Icy Tea
www.bedgeheimen.nl
Frank den Hollander
Al jaren komt onze jongste zoon elke ochtend even bij ons in bed liggen. Zijn broer en zus slapen dan nog, maar hij wordt net als wij wakker van onze wekkerradio, waarna hij, een beetje wiebelig nog van de slaap, onze slaapkamer komt binnengedreuteld. We zetten de wekker altijd ruim op tijd, om rustig wakker te kunnen worden voordat we echt op moeten staan. En al sinds jaar en dag staat de wekkerradio op Radio 1, zodat we nog mooi een half uurtje nieuws en actualiteiten kunnen meepikken. En reclame. Vooral veel reclame.
Zelfs als mama al is opgestaan om de andere kids te wekken en de hele opstaan-wassen-aankleden-ontbijten-tandenpoetsen-en-naarschoolgaan-machinerie in gang te zetten, blijven vader en zoon nog wel eens even een paar minuten liggen. Dat is gezellig, en we kunnen dan nog even samen het wereldnieuws doornemen. Want na al die jaren is mijn zoon een aandachtig radioluisteraar geworden.
‘Pap, waarom schieten de mensen van Israël de Palestijnen dood?’ ‘Waarom staan er 's ochtends altijd zoveel files, pap?’ Soms brom ik maar wat, maar op ochtenden dat ik zowaar al redelijk wakker ben probeer ik ook wel eens écht antwoorden te geven op de onbeantwoordbare vragen die het radionieuws nu eenmaal opwerpt.
‘Wat is dat, pap, een melkquotum?’ Vaak ouwehoeren we ook gewoon nog zomaar even wat, samen in dat grote bed. Hij hoort iets over een reuzenschildpad, vraagt daar wat over, en dan zeg ik: ‘Een schildpad, dat is toch zo'n eng geel beest, met zwarte strepen, dat door de jungle kruipt?’ ‘Nee man! Dat is een tijger!’ ‘Nee joh, een tijger, dat is zo'n lief pluizig beestje met tandjes en lange oren, dat hupt door het weiland ...’
‘Neee pap! Dat is een konijn!’ Enzovoort. Er zijn ochtenden bij dat het mannetje naast me in bed kruipt, en meteen vraagt: ‘Pap, zullen we weer spelen dat jij niet weet hoe de dieren eruit zien?’
Andere ochtenden playbacken we zelf het nieuws. Dat gaat zo: als de nieuwslezer begint te praten, ga je meebewegen met je mond, en dan blijkt vaak dat je al snel zoveel kunt voorspellen van een bericht, dat het je aardig lukt halverwege een zin de rest redelijk synchroon mee te mimen.
Maar het allerbest op dreef is mijn zoon tijdens de reclames. Een paar jaar geleden gingen alle reclames nog over auto's. Mensen die 's ochtends tussen zeven en acht Radio 1 aan hebben, zitten nu eenmaal vaak in de auto. Dus hoorden we achtereenvolgens het bandencentrum, automerk 1, de garage, automerk 2, de voorruitreparateur en automerk 5 voorbij komen - meestal perfect geplaybackt door mijn zoon.
Maar nu zijn auto's niet meer business nummer één, als je op de reclame af moet gaan. Nu mag je alleen nog maar reclame op de radio maken als je spotje eindigt op PUNT NL.
‘Zoekt u een nieuwe baan? Www.jobnews.nl.’ ‘Ga naar het postkantoor, of kijk op www.wijzorgenervoor.nl!’ Bent u éénvijfenzeventig lang, en weegt u vijfennegentig kilo? Dan kan er sprake zijn van overgewicht.
Wij zorgen ervoor punt nl? Overgewicht punt nl? Welke domeinnaam zou er nu nog níet geclaimd zijn?! Mijn zoon pijnigt zijn amper zeven jaar jonge hersentjes niet met dit soort vragen. Hij weet niet beter of op de radio moet elke zin eindigen met punt nl. Hij groeit op in een absurde internetwereld, waarin je niet meer gaat joggen als je te dik bent, maar even snel op Internet kijkt. Laatst zat zoonlief te poepen, en na amper een minuut riep hij al: ‘Klaar!’
‘Zo, dat is snel!’ zei ik, terwijl ik een wc-papiertje afrolde. Hij keek me aan met grote pretogen, en zei: ‘Dat is snel, punt nl!’
index Pictogram 6