In het Heymansgebouw aan de Grote Kruisstraat staat op de begane grond in kamer
015 een heuse BMW 518 uit 1984 geparkeerd. Alhoewel deze auto uiterlijk in blinkende
toestand verkeert zal hij niet meer echt op straat kunnen rijden. De motor en aandrijving
zijn verwijderd en vervangen door sensoren en torsiemotoren die zijn verbonden met een
simulatiecomputer. Een rekenmodel in deze computer geeft de bestuurder de suggestie dat
hij in een echte auto rijdt. De bestuurder manoeuvreert aldus de BMW door een dynamische
interactieve verkeersomgeving waarin de gesimuleerde auto's zich als 'model'-weggebruikers
netjes aan de regels houden, indien nodig voorrang verlenen en op verkeerstekens en
allerlei situaties adequaat en realistisch reageren.
De RUG-COV rijsimulator, een onderzoeksinstrument voor
verkeersgedrag.
Rijsimulator
Ontwikkeling
Toepassing
Hardware en software
Virtual reality
Tot slot
Peter van Wolffelaar
Centrum voor Omgevings- en Verkeerspsychologie COV
Grote Kruissstraat 2/1
9712 TS Groningen
http://www.ppsw.rug.nl/cov/cov_sim.htm
Deze rijsimulator van het Centrum voor Omgevings- en Verkeerspsychologie (COV), als
basiseenheid van Psychologie een onderdeel van de faculteit PPSW, is ontworpen als
instrument voor onderzoek naar het verkeersgedrag van automobilisten. Het apparaat
combineert eigenschappen van een laboratoriuminstrument voor gedragsonderzoek met die van
een taakomgeving zoals die door automobilisten wordt ervaren. Het is een
laboratoriuminstrument in die zin dat de bestuurder c.q. proefpersoon exact te bepalen en
herhaalbare taakcondities kunnen worden aangeboden en het is tevens een bijna realistische
taakomgeving omdat het een appèl doet op de praktische, domeinspecifieke
verkeersvaardigheden van de bestuurder.
Het hart van het systeem wordt gevormd door een verkeersmodel waarin het gedrag van een
aantal auto's in real-time wordt gesimuleerd. Iedere gesimuleerde auto is een 'instantie'
(een onafhankelijke kopie) van een rekenkundig model van een zgn. 'normatieve' (zich aan
het normgedrag houdende) automobilist. Door middel van eigen waarnemingsfuncties en
gedragsregels beweegt deze zich zelfstandig en op natuurlijke wijze in interactie met
anderen in de virtuele verkeerswereld. Tegelijkertijd is deze auto ook van buiten af
nauwkeurig manipuleerbaar door middel van commando's in een scenarioscript. Deze
individuele 'instanties' van het basismodel worden met een term uit de robotica ook wel
aangeduid als 'autonomous agents'. De agents zien en reageren op elkaar maar ze zien ook
de BMW als een gewone mede-agent in hun wereld. De BMW bestuurder ziet op zijn beurt deze
gesimuleerde mede-weggebruikers via het buiten de auto geprojecteerde beeld op het
halfronde scherm. Kortom, de simulatorbestuurder rijdt in een natuurlijk ogende
interactieve en autonome maar tegelijkertijd door de onderzoeker nauwkeurig manipuleerbare
verkeersomgeving.
De simulator is aan het begin van dit decennium ontwikkeld binnen het voormalig
Verkeerskundig Studiecentrum, het VSC in Haren, vanuit de behoefte aan een veilige en
programmeerbare taakomgeving voor gedragsonderzoek in het verkeer. Tot die tijd werd bij
dit soort onderzoek veel gebruik gemaakt van in het vrije veld gemaakte videoregistraties
of werden experimenten in het echte verkeer gedaan met behulp van een geïnstrumenteerde
onderzoeksauto. Echter, de registratiemogelijkheden zijn hierbij beperkt en de
verkeersomgeving waarin het experiment plaatsvindt is niet constant en reageert nu eenmaal
bij iedere rit weer anders waardoor veel 'ruis' in de gedragsdata ontstaat. Bovendien kan
men om technische en voor de hand liggende ethische redenen geen verkeersonderzoek doen in
risicovolle situaties zoals bijvoorbeeld het herhaaldelijk laten oversteken van een
kruising door een slechtziende of onervaren automobilist.
In een rijsimulator, zo was de redenering, kan men de situatie voor iedere proefpersoon
exact repliceren en onder controle houden en kan men ook op andere wijze niet
realiseerbare risicovolle condities onderzoeken. Bovendien kun je in een gesimuleerde
omgeving ook (IT-) apparatuur betrekken die in werkelijkheid nog niet bestaat maar waaraan
je wel gebruiksaspecten zou willen onderzoeken. Bijvoorbeeld nieuwe
routenavigatieapparatuur die gebruik maakt van nog niet bestaande IT- infrastructuur of
waarschuwingssystemen die gebruik maken van signaaldetectoren die (nog) niet op de markt
zijn. Het doel was dus om met behulp van een rijsimulator in gevaarlijke en/of in de
werkelijkheid 'onmogelijke' omgevingen gedragsonderzoek te kunnen doen maar met de
precisie en herhaalbaarheid van een laboratoriumomgeving.
In de afgelopen jaren zijn in de simulator een aanzienlijk aantal onderzoeken van zowel
theoretische als van toegepaste aard uitgevoerd. Toegepast onderzoek wordt in het algemeen
gedaan in (derde geldstroom-) opdracht van regionale en centrale overheden (Provincies,
Rijkswaterstaat, Europese Unie) terwijl het meer theoretisch getinte onderzoek plaatsvindt
in de vorm promotieonderzoek of als stage- of afstudeerwerk. Een paar keer zijn met een
mobiele versie van de simulator demonstraties gegeven op locaties buiten de RUG.
Voor het opzetten en verwerken van een simulatieonderzoek is een aantal speciale
gereedschappen beschikbaar waarmee taakomgeving en taakcondities worden gedefinieerd. De
onderzoeker maakt eerst in een scripttaal (Network Specification Language, NSL) een
ontwerp van de wegomgeving en definieert vervolgens in een tweede script (Scenario
Specification Language, SSL) de scenario's voor het betreffende experiment. Deze
scripttalen zijn in feite de 'authoring tools' waarmee de onderzoeker de simulatie vorm
geeft en waarmee alle beschikbare functies van de simulatie zoals de wegomgeving, het
verkeer, de verkeerstekens, specifieke gebeurtenissen, dataopslag etc., worden bestuurd.
Na afloop van het experiment worden de geregistreerde gegevens geanalyseerd met een
bijbehorend grafisch dataverwerkingspakket. Het aardige van deze opzet is dat de
onderzoeker in principe zelfstandig en zonder al te veel technische ballast in staat is om
een compleet experiment te 'programmeren' en te analyseren.
De simulatieprogramma's draaien binnen één computer, een Onyx RE2 grafisch
werkstation van Silicon Graphics (SG). In deze computer zijn vier snelle CPU's op één
systeembus ondergebracht. Deze multi-processor architectuur, tezamen met de real-time
extensies in het IRIX bedrijfssysteem van SG (een UNIX variant), maakt het mogelijk dat de
diverse parallel lopende simulatieprocessen onderling zeer snel en in hetzelfde
tijdsdomijn, d.w.z. gebruikmakend van dezelfde hardware clock, kunnen communiceren. Voor
real-time simulaties is dit een erg belangrijke eigenschap. De Onyx heeft verder een
bijzonder krachtig grafisch systeem waarmee het 3D-buitenbeeld voor de grootbeeld
videoprojectoren met een frequentie van 30 tot 60 frames per seconde wordt gegenereerd,
snel genoeg om door de BMW bestuurders als 'vloeiend' te worden ervaren. De visualisatie
software is geschreven in OpenGL, een door SG ontwikkelde maar ook buiten SG veel
gebruikte standaard voor 3D graphics. De simulatiesoftware is in zijn geheel geschreven in
de objectgeoriënteerde programmeertaal C++ en leunt sterk op de specifieke real-time
eigenschappen en grafische 3D kwaliteiten van de Onyx.
In feite is de simulator een virtual reality (VR) applicatie, alles wat we zien en
horen is kunstmatig gegenereerd. We houden onze sensoren voor de gek door
computer-gegenereerde beelden en geluiden die de plaats van de fysieke werkelijkheid
innemen. Een belangrijk verschil met veel typische VR toepassingen is dat hier een
maximaal realistische taakomgeving wordt gesimuleerd om het gedrag van de BMW bestuurder
in een als zo natuurlijk mogelijk ervaren omgeving te kunnen meten. Niet-functionele
VR-elementen zoals spectaculair verlopende botsingen zijn uit den boze, want wanneer
proefpersonen de taakomgeving als uitdagend speelgoed gaan beschouwen is de waarde als
onderzoeksinstrument voor het meten van normaal gedrag nihil geworden. De validiteit als
onderzoeksinstrument leunt op de als realistisch ervaren beleving van de gesimuleerde
omgeving.
Alhoewel de ervaringen van de onderzoekers en reacties van bestuurders vrijwel unaniem
positief zijn in waardering voor het realistische karakter van de gesimuleerde omgeving
zijn er toch een paar minder sterke eigenschappen aan te wijzen, waaraan overigens weer
interessante en uitdagende onderzoeksactiviteiten zijn te koppelen. Zo moet de validiteit
van het instrument nog systematisch in kaart gebracht worden en hieraan valt ongetwijfeld
nog veel te verbeteren. Het softwaretechnische ontwerp en de psychologische onderbouwing
van de gesimuleerde gedragsmodellen kunnen beter. De realtime grafische eigenschappen
kunnen en moeten beter om voor externe opdrachtgevers interessant te blijven. Ook het
ontbreken van bewegingen van de BMW cabine is een invaliderende factor waardoor niet
alleen voor de bestuurders het ervaren van snelheid en verplaatsing wordt beperkt maar
waardoor ook vooral veel van hen last krijgen van een hinderlijke vorm van
bewegingsziekte: 'simulator sickness', familie van de ons bekende zee- en wagenziekte. Dit
fenomeen is vanuit psychofysiologisch gezichtspunt nog weinig bekend en verdient binnen
onze setting aandacht om nader onderzocht te worden. De kwaliteit van de 3D grafische
weergave van de wegomgeving is sterk afhankelijk van de kwaliteiten van de hard- en
software in de grafische computer maar ook van de gereedschappen waarmee deze omgevingen
worden gegenereerd of gemodelleerd ('modellers') en is dus in zekere zin rechtstreeks
afhankelijk van de beschikbare budgetten en bemensing hiervoor.
Het is duidelijk dat deze rijsimulator een complex instrument is. Er is een
verkeerssysteem waarin kunstmatig intelligente robots en een echte bestuurder in een
gesimuleerd netwerk van wegen met elkaar in interactie zijn. Er is een real-time
scenario-script interpreter, er is ontwerp- en dataverwerkingssoftware en er is real-time
grafische visualisatie software. Op al deze deelgebieden zijn, ook binnen andere
instituten in binnen- en buitenland, veel activiteiten gaande en er moet nog veel worden
verbeterd en uitgebouwd. Om deze RUG-rijsimulator up-to-date te houden en te laten
uitgroeien tot een volwaardig instrument met bredere toepassingsmogelijkheden is een
structurele inspanning in termen van software- en modelontwikkeling noodzakelijk Met de
Universiteit van Valencia is recentelijk een samenwerking gestart om tot sterk verbeterde
ontwerpsoftware voor netwerken (NSL) te komen en zo mogelijk een internationale standaard
hiervoor te ontwikkelen. Misschien kan een deel van de ontwikkelactiviteiten en
bijbehorende investeringen binnen het in het ICT-plan van de RUG genoemde
visualisatiecentrum worden ingebracht. Anderzijds biedt deze unieke onderzoeksfaciliteit
ook mogelijkheden voor studenten en promovendi vanuit zowel gedragswetenschappen als uit
exacte wetenschappen om binnen de onderwijsactiviteiten bij te dragen aan de verdere
ontwikkeling en uitbouw.