Siemon Reker:
De Perfester mit zien Mac
Frank den Hollander
f.j.den.hollander@ub.rug.nl
Siemon Reker is hoogleraar Groninger taal en cultuur en streektoalfunctionoaris
van de provincie Groningen. In maart hield hij zijn oratie: een verhandeling
over het Gronings tussen het hedendaagse en de oudste grammatica geschreven in
1825 (in het Latijn!) door Jan Sonius Swaagman.
Pictogram zocht het hoofd en bijna enige personeelslid van het Bureau
Groninger Taal en Cultuur op om eens te informeren naar diens gebruik van de
verschillende universitaire ICT-voorzieningen. Reker bleek een dankbaar
gebruiker van het elektronische bibliotheekaanbod, maar verrassender was dat
we hier te maken hebben met een in RUG-kringen zeldzame Mac-gebruiker!
Het werd een lang en geanimeerd gesprek.
//
Ik ben niet helemaal in mijn eentje het Bureau Groninger Taal en Cultuur hoor!
Er zijn meer medewerkers, al zijn ze niet allemaal even zichtbaar. Er is een
parttime secretaresse, drietiende, en Jurjen van der Kooi, van de afdeling
volkskunde, is bezig met een sprookjesboek. Dat wordt een schitterend boek,
een standaardwerk met een verzameling van Groninger sprookjes, met inleidingen
en annotaties.
Inmiddels is er een notitie van de provincie waarin staat dat ze meer willen
met het Bureau, alleen is nog niet duidelijk hoe de relatie met de
universiteit daarin komt te liggen. Ze willen een Huis voor de Cultuur buiten
de universiteit. Dat vind ik logisch en "een beetje dom". Logisch om
te zeggen: we willen zelf iets, maar het is dom om niet een hele duidelijke
link met zoveel knowhow, zoveel mensen, zo'n infrastructuur te leggen.
Ik ben redelijk vroeg begonnen met de computer. In 1985, 1986 schreef Shoji
Yoshikawa, de programmeur bij Letteren, al een hele stapel programma's voor
mij, waardoor gegevens van correspondenten ingevoerd konden worden en
geanalyseerd.. Ik moest dan via een hele ingewikkelde syntax opdrachten geven
en kon dan weglopen van mijn IBMmetje, want dan was hij tien minuten aan het
rekenen. En dan moest ik nog geluk hebben dat niet al te veel mensen op het
netwerk zaten, want anders kon het ook een halve dag duren.
Yoshikawa was een Japanner, dus dat gaf interessante contacten, want zijn
Engels was evenmin perfect als het mijne, en het ging over een onderwerp waar
ik weinig van wist, namelijk computers. Hij woonde in Sebaldeburen. Dat gaf
een speciale band…
Ik had zelf een pc. Bij Regionale Agronomisch Historische Studiën (het
RAHS) was collega Ebeling de eerste, die ging met ponskaarten op het
Rekencentrum dingen doen, en heeft op basis daarvan een retrograde namenlijst
van Drentse familienamen gemaakt (dus gealfabetiseerd van de laatste letter
naar de eerste). Later heb ik twee vergelijkbare lijsten van Groningen en
Friesland gemaakt, waardoor het familienamenbestand uit 1947 voor het hele
Noorden retrograde beschikbaar was en morfologisch interessant benaderbaar.
Ebeling deed dat toen met een typiste en met ponskaarten; ik kon dat een paar
jaar geleden iets makkelijker doen.
Ik was er vrij vroeg bij omdat mijn onderzoek vrij complex was. Ik liet
ongeveer vijfhonderd correspondenten opschrijven wat zij zeiden tegen allerlei
woorden, vervoegingen et cetera, en dat gaf dus heel veel gegevens. Dat is
heel mooi, maar moeilijk te benaderen. Wanneer je bijvoorbeeld wilt weten wat
jongere vrouwen in Oost Groningen zeggen in vergelijking met oude mannen in
het Westerkwartier… als je dat in een kaartenbak hebt, ben je echt een paar
weken bezig met één kwestie.
Maar hier heeft de tijd mij geweldig geholpen. Het omslagpunt voor mij lag
buiten de faculteit, privé, toen ik een Gronings zakwoordenboek maakte, in
1988. Mijn uitgever had er een zogeheten pre-press afdeling bij, en daar
werkten ze vanzelfsprekend met een Apple Macintosh. Toen heb ik ook een Mac
gekocht, een oude Plus. Als je een programma opstartte moest je twintig keer
met schijfjes heen en weer, echt de oude doos. Maar ik vond zo'n Mac wel heel
plezierig; ik kon het ook vergelijken met de IBM die we hier op het werk
hadden. In overleg met die uitgever, Klaas Staal uit Veendam, heb ik toen
Excel gekozen als databaseprogramma. Dat was oorspronkelijk voor de Mac, en
dat vind ik nog steeds een werkelijk fameus programma.
We hadden toen zestienduizendzoveel regels, en ik weet niet hoeveel honderd
kolommen, dus we konden echt geweldig veel. Ik vond het werkelijk fantastisch,
een héérlijk programma! Ik heb het wel eens vergeleken met het op de fiets
rijden door de stad. Als je in een auto door de stad gaat dan zie je
stoplichten en ander verkeer en verder niks. Maar op de fiets kun je
rondkijken!
Ik wist: dat wil ik weten, nou, dan sorteer ik het op die manier.
Tegenwoordig kun je op drie of vier factoren sorteren, dat kon toen nog niet,
dus moest je bedenken: eerst sorteren, dan naar die regels toe waar het
gesorteerde stond, dan weer opnieuw sorteren, gewoon een paar stappen zetten,
een hele ontdekking.
In het verlengde van dat woordenboek heb ik iets met telwoorden gedaan en in
het verlengde daarvan heb ik mijn proefschrift geschreven. Ik kan rustig
zeggen dat mijn dissertatie er in 1989 twee jaar sneller is gekomen dan
wanneer ik geen computer en Excel tot mijn beschikking zou hebben gehad. Het
proefschrift ging over het werkwoordsysteem van het Gronings en hoe het
werkwoord 'hoeven' zich daarin voegde.
Een Mac op de RUG?
Ik had toen inmiddels een Mac op mijn werk; omdat ik een derdegeldstromer
was en ben was daar speciaal subsidie voor en dat kon niet zo gauw
tegengehouden worden! Bij talen met aparte tekensystemen, zoals Slavistiek en
Semitistiek was het trouwens ook wel geaccepteerd, maar verder is er duidelijk
een anti-Mac-beleid. Ik kan me daar best wel iets bij voorstellen hoor, laat
dat duidelijk zijn, ik ben helemaal geen Mac-evangelist, maar ik vind het nog
steeds zó plezierig.
Uiteraard heeft het praktische nadelen. Iedere medewerker krijgt dagelijks
wanneer hij inlogt mededelingen op zijn scherm. Die krijg ik niet op mijn Mac!
Dus alle mogelijke interessante vacatures gaan aan mijn neus voorbij.
Voor de e-mail heb ik Eudora. Pegasus Mail werkte niet, en ik vond Eudora
vanaf het begin heel aangenaam en plezierig om mee te werken. Ik zit gewoon op
het netwerk, maar haal mijn mail dus binnen met Eudora. Netwerkbeheer heeft
ook vanaf het begin gezegd dat ik geen enkele ondersteuning kan verwachten. Ik
wil daar ook helemaal niet over klagen, ben daar ook mee akkoord gegaan. Ook
bij de aanschaf van deze computer, extern gefinancierd, is vanaf het begin
gezegd: als er wat mee is, ga je er zelf maar mee naar de firma waar je hem
gekocht hebt, daar doen we niks aan. Ze hebben natuurlijk wel geholpen met de
aansluiting hoor, ze zijn uiterst vriendelijk, maar verder is het: red je
zelf.
Ik heb hier nu ook een i-Book (een Macintosh laptopcomputer, red.).
Prachtige vormgeving, bescheiden op mij Bureau, ik kan hem dichtklappen en in
mijn eigen rugzakje gewoon meenemen naar huis. Wat wil ik nog meer?
Een probleem
Ik heb dus zelden problemen met mijn Macs, behalve een paar jaar geleden,
toen mijn Performa definitief is vastgelopen. Ik weet dus echt niet waar ik
daarmee naar toe zou kunnen. Er was een firma in de stad en die is inmiddels
al weer vertrokken; er schijnt ergens een firma in Zeeland te zijn die ze
repareert.
Nu maak ik nauwkeurig back-ups, ook als ik thuis werk, ik mail alles heen en
weer. Maar op die Performa had ik allerlei lezingen en bestanden van gegevens
die ik had uitgezocht van correspondenten, dus die zal ik toch echt van die
harde schijf af moeten zien te krijgen. Zo'n firma die de Performa kan
repareren is niet voldoende; ze moeten zelfs ook een harddisk van hetzelfde
type hebben, schijnt het. Mijn secretaresse is wel eens op onderzoek uit
geweest, maar als je erg druk bent heeft dat niet de grootste aandacht. Het
zou nu wel een keer moeten.
De Volkskrant
Er is één interessant bestand waar ik graag op wil wijzen, en dat zijn de
oude jaargangen van De Volkskrant op cd-rom die je via het bibliotheeknetwerk
kunt raadplegen - zij het niet vanaf de Mac. Voor taalkundig onderzoek zijn
die ideaal!
Taalstudie heeft onder andere te maken met feiten. Feiten verzamelen kan heel
lastig zijn. Je kunt je die oude dialectologen en taalkundigen voorstellen,
altijd met een papiertje bij zich, alles opschrijvend, en als je dat dan
vergelijkt met de mogelijkheid om op een cd-rom te zoeken! Ik heb eens een
keer uitgezocht hoe vaak het woord 'doch' voorkomt in vergelijking met 'maar'.
Ik kwam er achter dat doch voornamelijk nog gebruikt werd in combinatie
met twee adjectieven links en rechts. Dus 'een eenvoudige doch voedzame
maaltijd'. Daar kom je niet direct op wanneer je dat moet turven als je het
toevallig eens tegenkomt. Die mogelijkheid om dat zo op te zoeken, dat is
werkelijk fameus!
Wat doet men met Groninger of Groningse? Dat zijn leuke dingen. Die
cd-rom's waren aangeschaft voor historici en studenten journalistiek, die
konden dan makkelijk naar dingen kijken. Ik zou het betreuren als zoiets niet
meer mogelijk was.
Het gaat wel over het Nederlands, maar ik heb daardoor wel geleerd nader te
denken over een dergelijke database voor het Gronings. Ik heb het grote
woordenboek van K. ter Laan nu in mijn computer zitten! Daar kan ik dergelijk
onderzoek in gaan doen. Het gaat bijvoorbeeld om betekenisontwikkeling.
> Ik ben geen Mac-evangelist, maar
ik vind het zó plezierig! <
|
Wat ik zo ook kon ontdekken was de betekenisontwikkeling in een woord als marchanderen.
Iedereen die Frans heeft gehad weet dat het oorspronkelijk de betekenis had van
handelen, op de markt staan, dingen, vooral aan het eind van de markt.
Vervolgens werd het dus: afdingen op de regels, de regels niet zo nauw nemen.
Dat is echt een actuele ontwikkeling, en waar gebeurt dat dan? Vooral in de
sport! Scheidsrechters marchanderen. Als je zoiets in gedrukte kranten gaat
bijhouden, doe je ongelofelijk veel moeite voor iets waarvan de uitkomst ongewis
is, waarvan je niet weet of het wel iets oplevert. En dit is gewoon een kwestie
van een kwartiertje, in de lunchpauze.
Bibliotheekvoorzieningen
Ik vind het heel plezierig dat je dag en nacht, zeven dagen in de week,
titels kunt controleren en opzoeken in de catalogus. Alleen het enorme gemak
dat je je boeken kunt reserveren en ze liggen klaar! Vroeger moest je bij die
vriendelijke meneer Scheepvaart toch een briefje invullen, en zat je toch een
poosje op je boek te wachten.
Ik ben zeer terughoudend in het maken en bijhouden van een eigen website.
Afgezien van de technische hulp van mijn zoon, die Informatica doet, zou ik
heel andere hulp nodig hebben. Dat moet up-to-date gehouden worden, en ik ben
als de dood dat mensen in Nieuw Zeeland dan die website vinden en gaan vragen
wanneer ze cursus Kloosterbuursters voor beginners kunnen krijgen, en
wat dat kost! Zo'n website voor het Bureau zou alleen maar werk opleveren, en
irritatie en stress bij mezelf oproepen. Ik wil dat wel ontzettend graag nog
eens met behulp van de provincie gaan doen, ik denk dat daar enorme kansen
liggen. Een verhaal van Ede Staal op de website, Engelse vertaling erbij,
lijkt me fantastisch!
Maar nu nog niet.
Nieuwsgroepen, dat is soms wel een heel prachtig systeem. In de Commentatio
van Jan Sonius Swaagman, ter gelegenheid van mijn oratie vertaald en
uitgegeven, stond aan het eind een bepaalde Latijnse zin, en ik had echt de
indruk dat het een spreekwoord of een citaat van iets was. Toen heeft iemand
voor mij die zin in een citatenvorsersgroep gepost, en als je dan na een paar
dagen geen reactie hebt, durf je zekerder daar aan voorbij te gaan; hier heb
ik echt niets gemist. En ben ik dan abuis, dan ben ik abuis in commissie.
Ik zit zelf bij één nieuwsgroep, iets met woordenboeken. Dat is wel grappig.
Vorige week viel het iemand in Friesland op dat ze al vroeg in de achttiende
eeuw het woord 'neuken' aantreffen, en hij vraagt dan: is dat niet wat erg
vroeg? En als je dan ziet met welk een enthousiasme taalkundigen daar en
masse op reageren… Dat heeft niks met preutsigheid te maken, maar ik heb
volgens mij wel iets anders te doen. Ik volg het op afstand en ben blij dat ik
die mailtjes vervolgens snel kan weggooien. //
Siemon Rekers meest recente publicaties:
Jan Sonius Swaagman's Commentatio over het Groninger dialect (1827) /
opnieuw uitg. en uit het Latijn vert. ; Siemon Reker (red.) ; m.m.v. J. de Wit
[basisvert.]. Groningen : Bureau Groninger Taal en Cultuur, RUG, 2002
Uitg. n.a.v. de ambtsaanvaarding van S.J.H. Reker als bijzonder hoogleraar in
de Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen 5 maart 2002
ISBN: 90-805857-2-6
Aanvraagnummers: 44B 6692 Magazijn, Zaal Letteren ulet 392S 003
Vrij gelijkvormig, en allen daar door niet onäangenaam / Siemon Reker.
[Groningen] : Bureau Groninger Taal en Cultuur, RUG, 2002
Inaugurele rede Rijksuniversiteit Groningen
ISBN: 90-805857-3-4
Aanvraagnummer: UB BM 49099 Magazijn
Deze en andere publicaties van Siemon Reker zijn aan te vragen via de
Catalogus van de RUG-bibliotheken.
index Pictogram 2