De RUG op 2000 getest
Wat moeten faculteiten en diensten gaan testen?Jeroen Wouda
Op veel plekken binnen de RUG is het millenniumproject zover gevorderd dat men in de testfase is beland. Deze fase is van groot belang voor het succesvol bestrijden van het millenniumprobleem. Voor het testen van software heeft de Millennium Task Force (MTF) procedures die bij de clusters geïntroduceerd worden tijdens instructiemiddagen. De MTF geeft in dit artikel een toelichting op het testen op millenniumbestendigheid van embedded systemen, hardware en software.
Embedded systemen
Hardware
Software
Te testen software
Randvoorwaarden voor het testen
Verslaglegging
Embedded systemen
Het grote struikelblok bij het testen van embedded systemen, apparatuur waarin een chip is 'gebakken', is de onbereikbaarheid van en de onmogelijkheid tot het manipuleren van de tijdfunctie. Voor bijvoorbeeld liften, verwarmingsinstallaties of kaartlezers lijkt een goede en intensieve samenwerking met de leverancier of fabrikant dan ook de allerbeste optie om te komen tot een oplossing. Bij een dubieuze of onwelwillende houding van de leverancier/fabrikant moet een faculteit of dienst een keuze maken tussen het aanvaarden van het risico of het simpelweg vervangen door eenduidig bestendige apparatuur (van een betrouwbare leverancier/fabrikant).
Hardware
In principe is de systeemklok van computerhardware betrekkelijk simpel te verzetten. Bovendien zijn er legio tools verkrijgbaar om de test enigszins geautomatiseerd uit te voeren. De aangeboden testprogramma's verschillen onderling aanzienlijk in kwaliteit, prijs, testwijze en testbereik.
Een gratis programma dat op een eenvoudige manier de BIOS van een pc test is ymark2000 van NSTL. Dit programma is gratis te downloaden vanaf de MTF-website. Tools die, naast een BIOS-test, een BIOS-fix en tests op OS-, applicatie- en bestandsniveau omvatten zijn bijvoorbeeld Norton 2000 van Symantec en Check 2000PC van Greenwich Mean Time.
Aangetekend dient te worden dat dit alles niet opgaat voor de real-time clock, die echter door vrijwel geen programma gebruikt wordt.
Software
Aangezien de klok van de meeste hardware eenvoudig manipuleerbaar is, valt de software die erop draait in principe te testen. Uit de inventarisaties zoals die tot op heden binnen de RUG zijn gedaan komt een grote verscheidenheid aan programmatuur en applicaties naar voren, uiteenlopend van freeware tot speciaal op maat geschreven applicaties.
Te testen software
Niet alle software hoeft getest te worden. Om te komen tot een shortlist van te testen software dient een faculteit of dienst te kijken naar het belang van de programmatuur.
In het kort komt het erop neer dat software met een vitale functionaliteit voor een faculteit of dienst altijd getest moet worden. Vertrouwen op een leveranciersverklaring lijkt goed, controle door zelf te testen is beter.
Aan de shortlist moet vervolgens alle zelfontwikkelde software, vooral als het aan derden geleverd is, en op maat geschreven software toegevoegd worden. Voor standaard software van gemiddeld of laag belang voor een faculteit of dienst kan volstaan worden met het verkrijgen van testinformatie van de leverancier of fabrikant, gezien de relatief kleine gevolgen indien zich onverhoopt toch problemen voordoen.
Randvoorwaarden voor het testen
Software zal getest moeten worden door een testteam in een testomgeving. Bij de samenstelling van het testteam evenals bij de inrichting van de testomgeving dienen faculteiten en diensten rekening te houden met een aantal randvoorwaarden.
Degene die bepaalde software gaat testen moet volledig bekend zijn met die software. In de praktijk zal dus een applicatiebeheerder of een dagelijkse gebruiker voor het testen in aanmerking komen. Het testteam voor een standaardtest wordt gecompleteerd met een systeembeheerder. Bij een ketentest, waarbij voornamelijk de interactie en communicatie tussen applicaties getest wordt, zijn door de complexere testomgeving meerdere testers en systeembeheerders nodig.
Hoe complex de testomgeving er ook door wordt, in eerste instantie moet worden getracht een weerspiegeling te creëren van de werkelijke gebruikersomgeving. Op deze wijze kan de functionaliteit zo realistisch mogelijk getest worden. Voor de daadwerkelijke inrichting van de testomgeving gelden een aantal logisch klinkende, maar daarom niet minder belangrijke voorwaarden:
- test nooit in een productie-omgeving;
- zorg ervoor dat de testomgeving volledig geïsoleerd is van productieomgevingen;
- alle hardware, besturingssystemen en componenten in de testomgeving moeten millenniumbestendig zijn.
Verslaglegging
Uit de tests zal bij falen meestal een upgrade of update volgen waarna opnieuw getest moet worden. Het testen zal dus in veel gevallen een doorlopend karakter hebben. De kwaliteit van de verslaglegging tijdens het testen is dan ook een sleutelfactor voor het al dan niet slagen van de testfase.
Voor meer informatie over het testen kunt u contact opnemen met de MTF of onze website raadplegen. Ook kunt u terecht bij een van de millennium-contactpersonen van de faculteiten en diensten.