IJshanden zijn niet koud
Voor onderhoudende experimenten heb je niet per se een groot laboratorium nodig. Heeft je vriendin wérkelijk zulke ijskoude voeten of lijkt dat alleen maar zo? Met een bakje ijswater heb je het antwoord zo te pakken.
Eenvoudig proefje: ga ’s avonds om negen uur naar de kroeg en vraag aan zoveel mogelijk mannen hoe aantrekkelijk ze de aanwezige vrouwen vinden – en andersom. Herhaal de proef om half twaalf en daarna nog een keer vlak voor sluitingstijd. De uitkomst van de steekproef werd in 1976 al voorspeld door countryand- westernzanger Mickey Gilley: Don’t the girls get prettier at closing time? Naarmate de avond vordert, vinden de proefpersonen het andere geslacht aantrekkelijker.
Hoe kan dat? Simpel natuurlijk: niemand wil met een lelijk eendje naar huis. De Amerikaanse psycholoog James W. Pennebaker, die het experiment midden jaren zeventig bedacht, zegt het wat moeilijker. Volgens de onderzoeker is er sprake van een dissonantie als je a) niet alleen naar huis wil en b) iedereen in de kroeg onaantrekkelijk is. Om die dissonantie op te lossen, zou je je omgeving gunstiger beoordelen. Pennebaker publiceerde de resultaten van zijn onderzoek eind jaren zeventig, met een hommage aan Gilley in de titel: Don’t the girls get prettier at closing time: a country and western application to psychology.
Wie in de literatuur duikt, kan stapels en stapels vergelijkbaar onderzoek vinden, allemaal met dezelfde strekking: onder gegeven omstandigheid vind je een mogelijke partner aantrekkelijker of ben je eerder geneigd tot fysiek contact. Zo ontdekten psychologen van de University of British Columbia dat mannen meer behoefte hebben aan seks als ze net een wiebelige hangbrug zijn overgestoken. De opzet van de proef was verbluffend simpel: mannen bij een wiebelige hangbrug en een controlegroep bij een gewone brug kregen van een studente een – redelijk neutrale – vragenlijst in te vullen.
Daarnaast moesten ze een verhaaltje schrijven dat werd beoordeeld op expliciet seksuele inhoud en er werd gekeken of de proefpersonen behoefte hadden aan ‘postexperimental contact’ – seks dus – met de interviewster. Daarvoor bood de studente aan dat ze de proef “later nog een keer kon uitleggen”. Daarna schreef ze haar telefoonnummer op een hoekje dat ze van de vragenlijst scheurde. Achttien wiebelige hangbrugmannen accepteerden het nummer tegen zestien mannen uit de controlegroep. Van de controlegroep belden maar twee mannen terug, terwijl uit de wiebelige groep negen mannen terugbelden. De onderzoekers trokken daaruit de voorzichtige conclusie dat mensen die net iets spannends hebben gedaan hun opwinding projecteren op een mogelijke bedpartner.
Wat leert al dat onderzoek ons over de liefde? Niet zo heel veel, vreest de BOEM-redactie. Het onderzoeken van seks en voortplanting om de liefde te begrijpen is net zo nuttig als het bestuderen van een knipperende neonreclame teneinde de dieptes van het heelal te doorgronden.
Voor deze Valentijnsspecial heeft de BOEM-redactie zich gestort het allerbelangrijkste verschil tussen man en vrouw: koude handen en voeten. Iedereen die langer dan vijf minuten naast een vrouw in bed heeft gelegen, weet dat (veel, niet alle) vrouwen altijd ijskoude handen en voeten hebben. Maar hoe komt dat en wat doe je eraan?
De BOEM-redactie heeft een eenvoudige hypothese: die voeten zijn helemaal niet zo koud. Ze lijken alleen kouder omdat jouw voeten warm(er) zijn. Neem om dat te bewijzen drie bakjes, één met ijswater, een met water op 37 graden en een met water van een graad of zestig.
Hou eerst een paar minuten je linker hand in de koude bak en je rechter hand in de hete bak en steek vervolgens beide handen tegelijk in de 37 graden bak. Zie daar: links heeft het heet, rechts heeft het koud. Als je vriendin onder de dekens haar koude voeten tegen jouw warme voeten legt, lijken haar voeten nog kouder.
De oplossing is simpel: voeten thuishouden en gewoon met sokken aan naar bed, schat.
Auteur: Ernst Arbouw
Laatst gewijzigd: | 12 april 2021 13:13 |