Een groenere Bernoulliborg
De opvallend blauwe Bernoulliborg ondergaat een groene transformatie: het verandert in een levend laboratorium waarin het mogelijk is om innovaties te testen die energiegebruik kunnen terugdringen. Promovendi Faris Nizamic en Tuan Anh Nguyen gebruikten de Green Mind Award die zij in 2012 wonnen om te experimenteren met verschillende maatregelen die het gebouwen duurzamer kunnen maken.
Waterbesparende opzetstukjes op de kranen, slimme sensoren die de verlichting in de kantine dimmen wanneer er niemand is, nieuwe afvalbakken voor gescheiden inzameling en een nieuwe automatische slaapstand voor alle pc’s. Er is de afgelopen tijd flink wat aangepast in de Bernoulliborg, met dank aan Faris Nizamic (Bosnië-Herzegovina) en Tuan Anh Nguyen (Vietnam).
Allebei doen zij promotieonderzoek bij de afdeling Computer Science op de vijfde verdieping van de Bernoulliborg. Het is de groep van professor Marco Aiello, die werkt aan verschillende projecten waarbij computertechnologie wordt ingezet om gebouwen en huizen minder energie te laten verbruiken.
In 2012 werden de promotieplannen van de twee onderzoekers ineens een stuk uitgebreider: ze wonnen de eerste Green Mind Award van de RUG. Hun plan om de Bernoulliborg duurzamer te maken kreeg de eerste prijs, een bedrag van EUR 100.000 bedoeld om hun ideeën uit te voeren. Nu, twee jaar later, is het tijd om eens op een rijtje te zetten wat ze hebben bereikt.
‘De kick-off bijeenkomst was in mei 2013, dus toen is het project feitelijk gestart’, vertelt Faris. En dat project verschilde nogal van hun gebruikelijke werk. ‘We moesten onze vaardigheden behoorlijk aanscherpen’, zegt Tuan. ‘Bijvoorbeeld plannen, het organiseren van besprekingen en projectmanagement.’ Het is een ding om te bedenken dat je het verbruik van stroom en water wilt terugdringen, maar iets heel anders om er voor te zorgen dat de benodigde onderdelen in een echt gebouw kunnen worden geïnstalleerd.
Faris: ‘We hebben nieuwe meters laten installeren om het verbruik van stroom en water te registeren in specifieke delen van het gebouw.’ Daar waren nogal wat bijeenkomsten voor nodig met de facility managers en andere betrokken medewerkers. Het resultaat was dat alle kranen een waterbesparend opzetstuk kregen en dat er stickers kwamen die gebruikers moesten aanzetten om zuiniger om te gaan met water in de ‘social corners’ en de toiletten. Met behulp van de watermeters is het effect gemeten.
Een andere zeer zichtbare aanpassing was dat alle prullenbakken uit de kantoren verdwenen, en er grote, centraal opgestelde bakken voor gescheiden inzameling van blikjes, plastic, papier en restafval verschenen. ‘Dit was een experiment in gedragsverandering’, legt Faris uit. ‘We hebben een vragenlijst naar de staf gestuurd om te zien hoe zij om gingen met het nieuwe systeem.’
De vragenlijst is opgesteld door de onderzoeksgroep van sociaal psycholoog prof. Linda Steg van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. De resultaten laten zien dat het nieuwe beleid zorgt voor meer recycling van afval in universitaire gebouwen. Een andere uitkomst was dat mensen bij in de Bernoulliborg, waar de gescheiden inzameling is ingevoerd, er positiever over denken dan collega’s in gebouwen waar dit nog niet zo is. Maar een groot deel van alle deelnemers vond de nieuwe aanpak acceptabel.
Er zijn natuurlijk grenzen aan wat twee promovendi kunnen bereiken in een bestaand gebouw. Tuan: ‘We zouden nog meer water kunnen besparen door alle toiletten te vervangen door waterbesparende exemplaren, maar dat is natuurlijk niet haalbaar binnen dit project.’ En om afval te kunnen recyclen is ook de inkoop van belang: zijn producten geschikt voor hergebruik? Ook dat is iets waar Tuan en Faris geen invloed op hebben. ‘Maar onze resultaten zijn wel te gebruiken bij het maken van nieuwe keuzes door het management, en bij het ontwerp van nieuwe gebouwen zoals de Zernikeborg.’
Er blijven echter genoeg maatregelen over die wel zijn in te voeren. Faris: ‘We hebben sensoren geplaatst in de kantine. Die is twaalf uur per dag open, maar wordt ongeveer drie uur echt gebruikt. De sensoren dimmen de verlichting wanneer er niemand is, of wanneer er voldoende licht van buiten is.’ Op die manier lijkt een besparing van ongeveer 5000 kWh per jaar mogelijk, meer dan het gebruik van een gemiddeld huishouden. En dat is dan nog zonder dat de bestaande lampen zijn vervangen door bijvoorbeeld zuiniger LED lampen.
Een andere besparingsmaatregel is het aanpassen van de bewegingssensoren in de kantoren. ‘De oude sensoren schakelden het licht uit wanneer zij 45 minuten lang geen beweging zagen’, legt Faris uit. Nieuwe houders geven de sensoren een beter zicht op de kamers, wat de kans verkleint dat het licht uit gaat terwijl er toch iemand aan het werk is. ‘Dus kunnen we de lichten nu al laten uitgaan na tien tot twintig minuten zonder beweging.’
En op dit moment wordt de laatste aanpassing in het project ingevoerd: een programma dat de computers in de slaapstand zet als deze een bepaalde, vooraf ingestelde tijd niet is gebruikt. Faris: ‘De slaapstand is uitgeschakeld bij universitaire pc’s, omdat het CIT updates moet kunnen installeren. En in de huidige digitale omgeving kan dat niet wanneer een pc in slaapstand staat. Het nieuwe programma dat nu wordt uitgerold laat dat wel toe.’ De twee promovendi schatten dat een besparing van minimaal vijf euro per maand mogelijk moet zijn. Faris laat het energieverbruik van zijn eigen computer zien, met en zonder de nieuwe slaapstand: een besparing van ruim tien euro per maand. ‘Maar ik werk dan ook met twee beeldschermen.’
Ondertussen hebben de twee bij de tweede Green Mind Award, eerder dit jaar, de tweede prijs gewonnen. Hun nieuwe project betreft het invoeren van de veranderingen die in de Bernoulliborg zijn uitgetest in het Heymans gebouw van de sociale faculteit. ‘Dat is een ouder gebouw, waar nog verwarmingsradiatoren in alle ruimtes staan die we gericht kunnen gaan regelen’, zegt Tuan.
Zitten al deze activiteiten en de nieuwe plannen hun promotieonderzoek niet in de weg? De twee glimlachen. Ja en nee. Sommige resultaten hebben al tot wetenschappelijke publicaties geleid, die ze kunnen gebruiken in hun proefschriften. En de projecten lagen dicht bij hun oorspronkelijke onderzoeksvragen: het testen van highly distributed systems en energieverbruik in slimme gebouwen voor Faris en draadloze sensornetwerken en herkenning van activiteit in slimme gebouwen voor Tuan.
Bovendien is met alle sensoren die zij (en andere leden van hun groep) hebben geïnstalleerd een prachtig ‘levend laboratorium’ ontstaan. ‘Naast wat wij allemaal hebben gedaan zijn er ook vijftien kantoren en een social corner uitgerust met sensoren’, vertelt Faris. ‘We kunnen allerlei gegevens verzamelen in een omgeving waar mensen echt aan het werk zijn. Dat is tamelijk uniek.’ Tuan: ‘Dit soort metingen in een echte omgeving ontbreken vaak in wetenschappelijke publicaties.’ Maar zij hebben die gegevens volop. Daarnaast kunnen ook studenten er gebruik van maken, bijvoorbeeld voor een stage of een master onderzoek. Op die manier heeft het levende lab ook een rol in het onderwijs.
Tuan verwacht over enkele maanden te promoveren, Faris volgt dan niet al te veel later. En dan? ‘We zijn aan het kijken of we een spin-off bedrijfje kunnen beginnen’, zegt Faris. En het programma van besparende maatregelen zal doorgaan binnen de universiteit, met steun van de faculteit, de afdeling Research & Valorisation en het College van Bestuur.
Laatst gewijzigd: | 28 september 2020 16:15 |
Meer nieuws
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...
-
21 mei 2024
Uitslag universitaire verkiezingen 2024
De stemmen zijn geteld en de uitslag van de universitaire verkiezingen is binnen!