Promotie H.G. van der Meer
Wanneer: | vr 22-03-2019 16:15 - 17:15 |
Waar: | Academiegebouw |
Verminderen risicovolle en onnodige medicatie bij ouderen
Het voorschrijven van risicovolle geneesmiddelen bij ouderen komt veel voor. Het verhoogt de kans op bijwerkingen, vallen, ziekenhuisopnames en verminderde kwaliteit van leven. Heleen van der Meer beschrijft welke stappen nodig zijn bij het herkennen van potentieel risicovol voorschrijven en het verminderen daarvan, met name hoe de apotheker hierin een rol kan spelen.
In Nederland is bijna 6% van de ongeplande ziekenhuisopnames gerelateerd aan onveilig geneesmiddelgebruik, waarvan naar schatting de helft voorkomen had kunnen worden. Het is daarom van belang om risicovol voorschrijven bij ouderen vroegtijdig te herkennen en te voorkomen.
Deprescribing is het verminderen van onnodige en risicovolle geneesmiddelen door samenwerking van artsen, apothekers, patiënten en mantelzorgers. Het doel van het proefschrift van Van der Meer was de ontwikkeling en evaluatie van deprescribing interventies. Zij toonde de noodzaak voor deprescribing aan in twee studies. Bij verpleeghuisbewoners aan het levenseinde liet zij zien dat preventieve geneesmiddelen, die mogelijk onnodig zijn in deze patiëntengroep, veel werden voorgeschreven. Bij thuiswonende ouderen vond zij veelvoudig gebruik van anticholinerge/sederende geneesmiddelen, dat mogelijk grote risico’s geeft. Medicatiebeoordelingen, zoals deze in de dagelijkse praktijk door de openbaar apotheker in samenwerking met de huisarts uitgevoerd worden, blijken niet effectief in het verminderen van een hoge chronische anticholinerge/sederende belasting bij thuiswonende ouderen. Een nieuwe deprescribing interventie die zich met behulp van informatietechnologie richtte op nieuw voorgeschreven anticholinerge/sederende geneesmiddelen in deze patiëntengroep, leek succesvoller, doordat bij eenderde van de patiënten een toename van de anticholinerge/sederende belasting voorkomen kon worden. Bij toekomstige deprescribing interventies moet de patiënt centraal staan, de interventie gericht zijn op een specifieke patiënten- en geneesmiddelengroep en moet er een goede interprofessionele samenwerking bestaan.
Promotores Prof.dr. K. Taxis en Prof.dr. L. Pont