New problems for moral anti-realism
Promotie: | Dhr. E.P. (Erik) Kassenberg |
Wanneer: | 30 september 2021 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotor: | prof. dr. B. (Bart) Streumer |
Copromotor: | dr. H.W.A. (Daan) Evers |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Wijsbegeerte |
Meest prominente argument voor morele foutenleer ondersteunt die theorie niet
Heb je ooit een moreel oordeel geveld, bijvoorbeeld dat het moreel slecht is om vlees te eten, en je afgevraagd of dat oordeel objectief waar is? Of er daadwerkelijk objectieve morele feiten bestaan, is de kernvraag in het debat tussen moreel realisten en moreel anti-realisten. Moreel realisten geloven dat er objectieve morele feiten bestaan, de moreel anti-realisten geloven dat niet.
Erik Kassenberg ontwikkelt in zijn proefschrift een aantal nieuwe problemen voor de meest prominente anti-realistische theorieën. De bron van het gros van deze problemen is één specifieke vorm van moreel realisme dat stelt dat er objectieve morele feiten zijn, omdat er conceptuele morele feiten zijn. Voorstanders van deze theorie denken dat de inhoud van onze morele concepten bepaalde morele oordelen waar maken. Aangezien morele conceptuele waarheden objectieve waarheden zijn, vormt het mogelijke bestaan van deze conceptuele morele waarheden een bedreiging voor het moreel anti-realisme. Kassenberg laat zien dat het weerleggen van het bestaan van deze conceptuele morele waarheden lastiger is dan anti-realisten aanvankelijk waarschijnlijk dachten. Dit is een nieuw probleem. Het kan namelijk niet opgelost worden door een beroep te doen op oplossingen die anti-realisten hebben gegeven voor bekendere bestaande problemen voor hun theorie. Kassenbergs conclusie is daarom dat anti-realisten hun theorie verder zullen moeten ontwikkelen om dit nieuwe probleem op te lossen.