Ideologies of Latin in fascist Italy (1922-1943)
Promotie: | Dhr. N. (Nicolò) Bettegazzi |
Wanneer: | 17 april 2023 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotor: | R.R. (Ruurd) Nauta |
Copromotors: | prof. dr. B.L. (Bettina) Reitz-Joosse, dr. H. Lamers |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Letteren |

Latijn had bijzondere aantrekkingskracht op fascisten
Tijdens het fascistische regime van Mussolini droeg de Latijnse taal een specifiek gezag en prestige dat verband hield met het langdurige gebruik van de taal door de katholieke kerk voor theologische, liturgische, educatieve en communicatieve doeleinden. Dat concludeert Nicolò Bettegazzi in zijn proefschrift. Vele Italiaanse onderzoekers van de oudheid, en Neo-Latijnse auteurs en leraren beschouwden het Latijn als het symbool en het vehikel van een nationale traditie die haar oorsprong vond in het oude Rome en werd voortgezet in het christelijke Rome en haar hoogtepunt vond in het moderne Italië.
Bettegazzi onderzocht voor zijn promotie het gebruik en de culturele betekenissen van het Latijn tijdens het fascistische ventennio (1922-1943), met bijzondere aandacht voor de rol van de taal bij het leggen van historische en ideologische verbanden tussen het fascistische regime en de katholieke Kerk. Als de taal van het oude Rome werd het Latijn een steeds belangrijker element in het project van het fascistische regime om de keizerlijke macht van Rome in de moderne tijd te vernieuwen. De katholieke Kerk gebruikte de taal echter al eeuwenlang als voor theologische, liturgische en educatieve doeleinden en als communicatiemiddel. Latijn werd in het algemeen gezien als de taal van de Kerk en als een symbool van haar universaliteit, autoriteit en levensduur. Deze tweeledige dimensie van de taal – de “Romeinse” en de “katholieke” dimensie – opende vele mogelijkheden om historische en ideologische verbanden te leggen tussen fascisme en katholicisme. Bettegazzi laat zien hoe verschillende individuen – zoals geestelijken, onderwijzers en latinisten – het Latijn gebruikten om dergelijke verbanden te conceptualiseren en te construeren in de Neo-Latijnse literatuur van het ventennio, in het publieke discours over de Romeinse oudheid, evenals in bredere debatten over de rollen en functies van het Latijn in het fascistische Italië.