Medewerkers en studenten van de Rijksuniversiteit Groningen kunnen
beschikken over een rijk arsenaal aan ICT-voorzieningen; de universitaire
bestuurders doen er alles aan om het iedereen zo goed mogelijk naar de zin te
maken. In vorige afleveringen vertelden verschillende RUG-medewerkers of al
deze prachtige voorzieningen ook echt optimaal gebruikt worden.
In deze aflevering nemen we een kijkje bij de ‘buren’, de
Hanzehogeschool en laten we een student aan het woord over de
ICT-infrastructuur van deze instelling. Frans Satink studeert Bedrijfskundige
Informatica en vertelt hoe het is gesteld met de ICT-voorzieningen voor
Hanzehogeschool-studenten.
"Net als de universiteit heeft de Hanzehogeschool een aantal
computerzalen met pc’s waar studenten op kunnen inloggen. Er zijn in totaal
zo’n acht zalen met ongeveer dertig pc’s per zaal. Net als op de
universiteit is er een Novell-omgeving en ook een elektronische leeromgeving
met Blackboard 5, hetzelfde pakket dat de RUG ook gebruikt voor Nestor. Wat op
de Hanzehogeschool net zo’n probleem is als op de universiteit, is het
vinden van een computer die vrij is.
Sommige faculteiten van de Hanzehogeschool hebben niet zoveel practicum-pc’s.
Daar loopt via Norrod-computers een notebook-project waarbij studenten een
notebook met een redelijke korting aan kunnen schaffen. Op die faculteiten
zijn een groot aantal inplug-punten waar de laptop kan worden aangesloten op
het netwerk. Daar heb je één practicumzaal met twintig pc’s en de rest van
de studenten heeft een laptop. Vooral op de faculteit Economie vind je bijna
nergens meer een practicum-pc, maar overal inplug-punten.
Buiten practicumuren zit ik niet veel in de computerzalen, soms in een
tussenuurtje. Internet gebruik ik vooral thuis, niet op de faculteit. De regel
daar is dat practicum boven recreatief gebruik gaat. Spelletjes en dergelijke
zijn verboden. Op het moment dat je in een volle computerzaal een pc
recreatief gebruikt, kan iemand anders je verzoeken om plaats te maken. Dus
als je je hotmail aan het lezen bent kan iemand de pc opeisen om een verslag
te typen, dan moet je in principe opstaan. De meeste mensen halen overigens
hun schouders op en typen gewoon verder. Dan wordt hotmail ineens gebruikt om
een opdracht te versturen.
Voor sommige practica zit ik lang in de computerzalen, maar dat is ook een
gevolg van de studie Informatica. Je leert programmeren, dat kan moeilijk
vanuit een boek. Het hangt ook af van het vak. Ik denk dat ik toch wel de
helft van de studieweek in de practicumzaal zit, dat is zo’n tien tot
vijftien uur. Tijdens de practica werk je voornamelijk in projectgroepen van
vier tot zes mensen en dan heb je toch zo’n drie pc’s nodig. De
computerzalen zijn voor die colleges ook gereserveerd, dus als je binnenloopt
ben je zeker van een pc. Thuis werken doe ik alleen als ik voor mezelf bezig
ben of wanneer je in de groep afspreekt wie wat uitwerkt.
Vergeleken met studenten van bijvoorbeeld de faculteit Bouwkunde doe ik
heel andere dingen met de pc. Als ik voor een opdracht moet programmeren, kan
dat gewoon in een van de practicumzalen. Daarvoor zijn wel een aantal speciale
programma’s geïnstalleerd, om te compileren bijvoorbeeld. Maar er is ook
gewoon Word; uiteindelijk moet er toch een verslag komen.
Ik maak steeds meer gebruik van de elektronische leeromgeving. Dat komt ook
doordat steeds meer docenten het gebruiken. Voor stages is bijvoorbeeld een
stagehandleiding beschikbaar via Blackboard, en de weekplanningen van mijn
stagebegeleider gaan ook via Blackboard. Sommige docenten willen Blackboard
niet gebruiken, andere docenten hebben een cursus gevolgd en gebruiken het
voor uitwerkingen van opgaven en sheets. Maar ook bij Bedrijfskundige
Informatica zijn nog steeds docenten die je niet hoort over internet of
Blackboard.
Thuis heb ik een permanente internet-verbinding via ADSL van KPN. Ik heb
eerst op een Flits-flat in Selwerd gewoond, waar je via de universiteit een
hele snelle internet-verbinding hebt voor een tientje per maand. Later ben ik
met een aantal flatgenoten verhuisd naar een studentenhuis en daar hebben we
gekozen voor een permanente verbinding via ASDL. Het is niet goedkoop, maar we
hadden ook geen zin om telefoontikken te betalen.
Ik heb thuis een snelle pc. Omdat ik bij Norrod werk, zit ik dicht bij het
vuur. ‘Gevaar’ is dat je dan ook steeds meer wilt en je moet het geld er
wel voor hebben. Als ik thuis werk is het meestal om verslagen te typen, voor
andere dingen heb ik programmeersoftware nodig. Dus op het moment dat ik thuis
zit gebruik ik Word, misschien een keer Excel. De rest is ontspanning,
spelletjes, internetten, spelletjes via internet. Schietspellen waarbij je met
een aantal mensen op een centrale server inlogt en dan elkaar overhoop schiet.
Leuk om af te reageren als je thuiskomt. Ik ben nu bezig met het spel ‘Return
to Castle Wolvenstein’, dat speelt in de Tweede Wereldoorlog. Je moet een
aantal missies volbrengen en op het moment dat je het spel hebt beëindigd,
kun je een niveau omhoog. Ik ben nu voor de tweede keer begonnen, het laagste
niveau heb ik gehad.
Als ik de hele dag hoorcollege heb, kan ik soms de hele avond nog wel
achter de pc zitten. Op dit moment loop ik stage dus zit ik de hele dag al
achter de pc. Als ik thuis kom lees ik m’n mail en dat is het dan wel. Als
je acht uur per dag tegen zo’n monitor aan moet staren, dan heb je het ook
wel gehad op een gegeven moment."