Henoch und der Tempel des Todes

Nieuwe interpretatie Henochs visioen van de twee huizen 

Mirjam Bokhorst verrichtte onderzoek naar het Boek van de Wachters (1 Hen 1–36), een antieke Joodse tekst uit de derde eeuw v. Chr.. Ze concentreerde zich daarbij op Henochs visioen van de twee huizen (1 Hen 14,8–25), dat meestal wordt geïnterpreteerd als een visioen van de hemelse tempel en de troon van God. Dit visioen wordt onderzocht in de context van het droomverslag (1 Hen 14–16) in zijn verschillende versies (Aramees, Grieks en Oud Ethiopisch) en in het bijzonder met het oog op de vraag naar de relatie van Schriftuitleg en verwerking van tradities. Een diepgaand onderzoek van het bronnenmateriaal illustreert de complexiteit en de moeilijkheden van de overlevering van het werk en raadt in het algemeen een synoptische benadering van de verschillende tekstgetuigen aan. Een gedetailleerde tekstuele analyse van het visioen en een diepgaande vergelijking met antieke Joodse en Mesopotamische bronnen suggereren, dat de twee huizen in 1 Hen 14,8–25 niet volgens de tot nu toe geldende onderzoeksopinie als twee verschillende delen van een enkel tempelcomplex, maar veel meer als twee tegenovergestelde tempelontwerpen geïnterpreteerd moeten worden. In het geheel weerspiegelt Henochs visioen van de twee huizen in meerdere opzichten ideeën en tradities, die ook in andere teksten uit zijn intellectuele omgeving gevonden kunnen worden. Maar door het opgeven van het idee, dat de aardse en de hemelse tempel met elkaar corresponderen, introduceert het visioen een cruciale tempeltheologische innovatie en verwoordt op die manier één van de meest radicale tempelkritieken binnen het antieke Jodendom.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/5a950052-7b48-4f8a-95f6-6b35a607c7cf