Stip = ster = straling?
Hoe onderzoek je iets dat oneindig groot is, ver buiten bereik, niet na te bootsen in een lab, niet te ‘manipuleren’ en –tja- eigenlijk totaal niet hanteerbaar is? Heel eenvoudig: door te observeren. En als observeren je enige mogelijkheid is iets te onderzoeken, dan zorg je er natuurlijk voor dat je zo veel mogelijk verschillende waarneemtechnieken inzet.
Het onzichtbare heelal bekijken
Het heelal. Even fascinerend als onhandelbaar. Dus vullen sterrenkundigen hun nachten met kijken, gluren, staren, turen en hun dagen met meten en rekenen. Om zoveel mogelijk te weten te komen over de ruimte nemen Groningse sterrenkundigen niet alleen waar met het blote oog en optische telescopen. Ze kijken naar licht, maar licht is meer dan wat je ziet. Ze kijken verder dan het zichtbare deel van het spectrum, naar radiogolven, röntgen-, ultraviolet- en infraroodstraling. Ze kijken met verschillende soorten ‘ogen’, van radiotelescoop tot ruimtetelescoop.
Gronings onderzoek
Het sterrenkundig onderzoek in Groningen is ondergebracht in het Kapteyn Instituut (vernoemd naar Jacobus Cornelius Kapteyn, de eerste hoogleraar sterrenkunde in Groningen). Sinds de oprichting levert het Kapteyn Instituut een belangrijk aandeel aan nationaal en internationaal sterrenkundig onderzoek. Naast het doen van onderzoek, naar bijvoorbeeld nabije sterrenstelsels, interstellaire- en donkere materie ontwikkelt het Kapteyn Instituut samen met SRON astronomische meetinstrumenten. Zo is het instituut een van de drijvende krachten achter LOFAR, de grootste radiotelescoop ter wereld, vlakbij Groningen.
Eén object, meerdere beelden
Dankzij de verschillende manieren van waarnemen krijgen wij een steeds vollediger beeld van het ‘hoe & wat’ van het heelal. De waarneemtechnieken vullen elkaar aan. Soms tot grote verwarring van de waarnemer. In de tentoonstelling van Science LinX zie je dat de diverse waarneemtechnieken in de sterrenkunde erg uiteenlopende beelden genereren. Daardoor is het vaak lastig om je een eenduidige voorstelling te maken van het onderzoeksobject. Een rode nevel = een paarse wolk = een blauwe spiraal = een turkoois web?
Ook bruikbaar op Aarde
Het ontwikkelen en inzetten van nieuwe meetinstrumenten is van cruciaal belang, niet alleen voor de sterrenkunde, maar voor de gehele empirische wetenschap. Nieuwe meetmethoden betekenen het verzamelen van nieuwe data. Nieuwe data vormen op hun beurt de basis voor nieuwe wetenschappelijke theorieën. Oftewel: hoe je kijkt bepaalt wat je ziet en daarmee wat je concludeert…
Links
- Hanny van Arkel, amateur sterrenkunde, ontdekte per toeval een bijzonder object in de ruimte!
- NASA National Aeronautics and Space Administration
- LOFAR LOw Frequency ARray/Lage Frequentie Telescoop
- NOVA Nederlandse Onderzoeksschool Voor Astronomie
- ASTRON Netherlands Foundation for research in Astronomy
- Het Kapteyn Instituut
Colofon
Bijzondere dank aan: Kapteijn Instituut, prof. dr. Peter Barthel, prof. dr. Thijs van der Hulst, dr. Gijs Verdoes Kleijn, Gergö Popping, Andrea Velicka, Corina van den Burgt, Nanja an Berkum, drs. Renske de Jonge, dr. Michel Westenberg, drs. Ingeborg Veldman, drs. Frans van Hoesel, Laurens Voerman. Neem contact op met iemand van Science LinX indien je hier ook genoemd zou moeten worden.
Auteur artikel
Siëlle Gramser
Laatst gewijzigd: | 10 maart 2020 13:05 |