Aspirine

In aspirine zit een stof met de moeilijke naam ‘acetylsalicylzuur’, die helpt tegen de pijn. Acetylsalicylzuur vind je ook in de natuur, bijvoorbeeld in wilgenbast. Al meer dan vierduizend jaar maken mensen pijnstillers uit wilgenbladeren en -bast. Het is van oudsher een van de meest gebruikte pijnstillers. En het vermindert niet alleen pijn, het remt ook de bloedstolling en kan daardoor mensen helpen na een beroerte of bij hart- en vaatproblemen.

Eind 19e eeuw produceerde Bayer voor het eerst aspirine op industriële schaal in hun chemische fabriek in Elberfeld, Duitsland. Deze fabriek was de eerste in zijn soort en luidde het tijdperk van de farmaceutische industrie in. En die is enorm gegroeid: vandaag de dag produceren farmaceutische bedrijven wereldwijd voor miljarden aan medicamenten.