"De RUG-website moet er zijn voor de gebruiker"
Wim Janssen (51) werd geboren in Deventer, studeerde scheikunde in Nijmegen en is nu directeur van de Dienst Interne en Externe Betrekkingen van de RUG en woordvoerder van de universiteit. Een gesprek over studeren, de nieuwe website van de universiteit, en zijn grote liefde Turkije.
`Toen ik hier op 1 november 1978 begon was dat als hoofd van de afdeling Interne en Externe Betrekkingen. Dat ik hier nog steeds zit, komt omdat het hier hartstikke leuk is. De universiteit is een prachtig bedrijf. En indertijd werkten er vier mensen op mijn afdeling, en nu is het een dienst met zo'n twintig medewerkers. Wat ik zelf doe is heel anders dan twintig jaar geleden, en ik neem en krijg de ruimte om naast mijn werk nog allerlei interessante dingen te doen.
Toen ik nog knap, jong en briljant was (dat is vijfendertig jaar geleden!) had ik op mijn zolderkamertje een eigen laboratoriumpje, waar ik chemische proefjes deed. Ik gaf een eigen blad uit, dat heette CONVEX: COntactblad Voor EXperimentatoren. Op een gegeven moment dacht ik: als ik nu meedoe aan de VARA-televisiewedstrijd De Jonge Onderzoekers, gepresenteerd door Sonja Barend en Aad Kosto, en daar nu de hoofdprijs win, heb ik voldoende geld om mijn blaadje voort te zetten. Ik heb meegedaan met een biologisch onderwerp, en ik won de hoofdprijs.
Inmiddels was ik scheikunde gaan studeren, en door die contacten met de VARA kreeg ik een baan bij de Stichting de Jonge Onderzoekers in oprichting, als wetenschappelijk secretaris. Toen ik na elf jaar afstudeerde, had ik daarvan negen jaar fulltime ernaast gewerkt, uiteindelijk als directeur van de Stichting de Jonge Onderzoekers.
Naast mijn hoofdvak scheikunde heb ik ook een bijvak massacommunicatie en een bijvak didaktiek gedaan, maar daar heb ik weinig van geleerd. Ik wil niemand kwetsen, maar als je eerst scheikunde hebt gedaan en daarna een sociologisch vak kiest, dan is de manier waarop je met dingen omgaat zo anders...
Eigenlijk doe ik iedere dag nog wel iets met mijn studie scheikunde. Ik heb er erg goed, analytisch leren nadenken. Je moet het praktisch zien: ik heb niet met het vak iets gedaan, maar meer met de intellectuele gaven die me zijn aangereikt.'
Bent u een fanatiek PC-gebruiker?
'Je zou geen kwartier meer zonder computer kunnen. 's Morgens als ik aankom, bekijk ik eerst mijn e-mails, zoals iedereen dat behoort te doen. Dat zijn er een behoorlijk aantal. We gebruiken e-mail binnen de dienst ook eigenlijk als hèt communicatiemiddel. Ik vind het een grandioze vondst.
Verder zet ik naast Pegasus-mail 's ochtends altijd meteen Word en Internet aan. Ik kijk vaak op de pagina's van andere universiteiten, ministeries, de persmedia, het ANP bijvoorbeeld, dat soort zaken, en tenslotte vaak op Classic Avenue, een site over oldtimers. Ik heb zelf zo'n auto, die staat daarop te koop aangeboden: een Mercedes 450 SL cabriolet van 22 jaar oud. In topconditie. Rijdt 1 op 5, als je zuinig doet, maar heeft een 90 liter benzinetank.'
Zitten in de toekomst alle studenten en medewerkers van de RUG thuis achter hun eigen PC?
'Sommige mensen denken nog verder: dat er maar één PC is. Je hebt thuis een laptop, je loopt ermee naar het werk, je loopt ermee naar je vakantiehuisje. Ik vind daar wel iets in zitten. Voor veel functies is het van belang dat je het contact met de alma mater onderhoudt. Voordeel is ook dat je een wat flexibeler kantooromgeving kunt krijgen, je kunt zitten waar je wilt en je werk doen, zelfs thuis.
Je moet niet studenten gaan lokken door ze allemaal een gratis laptop te geven. Een studiekeuze is zo belangrijk, dat kun je maar één keer doen. Je bouwt zo'n schuld op, je hebt zo weinig tijd voor die studie, je moet mensen goed laten kiezen aan de hand van de inhoud.
ICT in het onderwijs is wel heel erg van belang, maar dat is een ander verhaal. ICT is voor alle universiteiten een belangrijk beleidspunt, maar ik denk niet dat je daar onderscheidend mee kunt zijn. Je kunt het niet als profileringselement gebruiken. Wel moet je een activerende leeromgeving bieden, en mogelijkheden voor zelfontplooiing. Maar dat houdt veel meer in dan ICT-voorzieningen. Mensen worden uitgedaagd zelfstandig met onderwijs bezig te zijn, om zelf kennis te vergaren en niet achterover te gaan zitten in een collegebank. De student zelf op zoek, en de docent als coach.
Ik vind wel dat de RUG voor haar eigen studenten wat terughoudend is in het aanbieden van thuisvoorzieningen. Je moet heel zuinig op je studenten zijn; we investeren de laatste tijd steeds meer geld in alumni, maar we moeten ook meer geld investeren in de studenten. Dan heb je ze het dichtst bij de hand, en het is de belangrijkste tijd van hun leven.
Eigenlijk zouden alle studenten dus thuis hun eigen PC moeten hebben. Je zou het ze dus makkelijker moeten maken zo'n PC te kopen.'
Hoe belangrijk zijn alumni voor de RUG?
'De alumni zijn mensen die wij hebben 'opgevoed'. Het zijn onze ambassadeurs. Als je het goed hebt gedaan, hebben die mensen een goed gevoel over Groningen, en ze kunnen je feedback geven over leemtes in het onderwijs. Het zijn onze vrienden, die overal in Nederland en op de wereld zitten. Je kunt ze inzetten voor stageplekken bijvoorbeeld.
In dat kader zijn we ook begonnen met RUGcity, de online community voor alumni. De KPN en de RUG zijn er hard mee bezig, samen met Bedrijfskunde en de alumnifunctionaris, en als idee is het in ieder geval aardig. Er moet echter nog veel werk verzet worden. Als we in september beslissen ermee door te gaan, wordt het universiteitsbreed. Maar we zijn al zo druk bezig met de normale website, en het kost de back-office zoveel tijd om al die informatie aan te leveren, dat ik niet zeker weet of het allemaal gaat lukken.'
Wat vond u van de kritiek op de vernieuwde website van de RUG: dat er achter de nieuwe homepage teveel pagina's een afwijkende, oude vormgeving hebben?
`Ik ben jaren voorzitter van de Redactieraad van RUGCIS geweest. We hebben geprobeerd om het centraal allemaal netjes te regelen. Nou, dat werd niks. Met briefpapier lukt het nog wel, dat moet je centraal laten maken, maar het maken van een homepage kan iedereen achter zijn eigen computer. Dat kost ook niks. Je kunt het dus niet sturen.
Toen hebben we als Redactieraad besloten om wat we kunnen sturen ook echt goed te gaan sturen, maar onze handen af te trekken van wat we niet kunnen sturen. Dus als je nu naar de homepage kijkt, zie je onder het kopje 'Informatie VOOR...' alle teksten die we zelf kunnen sturen. Dat ziet er nu uniform en professioneel uit. Daarnaast staat 'Informatie OVER...' ; daarvoor zijn de faculteiten zelf verantwoordelijk. Ze mogen zelf hun stijl kiezen, daar gaan we niet over. Dat heeft te maken met de stuurbaarheid van de organisatie.
Wat ik nu echter zie, is dat de buitenstaander geen boodschap heeft aan zo'n besluit van de redactieraad. Dus ik denk dat ik het College van Bestuur binnenkort adviseer om het tweede stuk ook maar te gaan doen, om de faculteiten dwingend voor te schrijven de huisstijl te volgen. De gebruiker snapt niet waarom de rechterkant van de homepage zo'n grote puinhoop is.
En als je dan verder denkt: de parels aan onze kroon, de onderzoekscholen, die zijn niet herkenbaar als iets van deze universiteit. Het gaat de hele wereld over, maar is volledig onherkenbaar als top-instituut van de RUG. Belachelijker kan het eigenlijk niet.
Een tussenoplossing is dat je een splitsing maakt tussen een intranet en een extranet. Dat intranet laat je aan de faculteiten over, dat wordt dan een soort kladblok waarmee je elkaar informeert over onderwijs en onderzoek. In de tweede fase pakken wij dat extranet, met informatie naar buiten toe, dan samen met de faculteiten aan.
Zo zie je hoe belangrijk de UK is: van dat artikel van Han Pijs over de homepage heb ik weer iets geleerd. Ze hebben ons een ander perspectief aangereikt. Soms zie je zoiets zelf niet.'
Er is net een nieuwe informatiegids uit met alle adressen en telefoonnummers. Waarom is niet voor een online versie besloten?
Vorig jaar besloten dat de gids niet meer uit zou komen. Het is het eerste product dat vervangbaar zou kunnen zijn door een elektronische versie. Op het moment dat de gedrukte gids uitkomt staan er al driehonderd gegevens in die achterhaald zijn. Het is nooit actueel. Daar heb je dus een website voor: je kunt duizend keer per dag gegevens bijwerken. Dus ik heb besloten (nou ja, het College voorgesteld) om dat maar te schrappen.
Het College heeft dat besluit overgenomen, maar toen ging iedereen roepen: dat boekje was zo goed, dat willen we nooit missen. Gek, want dat hadden we van tevoren nooit gehoord.
Toen hebben we besloten om de gids nog twee keer uit te brengen. Nu is de uitgave 1999/2000 er, en volgend jaar geven we hem nóg iets later uit, in augustus - dan is het oude boekje zo verouderd dat mensen vanzelf gebruik gaan maken van de website - en dan is het 'boekje' voorbij.
We heffen de gids niet eerder op dan wanneer de hele universiteit op Windows zit. Je hoeft dan niet meer zoals in DOS uit te loggen om bij de adresgids te komen, maar je kunt de gids gewoon apart openen. Misschien dat we voor secretariaten en dergelijke de gids nog wel in een kleinere oplage blijven drukken, maar mensen kunnen natuurlijk ook zelf delen ervan uitprinten.
Maar als je de vraag stelt, wanneer IT hard-copy kan vervangen, moet je in ieder geval beginnen met zaken als gidsen. De PTT-telefoongidsen hoef je ook niet meer te gebruiken, daar is de CD-Foon voor.'
Heeft u nog tijd over voor hobbies?
'Mijn grootste hobby is Turkije. Ik hou van reizen, ik wil alles zien, maar nu hebben we een vaste plek, een huis in Alanya. Ik ga er graag heen, spreek ook Turks. Ik wil daar niet de toerist uit gaan hangen, die zijn er al genoeg. Ik wil 'Turk' onder de Turken zijn. Dan zit ik in de theetuin, tussen de Turkse baasjes, en dan word ik ontvangen als een oudere broer, en dat is toch wel een soort eretitel.
Ik heb daar nog geen PC staan. Ik heb er wel mijn laptop bij me, maar het is moeilijk om aan een vaste telefoonverbinding te komen. Maar ik blijf er mee bezig. Ik wil daar ook kunnen Internetten, de Volkskrant lezen.
Maar ja, ik ben niet eenkennig wat reizen betreft. Ik was de 30e maart in Peking, en de 31e werd de nieuwe homepage erop gezet. Toen heb ik in het Internetcafé van mijn hotel meteen de homepage bekeken, of hij snel geladen werd, en via de reactieknop meteen naar de webmaster gereageerd.'
Waaraan zou wat u betreft meer aandacht besteed moeten worden?
'We moeten leren inzien dat de student onze belangrijkste klant is.
Om onderzoek te doen hoef je geen universiteit te zijn. Studenten zijn heel lang ondergeschoven geweest, men vond dat ze vervelend waren, in de weg liepen. Als je door het Academiegebouw loopt, en de hele gang staat vol met studenten en ouders met bloemen, dan denk je eerst, hè, loop eens door! Maar nee: dáár gaat het om! Ík moet buitenom lopen, en zíj horen hier!
We moeten de studenten meer uitdagen, en hopen dat ze niet alleen colleges lopen en afstuderen, maar ook intellectueel een academisch niveau bereiken. Niet alleen flesje op de lopende band, flesje vullen, dopje erop, maar ze intellectueel iets mee geven voor later.
Het huidige systeem jaagt ze te veel op. Met bijvoorbeeld die algemeen vormende vakken proberen we dat tij een beetje te keren. Dit is de enige tijd in je leven dat je echt tijd hebt, jong en open bent, echt kunt groeien. Studenten moeten niet alleen afstuderen, maar ook academicus worden.'