Professie en professionaliteit in de hoger onderwijs-bibliotheken

Marjolein Nieboer  m.nieboer@ub.rug.nl 

Momenteel zijn er wezenlijke veranderingen gaande in de bibliotheken van het hoger onderwijs. Veranderingen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de continuering van de bedrijfsvoering.
UB-onderbibliothecaris Marjolein Nieboer gaat in op de vraag wat er gaande is binnen het bibliothecaire beroepsveld en in hoeverre bibliotheken (bij-)sturen om adequaat op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Worden de veranderingen beschouwd als bedreigingen, of juist als kansen en uitdagingen?

Verandering van taken

Marjolein Nieboer is onderbibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek Groningen. Vanuit die functie is zij verder ondermeer voorzitter van de Adviescommissie Opleidingsaangelegenheden van de NVB en lid van de Fobid-commissie Opleidingen

Er is een verschuiving gaande van traditionele bibliotheektaken naar nieuwe werkzaamheden en tools, mede onder invloed van ICT-ontwikkelingen.

  • Bibliotheken bieden nieuwe producten en diensten aan en sluiten hier licenties voor af, zoals bijvoorbeeld Elsevier Science;
  • Er is sprake van een ontwikkeling naar een virtuele (of digitale) bibliotheek, waardoor de bibliothecaris zich nieuwe taken eigen moet maken zoals bijvoorbeeld het beheren van een website;
  • Bibliotheken bouwen hun eigen databanken, voor bijvoorbeeld management-informatie;
  • Information literacy zorgt voor meer direct aan het onderwijs gerelateerde taken voor de bibliothecaris, die zich pro-actief dient op te stellen naar docenten en meer begeleidend naar studenten.

Innovatie

De verschuiving naar nieuwe ICT-taken valt aan te treffen in de hedendaagse functiebenamingen binnen (vooral bedrijfs-)bibliotheken, zoals information brooker en information steward. Nieuwerwetse benamingen alleen staan echter niet voor daadwerkelijk grootschalige veranderingen.

Duidelijk is wel dat de innovatie van het beroep en van de dienstverlening zich in een hoog tempo aanbieden, waardoor bibliotheken zich onder druk voelen staan. Hier zal op de juiste wijze mee omgegaan dienen te worden, grotendeels met gebruikmaking van het huidige personeel, dat geënthousiasmeerd en gestimuleerd moet worden om de innovatie niet enkel het hoofd te kunnen bieden, maar er een initiërende rol in te vervullen.

Vervangingsvraag

De arbeidsmarkt in het bibliotheekveld staat onder druk. Er zijn in toenemende mate problemen om het personeelsbestand op een kwalitatief en kwantitatief toereikend niveau te houden. In een arbeidsmarktonderzoek van IVA-Tilburg (1) is becijferd dat de komende vijf jaar een aanzienlijk deel van het totale bibliotheekpersoneel vervangen moet worden. Dit komt mede door de grote mate van vergrijzing in het beroep. Jaarlijks zijn er landelijk 1500 bibliothecarissen nodig, waarvan 500 op vmbo-, 500 op mbo- en 500 op hbo-niveau opgeleid.

De nauwe aansluiting die jarenlang gold voor beroepsopleidingen en bibliotheekpraktijk neemt bovendien verder af. De vroegere beroepsopleiding BDA/BDI zorgde immers voor nieuwe instroom van jonge professionals.

Sinds vijf jaar is de BDI veranderd in IDM (InformatieDienstverlening en –Management) en vinden de afgestudeerden banen in het bedrijfsleven als information mediator, knowledge manager, contentmanager, databank-coördinator, webdesigner, etc.
De hoger onderwijs-bibliotheken zijn niet meer in trek. Momenteel zijn de knelpunten het grootst voor managementfuncties en hbo-opgeleide bibliothecarissen. Door deze vergrijzing en ontgroening bestaat het gevaar dat de bibliotheken de komende jaren onvoldoende in staat zijn de kwaliteit van hun dienstverlening te continueren en te garanderen.

Differentiatie

Met name binnen de grotere bibliotheken is er een verdergaande specialisatie gaande. Inhoud, aard en niveau van functies veranderen mede door de sterker aan het onderwijs gerelateerde taken en door nieuwe ICT-tools. Dit geeft de mogelijkheid om waar mogelijk mbo-functies te creëren zodat hbo-opgeleiden meer op niveau benut kunnen worden.

Deze vorm van functie-innovatie is reeds jarenlang gaande binnen de OB-wereld en doet ook opgang binnen de bibliotheken in het hoger onderwijs. Medewerkers die bereid en in staat zijn om de vernieuwingen vorm te geven, kunnen op deze wijze worden ingezet en hun loopbaanperspectief zal hierdoor verbeteren. Overkwalificatie en onderbenutting – veelal historisch gegroeid – neemt hierdoor af.

Samenwerking hoger onderwijs

De samenwerking tussen hogescholen en universiteiten intensiveert. Hier zijn legio voorbeelden van in den lande: Rotterdam (HES en EUR), Amsterdam (HvA en UvA) en een meer recent voorbeeld: CHW Zwolle en de Vrije Universiteit Amsterdam.

Vanuit het Ministerie wordt nauwe samenwerking gestimuleerd. Een hogeschool en universiteit kunnen sinds enige tijd bestuurlijk fuseren (dit is in voorbereiding in Amsterdam) en de Bachelor-Master-ontwikkelingen versterken de samenwerkingsmogelijkheden.

Dit zal een verstrengeling gaan geven van taken en functies binnen mediatheken (hogeschool) en bibliotheken (universiteit). Deze verandering kan bedreigend zijn en tevens kansen bieden.
Een voorbeeld is de mogelijke opwaardering en differentiatie van functies binnen de hogeschoolmediatheek, aangezien mediathecarissen wetenschappelijke staf van informatie gaan voorzien.

Ook door vergroting van de internationale samenwerking wordt meer van de bibliothecaris gevraagd. Dit veroorzaakt op dezelfde wijze als bij de afstemming hbo-wo veranderingen, oftewel kansen en bedreigingen. Zo zorgt internationale samenwerking voor verruiming van het blikveld en het opdoen en toepassen van nieuwe ideeën. Daarnaast zullen hogeschool en universiteit elkaar meer en meer gaan beconcurreren in het werven van buitenlandse studenten.

Gezamenlijk onderzoek

De in dit artikel beschreven ontwikkelingen en knelpunten zijn op een drietal niveau’s aan te pakken: landelijk, regionaal en lokaal.
Op het landelijke niveau wordt er samengewerkt aan onderzoek binnen het gehele bibliotheekwerk. In het IVA-rapport Succes boeken zijn de samenwerkende bibliotheekorganisaties gezamenlijk gekomen tot aanbevelingen om de geconstateerde knelpunten op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden.
Dit lijkt de juiste weg: samen onderzoek laten uitvoeren - de problematiek komt immers sterk overeen, al zijn er ook verschillen - en samen tot oplossingen komen.

 

Een ander voorbeeld van goede landelijke samenwerking is de ad hoc-commissie Opleidingen die in december 2000 door Fobid is geďnstalleerd. Deze commissie heeft de huidige problematiek met betrekking tot de arbeidsmarkt en de opleidingen in het bibliotheekveld aangegeven en een businessplan opgesteld met voorstellen voor een gezamenlijk actieprogramma.
Het conceptrapport, getiteld Investeren in professionals is begin juni afgerond en toegestuurd aan het Fobid-bestuur. Er zijn negen deelprojecten geformuleerd voor de komende vier jaar met een totaal budget van ruim vier miljoen gulden.

Functieonderzoek en scholing

In het conceptrapport gaat veel aandacht uit naar het opstellen van functie- en beroepsprofielen en een vergelijkend onderzoek op het gebied van functiebeschrijving en -waardering van de bibliotheeksector. Het dit jaar door VSNU gestarte landelijke project Functieordening biedt hier interessante aanknopingspunten voor.

Tevens wordt in het rapport aanbevolen dat speciale scholingsprogramma’s worden opgezet voor instroom- en doorstroomprojecten met herintreders en/of zij-instromers, bijscholing plaats dient te vinden in relatie tot vernieuwing van het werk en loopbaanontwikkeling en magement development-programma’s ontwikkeld dienen te worden.

Het rapport wijst op het belang om een landelijk expertisecentrum c.q. een landelijke pool van Human Resource Management-experts in te stellen voor ondersteuning van bibliotheken bij organisatie-ontwikkeling en functie-innovatie. Ook stelt de commissie voor een virtueel loopbaancentrum in te richten, waar werkgevers en werknemers op een website terechtkunnen voor vacaturemeldingen, cursussen, etc.

Versterking van de concurrentiepositie

In samenwerking met opleidingen (ook de IDM’s) dienen regelingen getroffen te worden voor betaalde stages en gastdocentschappen. Daarnaast dient voorlichtingsmateriaal ontwikkeld te worden en dienen voorlichtingscampagnes gehouden te worden ten behoeve van beroepsuitoefening in bibliotheken. Dit zal een positieve bijdrage leveren aan imagoverbetering.

Bij potentiële en huidige studenten van de hogere beroepsopleidingen is over het algemeen weinig belangstelling voor een loopbaan in een openbare of hoger onderwijs-bibliotheek. Cultuur en dynamiek, salariëring en secundaire arbeidsvoorwaarden en carričremogelijkheden in het bedrijfsleven spreken meer tot de verbeelding. Dit negatieve imago wordt bij schoolverlaters nog versterkt door datgene wat zichtbaar voor ze is: bibliothecarissen lenen immers boeken uit.

Instroom vanuit het mbo

Er is verbetering van de afstemming tussen beroepspraktijk en -opleidingen nodig om de instroom van studenten te kunnen intensiveren. IDM-afgestudeerden zijn momenteel niet goed in staat een deel van het meer traditionele bibliotheekwerk uit te voeren. Mede om deze reden is er door Post Scholaire Opleidingen (PSO) en Ecabo de afgelopen jaren een volwaardige beroepsopleiding op mbo-niveau ontwikkeld voor het openbare bibliotheekveld: de opleiding Assistant-Bibliothecaris Openbare Bibiliotheek (AB-OB).
De capaciteit van deze opleiding was aanvankelijk beperkt. In samenwerking met de regionale opleidingscentra (ROC’s) zijn recentelijk nog drie AB-OB-opleidingen als paddestoelen uit de grond geschoten (in Rotterdam, Utrecht en Groningen). Een bezwaar voor de bibliotheken in het hoger onderwijs is dat deze opleiding alleen gericht is op het openbare bibliotheekveld. Verbreding bleek wenselijk.

In nauwe samenwerking tussen Ecabo, beroepsopleidingen, werkgevers en werknemers binnen het gehele bibliotheekveld zijn het afgelopen jaar de voorbereidingen getroffen voor de verbreding van de AB-OB-opleiding tot het gehele werkveld. Dit heeft geresulteerd in de mbo-kwalificatie Medewerker InformatieDienstVerlening bibliotheek (IDV).

Het Ministerie van O&W beslist op korte termijn of de aanvraag voor deze opleiding gehonoreerd wordt. Indien dit gebeurt - en daar lijkt het op - zal de opleiding per september 2002 starten bij een aantal ROC’s, waaronder het Groningse Noorderpoortcollege. Het betreft een mbo-opleiding van anderhalf jaar, met een jaar theorie en een half jaar stage.

De verwachtingen binnen het beroepsveld zijn hooggespannen, maar deze opleiding alleen is onvoldoende om de mbo-instroom de komende jaren volledig te garanderen.

Gilde-hbo

Een vijftal hogescholen, waaronder de Hanzehogeschool Groningen is gestart met het project Gilde-HBO. Ook de opleiding IDM participeert hierin.
Bij het Gilde-hbo volgt een werknemer een duale leerroute en wordt hij of zij aangesteld bij en begeleid door een bibliotheek. Deze medewerker is gedurende vier jaar drie dagen per week werkzaam in de bibliotheekorganisatie en studeert twee dagen per week. De werknemer start op mbo-niveau en kan vervolgens nieuwe taken gaan uitvoeren en binnen de organisatie doorgroeien naar een hbo-functie.
De HanzeMediatheek Groningen heeft per september 2001 een Gilde-werknemer in dienst. De eerste berichten zijn zeer positief.

Mobiliteit

De interne mobiliteit binnen het bibliotheekwerk is laag vergeleken met andere sectoren. Doorstroom van mbo naar hbo komt erg weinig voor. De ervaringen die de universiteitsbibliotheek Groningen hiermee heeft opgedaan zijn positief.
Zo vergt interne mobiliteit wel de nodige flexibiliteit van een organisatie, maar deze vorm van intern arbeidsmarktbeleid kan een positieve rol spelen bij het opvullen van vacatures.

Een ander gunstig effect van meer mobiliteit is het verminderen van de uitstroom, die vrij groot is binnen de bibliotheken. Momenteel stroomt een niet onaanzienlijk aantal bibliotheektechnisch opgeleide medewerkers uit naar andere sectoren van de economie, waar ze vaak betere arbeidsvoorwaarden hebben.

Groninger samenwerking

Binnen de Universiteitsbibliotheek Groningen zetten we in op:

  • invallerspools (ten behoeve van de studiezalen),
  • allround-medewerkers (met twee functies die niet precies verdeeld zijn, dus de medewerkers zijn flexibel in te zetten),
  • stages binnen en tussen afdelingen,
  • tijdelijke inzet (detacheringen) bij facultaire bibliotheken van Hanzehogeschool en universiteit.

Daarnaast vindt er in Groningen overleg en samenwerking plaats tussen de RUG-bibliotheken (UB en faculteiten), HanzeMediatheek en Biblionet (de gefuseerde Openbare Bibliotheek en Provinciale Bibliotheek Centrale in Groningen). Gehanteerde samenwerkingsvormen die succesvol gebleken zijn: stages, tijdelijke detacheringen en uitwisselingen.

Flexwerkers

De UB heeft sinds juli 2001 een drietal nieuwe medewerkers in dienst die flexibel worden ingezet bij de facultaire bibliotheken van de RUG. Dit komt tegemoet aan de toenemende vraag vanuit facultaire bibliotheken naar invallers bij uitval van vaste krachten door ziekte, zwangerschap en verlof. Uit deze pool van flexwerkers worden tijdelijke en vaste vacatures vervuld.
Zo hebben twee flexwerkers recent een aanstelling van respectievelijk één en anderhalf jaar gekregen bij een facultaire bibliotheek. Vervolgens zijn om die reden weer nieuwe flexwerkers aangesteld.

Maar ook de inzet van flexwerkers zal de komende periode slechts in beperkte mate tegemoet kunnen komen aan de toenemende personele krapte.

Krachten bundelen

Bibliothecarissen dienen bij- en nascholing te volgen om ICT-vaardig te blijven. Via interne deskundigheidsbevordering zal de bibliothecaris ingevoerd worden en blijven binnen de onderwijszaken van de hogeschool of universiteit.

De in dit artikel aangereikte oplossingen voor de arbeidsmarkt en het opleidingsveld zijn elk afzonderlijk echter niet toereikend. Er dient krachtig ingezet te worden op verschillende fronten om de geschetste problemen het hoofd te kunnen bieden. Het is van essentieel belang om dit gezamenlijk te doen. Samen kunnen de krachten gebundeld worden en staan we sterker.
Een samenwerkende groep bibliothecarissen van de Hanzehogeschool, RUG en Biblionet heeft om die reden het plan opgevat om in 2002 een themabijeenkomst te organiseren om aandacht te vragen voor deze problematiek en samen tot oplossingen te komen.

(1) Succes boeken: prognose voor de personeelsbehoefte in de bibliotheek- en informatie sector, Tilburg, IVA, 2000

 

 

Verklarende woordenlijst:

NVB

Nederlandse vereniging van Bibliothecarissen

Fobid

Federatie van Organisaties in het Bibliotheek-, Informatie- en Dokumentatiewezen

VSNU

Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten

Ecabo

De organisatie die de samenwerking tussen het bedrijfsleven en het middelbaar
beroepsonderwijs (mbo) bevordert

  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  

    Begin pagina


    index Pictogram 5