Meten van functioneel herstel van sporters na een voorste kruisbandreconstructie

Samenvatting:

Veel sporters met een voorste kruisbnadruptuur keren na reconstructie niet terug naar hun oorspronkelijke sportniveau, ondanks goede scores op klinische testen. Aangetoond is dat de propioceptie van het kniegewricht afneemt na een voorste kruisbandruptuur. Dit leidt tot het overschakelen op compensatiestrategieën, zoals cognitieve en visuele sturing voor motorische controle. Deze vormen van sturing zijn niet geautomatiseerd. Afname van afhankelijkheid van cognitieve en visuele sturing wijst op herstel van de proprioceptie en daardoor op functioneel herstel. Deze afhankelijkheid is te meten door tijdens een motorische taak een cognitieve taak uit te voeren en de visuele informatie te beperken. Een balanstaak en een sprinttaak zijn ontwikkeld die in combinatie met een cognitieve taak en een visuele beperking uitgevoerd moeten worden. Deze taken worden op meerdere tijdstippen in de revalidatie na een voorste kruisbandreconstructie afgenomen om de mate van afhankelijkheid van cognitieve en visuele sturing te bepalen.