Rijksuniversiteit Groningen
Rugbalk
Reacties op DEZE pagina Abonneren op email bij wijziging 23 Jan 2003

 

De Kaartenbak

Hans Kuné 
a.j.kune@bureau.rug.nl

De universitaire bestuurders doen hun uiterste best om de medewerkers en studenten van de RUG met zo goed mogelijke voorzieningen van dienst te zijn. Ook op het gebied van ICT wordt er per jaar voor letterlijk miljoenen vertimmerd, in de hoop dat de studenten, onderzoekers en docenten hun mogelijkheden daardoor verruimd zien en in hun studie of in de internationale strijd om de wetenschappelijke erkenning hun mannetje of vrouwtje kunnen blijven staan. De vraag die daarbij rijst, is natuurlijk: helpen al die investeringen ook echt? Hebben de creatieve geesten, waar onze academie het van moet hebben, er baat bij of slaan al die goedbedoelde voorzieningen de plank net mis?

Vandaag vertelt Micha Boon wat hij van onze ICT-infrastructuur vindt en wat hij er zoal mee doet.

Micha Boon is twee jaar lang voorzitter van de VOS-fractie in de Universiteitsraad geweest. In die tijd is hij voor veel RC-medewerkers een bekende verschijning geworden, want zijn bijzondere aandacht is altijd uitgegaan naar de ICT. En als Micha’s bijzondere aandacht ergens naar toe uitgaat, stapt hij erop af. Zo herinner ik me persoonlijk nog, dat hij hevig en doordringend aan de bel trok, op het moment dat de nieuwe studenten e-mail gelanceerd werd.
Dat nieuwe e-mailprogramma was op zich een grote vooruitgang, vond Micha, maar van de user interface deugde nog niets. Die moest snel verbeterd worden. Temidden van de technici wees hij precies de punten aan waar studenten moeite mee zouden hebben. Het gevolg van zijn interventie was, dat er studentenpanels samengesteld zijn met behulp waarvan de interface zo systematisch mogelijk doorgelicht is. Desalniettemin is Micha ook vandaag nog lang niet tevreden over het uiterlijk van de studentenmail. ‘Het is en blijft een houterig programma, als je het vergelijkt met bijvoorbeeld Hotmail. Maar goed, ik snap dat wel. Bij Microsoft gooien ze er ik weet niet hoeveel mensen en geld tegenaan om dat goed te krijgen. Kunnen we natuurlijk ook nooit tegen op.’
Ontevreden over de manier waarop de RUG met ICT-voorzieningen omgaat is hij niet.
‘Ik vind dat de RUG het in vergelijking met andere universiteiten eigenlijk best redelijk doet.’, zegt Micha. ‘Dat komt omdat bij de implementatie altijd studenten betrokken worden. Op andere universiteiten wil dat nog wel eens anders zijn. Dan krijg je van die situaties, dat ergens centraal vastgesteld wordt wat voor speeltjes de gebruikers willen en dan blijkt later dat die net iets anders willen. Hup, is er weer een paar ton voor niks geïnvesteerd. Hier gaat natuurlijk ook wel eens iets mis, maar daar leert iedereen dan van.’


Micha BoonDe opbouw van de ELO-W3 projectgroep is in Micha’s ogen een voorbeeld van die aanpak. Het was wel een weeffoutje dat er in het begin te weinig studenten bij betrokken waren, maar dat is nog goed gekomen. Maar belangrijk is, dat binnen de projectorganisatie de invloed van de faculteiten overheersend is. De faculteiten hebben het in de Stuurgroep voor het zeggen en ook in de werkgroepen zijn de facultaire contactpersonen overheersend. ‘En dat werkt. De mensen uit het veld weten nu eenmaal het best wat er moet gebeuren.’
En als je er nu als student naar kijkt en niet als U-Raadslid dat achter de schermen meedoet? Heb je dan wat aan Nestor en de website?
‘Nou, helaas nog belabberd weinig. Wat Nestor betreft, vind ik het nog altijd jammer dat er voor Blackboard gekozen is als technisch vehikel. Dat is en blijft een Amerikaans systeem en Amerikanen geven op een andere manier onderwijs dan wij gewend zijn. Het voelt dus soms domweg als een harnas aan. Al geef ik toe: met je docent kom je daar dan wel weer uit. Bij filosofie bijvoorbeeld is er een docent die gewoon alle studenten teaching assistant-bevoegdheden gegeven heeft. Dan ben je alweer meer gelijkwaardig. Maar ik denk nu achteraf, dat de RUG het systeem beter gewoon helemaal zelf had kunnen bouwen. Had de RUG best gekund. Er lopen hier zoveel goede ICT-ers rond. ProgRESS is tenslotte ook door de RUG zelf gebouwd. Dat is een systeem waar je nooit iemand over hoort klagen. Het doet precies wat het moet doen. Perfect. Had met de Elektronische Leeromgeving ook gekund.
Wat ik ook jammer vind, is dat al die verschillende systemen nog steeds geen echte eenheid vormen. ProgRESS, de e-mail, Nestor: iedere keer moet je weer inloggen. Ik snap zo langzamerhand goed waarom het zo ingewikkeld is om dat rond te krijgen, maar het is een blijft iets dat je studenten niet uit kunt leggen. En het heeft negatieve effecten. De omgeving is zo gewoon minder tof. Het lijkt een kleinigheidje, maar dat is het niet.’
Het grootste minpunt is voor Micha echter, dat studenten nog steeds niet gratis van huis uit op het RUG-netwerk kunnen inloggen.

‘Dat is iets wat ik eigenlijk niet begrijp. De RUG heeft op dit punt geen beleid ontwikkeld. Twee jaar geleden begonnen we met Nestor. De boodschap: al het onderwijs gaat van die omgeving gebruik maken. Dan moet je er ook over nadenken, hoe je de studenten toegang tot Nestor geeft. Dat kan niet door de hele universiteit vol te stouwen met computers. Dat is veel te duur en dat werkt ook niet echt, als je als student naar de universiteit toe moet om Nestor in te kunnen. Het beleid had dus moeten zijn: alle studenten die zelf een computer hebben, krijgen een betaalbare netwerkverbinding. Klaar. En voor de studenten zonder computer, houd je natuurlijk ook nog een aantal computerzalen. Maar zo’n beleidsstuk is er nooit gekomen en dat vind ik echt kortzichtig.’

Hoe duur is een betaalbare verbinding in jouw ogen?

‘Ik vind dat een kabeltoegang de student vijf euro per maand mag kosten. Je moet kijken naar het budget studiegebonden kosten. Dat gaat bij de meeste faculteiten al op aan boeken. Dus kun je geen 25 euro per maand meer vragen voor zoiets als een computervoorziening. Maar helemaal gratis hoeft ook niet. Vijf euro. Moet kunnen.’

En de Online Publieks Catalogus van de UB, gebruik je die veel als student?

‘Allemachtig, nou, reken maar. Ik denk dat als je een hiërarchie opstelt, dat dan eerst de webmail komt en dan de OPC. Daarna pas Nestor. Het ding werkt ook altijd. Je bestelt een boek, je krijgt een schermpje dat je het over dertig minuten kunt afhalen, en dan ligt het er, ook als je na vijftien minuten al komt. En als je de volgende dag komt, ligt het er ook nog. Alleen vind ik ook hier wel weer van dat het een systeem met een houterig uiterlijk is. Maar de functionaliteit is zo goed, dat je daar overheen stapt. Zoveel als je er ook mee kunt. Boeken zoeken, tijdschrift artikelen bekijken, dagbladen. En al die verschillende manieren van zoeken. Je moet het wel even leren, maar dan is het ook heel handig.’

Waar zouden we over drie jaar moeten zitten, volgens jou?

‘Nou, in de eerste plaats vind ik dat er nu echt een visie op de werkplek moet komen. Dan is die over drie jaar wellicht gerealiseerd. Kun je in je artikel schrijven dat wij er een voorstel voor gaan doen? Kan je opzoeken op vosfractie.nl. Mag wel, hè? Voor de rest denk ik dat de ontwikkelingen nu een tijdje wat minder spectaculair zullen zijn. Omdat het woord nu niet meer zo aan de techniek is, maar aan de didactiek. Die moet uitwerken hoe kennis in de digitale omgeving het best overgedragen kan worden. En dat zal, zo vrees ik, heel erg langzaam gaan.’

Begin pagina


index Pictogram  5