschikbaar zijn gekomen, en de moderne informatie-
en communicatietechnologie die artsen zelf de mogelijkheid biedt deze nieuwe
onderzoeksgegevens op te sporen.
Evidence-based medicine houdt in dat artsen hun beslissingen moeten baseren op
bewijs uit onderzoeksstudies gepubliceerd in de literatuur. Dit gaat op een
systematische manier, volgens vier stappen.
Het begint met het stellen van een goed gestructureerde vraag (1), waarmee
vervolgens systematisch in literatuurbronnen wordt gezocht (2). De
geselecteerde artikelen moeten kritisch worden beoordeeld aan de hand van
vastgestelde criteria (3). Daarna vormt de gevonden evidence, samen met de
persoonlijke omstandigheden en waarden van de patiënt, en het oordeel van de
dokter de basis voor een verantwoorde beslissing (4).
Ontwikkelingstraject
De samenwerking werd in januari 2002 gestart met het bijwonen van een al
bestaande avondcursus voor neurologen, gegeven door andere docenten. Deze werd
grondig geëvalueerd door de vakreferenten, zodat duidelijk werd wat wel en
wat niet in de nieuwe cursus zou moeten worden overgenomen. Zo kwamen de
eerste doelstellingen al in zicht.
De twee vakreferenten Geneeskunde formuleerden samen de doelstellingen voor
elk van de vier onderdelen van evidence-based medicine. Op een A4tje werd
behalve de doelstelling ook voor elke onderdeel (of module) beschreven: de
methode en werkvorm, de duur, de benodigdheden, en puntsgewijs de inhoud van
de module.
Daarnaast werd de inhoud van het programma zo volledig mogelijk uitgeschreven:
een tot drie pagina’s per module. Verder kwamen bij elke module
literatuurverwijzingen voor zowel cursisten als voor de docenten. Dit werd
gedaan zodat andere docenten makkelijk deze modules konden overnemen als dat
nodig zou zijn. Voelt een docent zich minder zeker op een bepaald gebied, dan
kan deze zich verder verdiepen in het onderwerp aan de hand van de gegeven
literatuur.
Bij elke module werd een Powerpoint-presentatie gemaakt. Tenslotte werden
opdrachten toegevoegd waarvan een gedeelte tijdens de cursus en een gedeelte
thuis gemaakt moest worden.
In mei 2002 werden de vier modules in twee dagdelen gegeven met een tussenpoos
van twee weken.
Begeleiding
Gedurende de vier maanden van de ontwikkelingsperiode werden de
vakreferenten begeleid door twee leidinggevenden van de Centrale Medische
Bibliotheek en de Universiteitsbibliotheek. Tijdens maandelijkse besprekingen
werden de vorderingen besproken en op elkaar afgestemd.
Om de ontwikkeling van de cursus zo efficiënt mogelijk te laten verlopen werd
professionele ondersteuning gevraagd van het COWOG, het universitair instituut
voor ondersteuning van docenten. Met een medewerker van het COWOG werd zowel
de opzet van de modules doorgesproken als het uiteindelijke volledige
programma. Tijdens het daadwerkelijk geven van de cursus was deze
COWOG-medewerker ook aanwezig, zodat na afloop feedback kon worden gegeven op
de cursus en haar docenten.
Succesfactoren
Een pluspunt van de samenwerking tussen vakreferenten van de
Universiteitsbibliotheek en een faculteitsbibliotheek is dat van beider
kennis, vaardigheden en ervaring gebruik kan worden gemaakt en dat deze elkaar
tevens aanvullen. Op die manier werd zowel gebruik gemaakt van gedegen
onderwijservaring in het zoeken in databases als van medische kennis en
onderwijservaring aan artsen.
Een tweede pluspunt was dat door deze samenwerking de bibliotheek zich naar
buiten toe – in dit geval aan medisch specialisten – liet zien als een
inhoudsdeskundige organisatie, zowel op medisch als op informatiegebied. Deze
deskundigen staan vooraan als het aankomt op ontwikkelingen op het gebied van
literatuurdatabases en het toepassen van deze (medische) kennis voor de arts
en onderzoeker.
Aandachtspunten
Tijdens de ontwikkeling van de cursus was een verschil in inzicht tussen de
vakreferenten over welk onderdeel van evidence-based medicine tot de taak van
de vakreferent behoorde. Door een goede taakverdeling binnen de cursus kon
tegemoet worden gekomen aan beide invalshoeken van de vakreferenten.
Een tweede aandachtspunt was de grote tijdsinvestering die het ontwikkelen van
een nieuwe cursus met zich mee brengt. Uiteindelijk was de tijdsinvestering zo’n
200 uren. Mede omdat de cursus de basis vormt voor het literatuurzoeken ter
ondersteuning van het klinisch handelen en deze in de toekomst een grotere rol
zal gaan spelen in het AZG was de tijdsinvestering de moeite waard.
Evaluatie
De cursus werd op verschillende manieren geëvalueerd. Aan het begin van de
cursus werd een korte vragenlijst van één pagina rondgedeeld waarin naar de
interesses van de cursisten werd gevraagd.
Na de cursus werd een vragenlijst van twee pagina’s rondgedeeld over de
waarde van elk onderdeel, de praktische toepasbaarheid van de cursusonderdelen
in de medische praktijk, de docenten, het uitgedeelde materiaal, de werkvormen
en de huiswerkopdrachten, en een eventuele vervolgcursus.
De COWOG-medewerker gaf na afloop van het tweede dagdeel feedback aan de
vakreferenten over inhoud, organisatie en presentatie van de cursus.
Resultaten evaluatie
De deelnemers van de cursus hadden belangstelling voor alle onderdelen van
de cursus, en waren positief over de waarde en de praktische toepasbaarheid.
In het algemeen vond men dat er te weinig mogelijkheden voor zelfwerkzaamheid
was. Met name het zelf zoeken op de computer, nu anderhalf uur van de zes uur
zou men uitgebreid willen zien. Verrassend vond men de ruime informatie die
beschikbaar was in specifieke evidence-based informatiebronnen, zoals de
Cochrane Library. De COWOG-medewerker gaf persoonlijke feedback aan de twee
vakreferenten.
Vervolg
Op verschillende manieren zal vervolg worden gegeven op de gegeven cursus.
Gedurende de cursus werd door de vakreferent van de CMB de mogelijkheid
geboden om na een afspraak persoonlijke hulp op maat te geven. Hiervan is
inderdaad gebruik gemaakt.
Verder zullen de vakreferenten elkaar bijstaan bij het geven van cursussen
door middel van het geven van ondersteuning bij de voorbereiding van cursus,
het doorspreken van problemen tijdens de cursus en feedback na een cursus.
Wordt er weer een beroep gedaan op de CMB voor het geven van cursussen op het
gebied van het literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen,
dan ligt er in ieder geval een goed voorbereide cursus klaar.
Conclusie
Het samenwerkingsproject voor het ontwikkelen en geven van een cursus
Literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen’ aan medisch
specialisten heeft zowel de beide bibliotheken als de beide vakreferenten
mogelijkheden gegeven om hun deskundigheid op dit gebied intern en extern te
tonen.
Anita Verhoeven is werkzaam als vakreferent Geneeskunde aan de
Universiteitsbibliotheek Groningen
Links
- Een van de vele websites over evidence-based medicine: www.uic.edu/depts/lib/lhsp/resources/medindex.shtml
- en een boek:
Offringa M, Assendelft WJJ, Scholten RJPM. Inleiding in evidence-based
medicine: klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum, 2000.
Zie ook twee voorgaande publicaties in Pictogram: