Feministisch verzet in Iran kent een lange geschiedenis
Woede over de dood van Jina ‘Mahsa’ Amini leidde afgelopen najaar tot massale protesten in Iran, en nog altijd is het er onrustig. Het was niet voor het eerst dat Iraniërs de straat op gingen: de geschiedenis van feministisch verzet gaat terug tot ver voor de stichting van de islamitische republiek in 1979. Dr. Donya Ahmadi , universitair docent Internationale Betrekkingen aan de Faculteit der Letteren, onderzoekt en documenteert de rol van vrouwelijke activisten in de politieke ontwikkelingen van het Iran van de 20ste en 21ste eeuw.
Tijdens haar onderzoek naar de geschiedschrijving van feministisch verzet in haar geboorteland stuitte Donya Ahmadi op gaten. Niet omdat er geen verzet was, maar omdat er niet over werd geschreven. Ahmadi: “De Iraanse hoogleraar Geschiedenis Afsaneh Najmabadi omschreef de geschiedschrijving in het hedendaagse Iran ooit treffend als één van ‘Grote mannen en hun grote ideeën’. Zelfs als het over vrouwenrechten gaat, gaat het alleen over wat mannen daarin bereikt hebben.”
Ahmadi zoekt in archieven naar materialen, zoals activistische pamfletten, en ze praat met ooggetuigen. Zo documenteert ze de geschiedenis van een maatschappelijke beweging waar lange tijd weinig aandacht voor was. Die kennis is nodig, benadrukt Ahmadi. “We kunnen het nu niet begrijpen zonder naar de geschiedenis te kijken. De protesten tegen de regering staan niet op zich. Ze zijn onderdeel van een langere traditie van verzet tegen onderdrukking.”
Periode van bloei
Ruim honderd jaar geleden, tijdens de eerste twee decennia van de twintigste eeuw die de constitutionele periode wordt genoemd, waren intellectuelen in Iran onder invloed van de Verlichting. “Vrouwen kwamen in deze tijd samen om te praten over thema’s als onderwijs en ontwikkeling voor meisjes en vrouwen, en voerden druk uit op de regering om hervormingen door te voeren. In die tijd was er geen algemeen onderwijs voor meisjes. De positie van de vrouw was erg onderdanig. Alleen de vrouwen uit rijke, progressieve families kregen privéonderwijs”, vertelt Ahmadi. “In deze relatief korte periode bloeide het feministische verzet op.”
Na een staatsgreep kwam in 1925 de militair Reza Pahlavi aan de macht. Hij werd sjah - koning - en regeerde met harde hand. “Hij was een dictator die elke vorm van politieke tegenstand met veel geweld onderdrukte. Dit leidde ertoe dat vrouwengroepen ophielden te bestaan uit angst voor represailles. Tegelijkertijd verenigde Reza Sjah de vrouwen in een centraal geleide vrouwenbond. Hij zorgde ervoor dat zij zich niet meer met politieke thema’s bezighielden, maar alleen nog met door de regering goedgekeurd vrijwilligerswerk, gericht op huishoudelijke taken. Daarmee werd hun activisme onschadelijk gemaakt”, zegt Ahmadi.
Hijab-verbod
Onder aanvoering van de sjah waaide er een pro-westerse wind in Iran. Ahmadi: “Reza Sjah wilde het land moderniseren. Maar hij was een militair. Hij liet veranderingen niet ontstaan omdat de mensen dat wilden, hij legde de mensen veranderingen op.” Zo verbood hij in 1936 de hijab - de hoofddoek. “Niet alle vrouwen droegen in die tijd nog een hijab, mede door de inzet van de vrouwenbeweging. Maar vrouwen die hun leven lang een hijab hadden gedragen, wilden die niet afdoen. Zij voelden zich naakt zonder hoofdbedekking.” Door het verbod weigerden zij in het openbaar te verschijnen en trokken zich terug in hun huis.
“Dit is een belangrijke historische parallel met het huidige bewind”, zegt Ahmadi. “De regering bepaalt wat vrouwen wel en niet mogen dragen. Destijds werd de hijab verboden, tegenwoordig is de hijab verplicht. In beide gevallen werd het besluit met geweld opgelegd.”
Vrouwenrechten terzijde geschoven
In 1941 werd Reza Sjah afgezet en verbannen uit Iran. Hij werd opgevolgd door zijn zoon, Mohammad Reza Pahlavi. “In de eerste tien jaren onder de nieuwe sjah was er een beetje politieke bewegingsruimte. Het hijab-verbod werd afgeschaft. We zien dat in die periode opnieuw feministische activisten samenkwamen. Maar zij waren vaak onderdeel van politieke groeperingen, en binnen die groepen bestond de tendens om vrouwenkwesties terzijde te schuiven ten gunste van andere politieke onderwerpen zoals nationalisering van de olieproductie. Ik noem daarom het feministisch activisme aan het begin van de 20ste eeuw de meest radicale van de eeuw, want zij waren onafhankelijk.”
In de jaren vijftig ontpopte Mohammad Reza Pahlavi zich tot een alleenheerser met een gevreesde inlichtingendienst die politieke tegenstanders gevangen zette, martelde en doodde. Er was een kleine elite die in weelde leefde en veel armoede onder het volk. De sjah was Westers georiënteerd en voerde een aantal progressieve veranderingen door. In de jaren zeventig groeide het verzet tegen de sjah. “Marxistische en seculier-nationalistische oppositiegroepen uitten felle kritiek op het bewind van de sjah en mobiliseerden zich. Ook religieuze groepen, onder invloed van de geestelijkheid, sloten zich aan bij de oppositie”, legt Ahmadi uit.
De Iraanse revolutie
Zo begon in november 1978 de Iraanse revolutie, waarin uiteindelijk de islamitisch geestelijk leider Ayatollah Khomeini de macht naar zich toe trok. Hij vormde het land in snel tempo om tot de islamitische republiek die het land tot op de dag van vandaag is. Ahmadi: “Onmiddellijk nadat hij aan de macht kwam, werden vrouwenrechten beperkt. Drie dagen - drie dagen! - na de revolutie werden vrouwelijke rechters verbannen. Meteen daarna werd één van de meest progressieve wetten van het land aangepast. De minimumleeftijd om te trouwen werd verlaagd van 18 naar 13 jaar, de voogdij- en echtscheidingsrechten van vrouwen werden aanzienlijk beperkt en vrouwen verloren het recht op abortus.”
Protest op Internationale Vrouwendag
Op 8 maart 1979 stroomden de straten van Teheran vol met protesterende vrouwen. Wat begon als een viering van Internationale Vrouwendag, mondde uit in een grootschalig protest. “Een dag eerder, op 7 maart, had Khomeini aangekondigd dat vrouwen in overheidsfuncties een hijab moesten dragen”, zegt Ahmadi. “Dit was de eerste aanwijzing dat de hijab verplicht zou worden. Vrouwen kwamen hiertegen massaal in protest, omdat dit niet was waarvoor zij de revolutie waren aangegaan.”
Er is 44 jaar verstreken en nog altijd gaan vrouwen in Iran de straat op om te protesteren tegen de onderdrukking door de machthebbers. “Het is zo verdrietig om te zien dat de masculinistische politiek de lichamelijke autonomie van vrouwen blijft ondermijnen”, zegt Ahmadi.
In de huidige protesten is er een risico dat het feministische aspect wederom naar de zijlijn wordt gedirigeerd. “Er zijn zo veel andere problemen. De economie is slecht, de infrastructuur is vreselijk, de vervuiling is erg, er is te weinig water - de regering faalt op alle fronten, en de mensen zijn ontevreden. Maar we zien dat vrouwenonderdrukking nu de kern van de protesten is. De stemmen van vrouwen in Iran klinken al meer dan honderd jaar, en worden meer en meer echt gehoord.”
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2023 12:08 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...