Het risico van radon
Deze week maakte het RIVM bekend dat zij zo’n 3000 Nederlandse huizen willen onderzoeken op de aanwezigheid van radioactief radon en thoron. Emeritus hoogleraar Rob de Meijer deed dat voor het eerst, in de jaren tachtig. Samen met collega’s van het Kernfysisch Versneller Instituut van de RUG was was hij de eerste die het risico van radon op de kaart zette.
Stralingsgevaar komt niet alleen van kerncentrales. Gesteenten als basalt of graniet bevatten flink wat uranium. En door radioactief verval van uranium kan radioactief radon gas ontstaan. Dat gas kan door breuken in het gesteente naar buiten komen. En als je huis op dit soort gesteenten is gebouwd, kan radioactief radon gas zich zo in de kruipruimte ophopen.
‘Er was een beroemd geval in Pennsylvania (VS), in de jaren zeventig’, vertelt De Meijer. ‘Op de bouwplaats van een nieuwe kerncentrale ging het besmettingsalarm steeds af bij een van de bouwvakkers, ook wanneer hij ’s ochtends op zijn werk kwam. Uiteindelijk is zijn woning gecontroleerd en daar vond men een enorme hoeveelheid radioactief radon in de kelder. Het bleek dat zijn huis precies op een grote breuklijn in het graniet stond, die als een schoorsteen het radon gas afvoerde naar zijn kelder. Uiteindelijk is dat huis afgebroken.’
Wanneer radon vanuit de ondergrond een huis binnendringt, helpt het normaal gesproken om goed te ventileren. Zo raak je het meeste radon wel kwijt. Maar in Nederland is de situatie anders. ‘We hebben hier geen rotsgrond, maar met onze metingen vonden we wel degelijk radon in huizen’, legt De Meijer uit.
De eerste metingen die hij deed vonden plaats in zijn eigen woning in het Drentse Roden. ‘Wat we ontdekten was dat radon uit de bouwmaterialen kwam, zoals gipsplaten, gipsblokken en beton.’
In die tijd werd er nog op vrij grote schaal industrieel afval gebruikt voor de productie van bouwmaterialen. ‘En in dat afval hopen zich giftige en radioactieve verbindingen op.’ Het volgen van de internationale adviezen over radon, die extra ventilatie voorschrijven, zou in de Nederlandse situatie niet helpen.
‘We hebben nog wel een bedrijf speciale radon-werende folie laten installeren in mijn huis. Die zou moeten voorkomen dat radon uit de kruipruimte komt. Het bedrijf adverteerde daar destijds mee, en nu nog trouwens. Maar onze metingen lieten zien dat de folie helemaal niets deed. Onze conclusie was je de hoeveelheid radon in de woning het beste terug kon brengen door te zorgen voor overdruk.’
Die overdruk vermindert de snelheid waarmee radon gas uit de bouwmaterialen komt. ‘Radon heeft een korte halfwaardetijd, in de orde van enkele dagen. Dus als je het een paar dagen in het bouwmateriaal kunt houden, is het meeste radon al weer vervallen in een dochterisotoop die niet gasvormig is.’
De benodigde overdruk is vrij eenvoudig te bereiken door de ventilatiesystemen die tegenwoordig in iedere woning worden geplaatst aan te passen, zodat ze geen lucht afzuigen maar juist in het huis pompen.
Maar de bouwwereld was niet zo enthousiast over de oplossing die De Meijer suggereerde, al weet hij niet precies waarom. ‘Uiteindelijk sloten overheid en de bouwsector een convenant, waarin ze vastlegden dat de hoeveelheid radon die via bouwmaterialen in woningen terechtkwam, niet mocht stijgen boven het niveau van de jaren tachtig. Dus controleert het RIVM nu periodiek een aantal huizen, om te zien of die norm niet wordt overschreden.’
Daarom denkt De Meijer, die in 2005 met emeritaat ging maar nog steeds actief is in diverse onderzoeksprojecten, onder meer als hoogleraar aan de University of the Western Cape in Zuid Afrika, dat het aangekondigde RIVM onderzoek naar radon en thoron een uitvloeisel is van dit convenant. ‘Sinds de jaren tachtig is bij de productie van bouwmaterialen industrieel afval in veel gevallen vervangen voor schonere grondstoffen.
Maar door de recente nadruk op hergebruik zou er weer meer afval in bouwmaterialen terecht kunnen komen. Daarnaast is er de neiging minder te ventileren om warmteverlies te voorkomen. Beide ontwikkelingen zouden kunnen zorgen voor meer radon in woningen.’
Bij de metingen die De Meijer en zijn collega’s deden werd thoron niet systematisch meegenomen. ‘Thoron is ook een vervalproduct van uranium, maar het heeft een halfwaardetijd van slechts enkele minuten. Daarom werd het niet als een groot risico gezien. Maar het kan toch voor problemen zorgen.’
En het totale risico van radon en thoron is niet verwaarloosbaar. ‘Wij schatten destijds dat in Nederland jaarlijks tussen de 800 en 1500 sterfgevallen door longkanker te wijten zijn aan radioactief radon of thoron. Die getallen zie ik nog steeds verschijnen in risico-analyses.’
Moeten we ons dus zorgen maken? Dat is een lastige vraag, erkent De Meijer. ‘Het risico is reëel. Maar aan de andere kant, als je rookt is je risico op longkanker tien keer groter, dus in dat geval hoef je je eigenlijk geen zorgen meer te maken over radon. Maar het is natuurlijk zo dat de mens het meest lijdt aan het lijden dat hij vreest.’ Bovendien, voegt hij er aan toe, kan je het radon (en thoron) risico eenvoudig minimaliseren door overdruk in je huis aan te brengen.
Toen De Meijer zijn 19e eeuwse boerderij nabij Roden (niet het huis waarin het eerste radon onderzoek is gedaan) liet restaureren, heeft hij ook een ventilatiesysteem laten aanbrengen. Daarmee kan hij overdruk creëren. ‘Maar het staat nooit aan. Er is voldoende natuurlijke ventilatie en bovendien is het kleine risico van radon op mijn leeftijd niet meer zo relevant.’
Samen met RUG-natuurkundige Adriaan van der Woude schreef Rob de Meijer enkele jaren het boek 'Radioactiviteit' dat is uitgegeven in de Wetenschappelijke Bibliotheek van uitgeverij Veen Magazines.
Laatst gewijzigd: | 06 oktober 2017 13:36 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...