Skip to ContentSkip to Navigation
Onderdeel van Rijksuniversiteit Groningen
Science LinX Leerlingen DIY Science Proefjes voor thuis

Burn beertje burn

Aflevering 96

Voor onderhoudende experimenten heb je niet per se een groot laboratorium nodig. Met kaliumchloraat laat je gummibeertjes gillen en maak je een steekvlam met klittenband of Snickers.

Kinderen worden hyper van snoep. Geef ze teveel chocola, zure beertjes of winegums en ze hangen de rest van de middag in de gordijnen. Snoep is energie. Maar hoeveel energie eigenlijk? Dat kun je eenvoudig aanschouwelijk maken: steek het in brand. Smelt in een reageerbuis een schep kaliumchloraat, gooi er een gummibeertje bij en kijk van een veilige afstand wat er gebeurt. Samengevat: alle energie van de gummibeer wordt in één keer omgezet in warmte en licht.

Extrapoleer nu het effect van één brandende gummibeer in een reageerbuis naar een hand vol gummiberen in een kleuter en je weet voor altijd zeker dat kinderen Hyperactief worden van snoep. Alleen klopt het niet. Het toonaangevende British Medical Journal publiceerde in het kerstnummer van 2008 een artikel waarin wordt uitgelegd dat kinderen hyperactief worden van snoep omdat ouders denken dat kinderen hyperactief worden van snoep.

Doet dat ertoe? Nee natuurlijk niet. Iedere proef waarbij in korte tijd veel licht en warmte ontstaan, is de moeite van het herhalen waard. Een probleem: kaliumchloraat is gevaarlijk spul. Vooral in combinatie met gummibeertjes. Of willekeurig welke andere brandbare stof. Chloraat bevat vier zuurstofatomen die het héél graag kwijt wil, bijvoorbeeld door gummibeertjes te veranderen in gummibeertjesoxyde. Meestal gaat dat met een knal. Precies om die reden is het bijna onmogelijk om aan kaliumchloraat te komen. Als je het toch weet te vinden (ik ga niet verklappen waar, maar het is wel degelijk te koop), draag dan altijd en zonder uitzondering een veiligheidsbril, onbrandbare kleren en zet alle huisraad die je niet kwijt wil tijdelijk in de achtertuin.

Na een hand vol gummibeertjes komt natuurlijk de onvermijdelijke vraag: wat kunnen we nog meer in de fik steken? Luciferhoutjes bijvoorbeeld. Die branden zo goed dat “langzaam ontploffen” eigenlijk een betere omschrijving is.


Of candybars: een minuscuul stukje Snickers veroorzaakt al een heftige steekvlam. Hoeveel energie daarbij precies vrijkomt, is eenvoudig uit te rekenen: Snickers bevat 2081 kilojoule per 100 gram, een stukje van twee gram levert dus bijna 50 kilojoule – ruwweg 12.000 calorieën, één calorie is de hoeveelheid energie die nodig is om één gram water één graad in temperatuur te laten stijgen. Met een brokje Snickers kun je een kop thee zetten; een hele reep is genoeg om een halve emmer water te koken.

En toen kwam de BOEM-redactie op het idee om klittenband te proberen. De combinatie van klittenband en zuivere zuurstof veroorzaakte waarschijnlijk de fatale brand in de commandocapsule van de Apollo 1, waarbij astronauten Edward White, Roger Chaffee en commandant Gus Grissom om het leven kwamen. Bij een test op het lanceerplatform ontstond ergens in de cockpit een klein brandje. Door twee belangrijke ontwerpfouten – de capsule was bekleed met 3,5 vierkante meter klittenband en was bovendien gevuld met zuivere zuurstof – greep het vuur razendsnel om zich heen. Zeventien seconden na de eerste brandmelding waren de drie astronauten dood. Bijna dertig jaar na de Apollovluchten onthulde een voormalige Nasa-topman dat Grissom destijds de aangewezen kandidaat was voor de eerste maanlanding. Zonder de brand in de Apollo 1 was Neil Armstrong gewoon maar Neil Armstrong geweest.

Auteur: Ernst Arbouw

Laatst gewijzigd:12 april 2021 13:15