Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Gezondheidswetenschappen Sociale Geneeskunde
University Medical Center Groningen

Maatschappelijke reïntegratie na niertransplantatie

Onderzoeker:

S.F. van der Mei

Projectleiders:
  • W.J.A. van den Heuvel Prof PhD
  • J.W. Groothoff Prof PhD
Onderzoeksperiode: 2000-2005
Financier: Nierstichting

Samenvatting:

Niertransplantatie wordt beschouwd als eerste keuze behandeling bij chronisch nierfalen en leidt in vergelijking met dialysebehandeling veelal tot een betere kwaliteit van leven. Het ontvangen van een ‘nieuwe’ nier creëert verwachtingen van een herstelde gezondheid en hervatting van het ‘normale’ leven. Er is echter weinig bekend over in hoeverre mensen na een niertransplantatie weer kunnen meedoen in de maatschappij.

Doel van het project is te onderzoeken in hoeverre niertransplantatiepatiënten participeren in de maatschappij en welke factoren hierop van invloed zijn. Maatschappelijke participatie is uitgewerkt als participatie in verplichte activiteiten en vrijetijdsactiviteiten. Onder ‘verplichte’ activiteiten vallen activiteiten waarvan onze samenleving over het algemeen verwacht dat mensen hierbij betrokken zijn, zoals werk, opleiding en huishoudelijke taken.

Voor het onderzoek werden 239 niertransplantatiepatiënten, die tussen 1996 en 2001 in het UMCG waren getransplanteerd, geïnterviewd. Tevens werden 61 patiënten gedurende het eerste jaar na niertransplantatie gevolgd.

Uit de resultaten blijkt dat niertransplantatiepatiënten in vergelijking met een qua leeftijd en geslacht gelijke groep Nederlanders minder tijd aan verplichte participatie besteden. Ze hebben vaker parttime banen, doen minder aan sport en zijn lager opgeleid. Hoewel de helft van de patiënten betaald werk heeft, ontvangt de helft van deze werkenden ook een aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dankzij de transplantatie is er een toename in maatschappelijke participatie, maar deze evenaart niet het niveau van participatie van voor de nierziekte. De mate van verplichte participatie wordt vooral bepaald door factoren die samenhangen met de transplantatie (type donatie, bijwerkingen medicatie tegen afstoting) en met de gezondheid (comorbiditeit, zoals hart- en vaatziekten), en in mindere mate door psychologische kenmerken (ervaren controle). Deelname aan vrijetijdsactiviteiten wordt vooral bepaald door persoonskenmerken (extravert-zijn) en lichamelijk functioneren.

Laatst gewijzigd:13 februari 2015 16:13
View this page in: English