Frank den Hollander
'Pap, mag ik kompjoetere?'
Een doordeweekse dinsdag, een uur of half vier 's middags. Mijn oudste zoon is bij een
vriendje aan het spelen, mijn dochter is buiten aan het fietsen met haar hartsvriendin, en
mijn jongste zoon, net vijf jaar oud, heeft bedacht dat hij de middag achter mijn PC wil
doorbrengen.
Kompjoetere dus. Een nieuw kinderwerkwoord. Kompjoetere, kompjoeterde, hep gekompjoeterd.
Betekenis: achter de PC zitten, ongeacht wat je er precies mee doet.
Bij mijn zoon is de CD-ROM van Pippi Langkous zeer populair. Pippi bakt
pannenkoeken voor Tommie en Annika, en het aapje meneer Nilsson moet de vliegende
lekkernijen proberen te vangen op een bordje, daarbij aangestuurd door de pijltjestoetsen.
Maar zo jong als hij is wil mijn zoon ook nog wel eens lekker rondklikken door mijn eigen
CD-ROM Monty Python's Complete Waste of Time. De middeleeuwse kathedraal die is
omgebouwd tot enorme flipperkast is favoriet: met de tussen de gotische pilaren
rondketsende flipperbal kun je onder andere de in het middenschip voorbijrijdende
ambulances omverkegelen.
Ik zie de toekomst van dit kind kortom zonnig in. Een beetje zaterdagkrant puilt uit
van de personeelsadvertenties waar mijn zoon later zó op zou kunnen reageren. Zag je
vroeger nog wel eens een afdelingshoofd gevraagd worden, of een manager, nu wordt in
vijfennegentig procent van de gevallen iemand gevraagd om ergens te komen kompjoetere.
Goed, zo nóemen ze het natuurlijk niet: IT-trainee, heet het dan. Of gewoon IT-er. Of
ICT-er, natuurlijk. En het maakt niet uit wat je gestudeerd hebt: in de meeste gevallen is
een 'academisch werk- en denkniveau' voldoende. Kortom: Geflipte Studenten Gevraagd, om te
gaan kompjoetere.
Toen ik zelf geflipte student werd was dat eigenlijk al niet veel anders: hoeveel van mijn
vrienden en kennissen uit die tijd niet via het Pion- of Baan Project in de
software-ontwikkeling terecht zijn gekomen... Gek genoeg flipte ik, toen het mijn beurt
was om te flippen, een andere kant op; ik kwam terecht in die andere wereld waar het
wemelt van de bijna-academici: de bibliotheek. Het enige verschil met de IT-trainees is
dat wij flippo's slechter worden betaald en het ook zonder snelle pakken en lease-bakken
moeten doen.
Want kompjoetere heeft aanzien. Als je er je levenswerk van gemaakt hebt om jarenlang
in een kamertje van een universitair instituut aan een mooi mahoniehouten bureau diep na
te denken over een revolutionaire nieuwe mentaliteitsverandering die er toe moet leiden
dat de hele wereld er in 2034 beter, schoner, veiliger en vrediger op is geworden, levert
dat nog net geen smalende blikken op uit je omgeving, en kun je aan het eind van je
loopbaan misschien wel rekenen op een duizendje of drie per maand netto.
Maar ga nu eens de hele dag kompjoetere! Bijvoorbeeld in dienst van een bedrijf dat
internetsites maakt voor de slagersbranche. Ten eerste zullen je vrienden en bekenden je
in het Grand Café om het hardst op de schouder slaan! Maar ook je werkgever laat blijken
dat je nu tot de fine fleur van de maatschappij behoort: je krijgt een mooie auto van hem,
een duizendje of drie per maand in het handje 'om mee te beginnen', als kerstbonus geeft
hij je een pakketje aandelen mee naar huis, en in juni gaan jullie met het hele personeel
lekker een weekje mountainbiken in Ecuador.
'Pap, mag ik nou nog kompjoetere?' vraagt mijn zoon weer. Ik zet de PC voor hem aan en
doe de CD-ROM van Pippi Langkous in het laadje. Terwijl ik de werkkamer uitloop hoor ik
meneer Nilsson al driftig heen en weer rennen, op jacht naar pannenkoeken, en ik denk: ja
jongen, jij komt er wel.