Geen fontein met nepchocola
Voor onderhoudende experimenten heb je niet per se een groot laboratorium nodig. Met cola light en mentos kan je een klassieke proef doen. Maar doet ander snoep het ook?
Een negatieve controle is het halve werk. Als je wilt onderzoeken of iets werkt, moet je dezelfde proef twee keer doen, maar dan onder net iets verschillende omstandigheden. Geef iemand met hoofdpijn een aspirientje en geef hem, als hij volgende week weer hoofdpijn heeft, een neppil. Volgende ochtend hoofdpijn weg? Dan is het mogelijk dat het gewoon hoofdpijn is die één dag duurt.
Hetzelfde principe werkt bijvoorbeeld ook voor de overbekende – beruchte – mentos-in-cola-light proef. Mentos (wie dit niet weet, is de laatste vijf jaar niet op internet geweest) in een fles cola light zorgt voor een woeste fontein van een paar meter hoog. Maar wat zou er gebeuren als je sinas gebruikt? Of als je geen mentos neemt, maar M&M’s, of nog ander snoep? Zie daar de negatieve controle.
In de geneeskunde kun je zo’n negatieve controle doen in een dubbelblind gerandomiseerd onderzoek. Neem een flinke groep patiënten, deel die in twee en geef de ene groep het medicijn dat je wilt onderzoeken. De andere groep behandel je op de normale manier of je behandelt ze met een placebo (neppil). Verder zorg je dat de omstandigheden voor twee patiëntengroepen gelijk zijn: dezelfde sapjes, dezelfde maaltijden.
De eerste arts die (min of meer) op die manier onderzoek deed, was de Schot James Lind. Als scheepsarts op het marineschip HMS Salisbury gaf hij een groep matrozen met scheurbuik, een ziekte veroorzaakt door vitamine C tekort, uiteenlopende behandelingen. Twee matrozen kregen dagelijks een halve liter cider, twee kregen dagelijks 25 druppels zwavelzuur, twee kregen azijn, twee kregen zeewater, twee kregen een papje van mosterd, knoflook en mierikswortel en twee kregen per dag twee sinaasappels en een citroen. Binnen een week waren de fruitmatrozen bijna helemaal hersteld, terwijl de andere zeelieden alleen maar zieker waren geworden – met uitzondering van de cidermatrozen, omdat cider soms een klein beetje vitamine C bevat.
Voor de duidelijkheid: vitamine C werd pas in de jaren dertig van de vorige eeuw ontdekt, door de Hongaarse biochemicus Albert Szent-Györgyi, die een deel van zijn onderzoek deed in Groningen.
Het duurde nog bijna vijftig jaar tot de ontdekking van de jonge scheepsarts doordrong tot de top van de Britse admiraliteit. Maar vanaf dat moment had de Engelse marine ineens een enorm strategisch voordeel. De bemanning bleef langer gezond waardoor schepen veel langer op zee konden blijven. Daardoor konden ze de Franse en Spaanse marine in de pan hakken bij Trafalgar, waarna ze anderhalve eeuw min of meer ongestoord heersten over de wereldzeeën. Wijze les: denk aan je negatieve controle.
Terug naar de mentos en de cola light. Allereerst de uitvoering: het is geen kunst om vier of vijf mentosjes in een colafles te gooien. Het is wel een kunst om dat te doen zonder dat je drijfnat wordt. Daarvoor ontwikkelden we in het BOEM-lab een kunstig apparaatje. Een PVC-buisje met aan het uiteinde een schroefdop en onderin een spijker om de mentos tegen te houden. Trek de spijker er van een afstand met een touwtje uit en wacht op wat komt.
En wat komt er? Mentos zorgt inderdaad voor een aardige (maar in ons geval niet geweldige) fontein. Voor de negatieve controle gebruikten we Maltezers, een snoepje van nepchocolade. Resultaat: geen fontein.
De M&M’s deden het een beetje. Daarmee is niet gezegd dat ander snoep dan mentos niet werkt. Het American Journal of Physics publiceerde eerder dit jaar een artikel over het hoe en waarom van de mentosfontein. Conclusie: het werkt wel degelijk met ander snoep – en met bakpoeder. [Vol. 76, No. 6, June 2008, pp: 551]
Andere frisdrank werkt ook, maar gebruik wel light frisdrank. De reden is simpel: in light dranken zit geen suiker, dus daar wordt de boel minder plakkerig van.
Auteur: Ernst Arbouw
Laatst gewijzigd: | 12 april 2021 13:13 |