Learning spiritual care in Dutch hospitals
Promotie: | Dhr. J. van de Geer |
Wanneer: | 21 december 2017 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotors: | prof. dr. T.H. (Hetty) Zock, prof. dr. C.J.W. Leget, prof. dr. K.C.P. Vissers |
Copromotor: | dr. J.T. Prins |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Religie, Cultuur en Maatschappij |
Beknopte scholing in palliatieve zorg verhoogt kwaliteit
Dit najaar verscheen de Richtlijn Spirituele zorg 2.0 voor de praktijk van de palliatieve zorg. Hierin staat wat zorgverleners dienen te verstaan onder aandacht voor de spiritualiteit van patiënten (en naasten) met een levensbedreigende aandoening. Bij implementatie van een richtlijn is scholing een belangrijkste eerste stap. In het praktijkvormend onderzoek waar Joep van de Geer, zelf geestelijk verzorger, in zijn proefschrift verslag van doet is gekeken of een beknopte scholing voldoende verbetering kan bewerkstelligen. Hij concludeert dat zo’n scholing inderdaad gunstige effecten heeft.
In een multicenter trial, uitgevoerd in negen topklinische ziekenhuizen op afdelingen waar patiënten in zowel curatieve als palliatieve trajecten worden behandeld, hebben geestelijk verzorgers in 2014-2015 374 artsen en verpleegkundigen geschoold in de toepassing van bovengenoemde richtlijn. De effecten van de scholing zijn bij patiënten en zorgverleners met kwantitatieve methodes gemeten en bij geestelijk verzorgers door middel van interviews.
De resultaten geven aan dat het met de beperkt beschikbare tijd voor scholing zeker mogelijk is om de kwaliteit van zorg, zoals ervaren door palliatieve patiënten, te verhogen. Op basis van de interviews met de geestelijk verzorgers zijn een aantal kritische succesfactoren geïdentificeerd. Bovendien blijkt implementatie van deze richtlijn de zichtbaarheid en het profiel van geestelijk verzorgers te verbeteren.
Verder blijken de belemmeringen voor spirituele zorg minder te worden en zijn de competenties van verpleegkundigen zes maanden na de scholing nog steeds significant verbeterd. Aanpassing van de scholing met het oog op de praktijk van artsen is nodig om het effect op de competentieontwikkeling van artsen op een vergelijkbaar niveau te brengen. Patiënten ervaren significant meer aandacht voor hun spirituele behoeften en slapen beter.
Joep van de Geer is geestelijk verzorger in het Medisch Centrum Leeuwarden. Hij verrichtte zijn onderzoek binnen het onderzoeksprogramma Comparative Study of Religion aan de Faculteit Godgeleerheid en Godsdienstwetenschap aan de RUG. Het onderzoek is gefinancierd door Achmea, IKNL, Porticus, e.a.