Temple as cosmos

De kosmologische interpretatie van de Tempel in de geschriften van Josephus

Flavius Josephus, de Joodse geschiedschrijver uit de eerste eeuw, geeft in zijn geschriften een levendige beschrijving van de Tempel in Jeruzalem en zijn voorganger, de Tabernakel. Een van zijn meest fascinerende beschrijvingen van de Tempel is de karakterisering ervan als model van de kosmos in De Joodse oorlog 5.207-237 en Joodse Oudheden 3.108-187. Josephus schrijft bijvoorbeeld dat het type materiaal dat gebruikt werd om het textiel van de tempel te weven, de basiselementen van de natuur laat zien. De driedeling van de Tabernakel weerspiegelt de kosmologische geografie: het land, de zee en de lucht. De kandelaar en de twaalf broden binnen de cultusplaats stellen hemellichamen voor en de priestergewaden geven de aard van het universum weer. Joabson Xavier Pena wil met zijn proefschrift de kosmologische interpretatie van de Tempel in Jeruzalem in de geschriften van Josephus verduidelijken.

Het proefschrift laat zien dat de kosmologische interpretatie van de Tempel/Tabernakel door Josephus begrepen moet worden in het licht van de machtige Joodse God die hij wenste af te beelden. Josephus streeft ernaar zijn Romeinse publiek ervan te overtuigen dat God niet alleen een lokale godheid is, maar de opperheerser van het gehele universum, die eens de Tempel vestigde als midden van waaruit hij gezag uitoefende over de wereld en haar volkeren. Door gebruik te maken van filosofische elementen, laat Josephus zien dat de Tempel het universum vertegenwoordigt als geschapen en onderhouden door God. Vanuit dit perspectief zien we Josephus in dialoog met een gerenommeerde Romeins-keizerlijke traditie van symbolische weergave van gebouwen als beelden van de kosmos.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/4e823cdf-bb62-4701-b4d0-888a203668c4