Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Reformatorische Politieke Federatie (RPF) Geschiedenis

RPF jaaroverzicht 1986

Uit: L. Koeneman, P. Lucardie en I. Noomen, 'Kroniek 1986. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1986' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1986 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1987), 15-61, aldaar 47-50.

Inleiding

Voor de RPF verliep 1986 rustiger dan het jaar daarvoor, toen ten gevolge van al langer lopende conflicten in de partij het Tweede Kamerlid Wagenaar uit de RPF stapte en een nieuwe partij vormde (Anti‑Revolutionairen '85). In januari dreigde overigens de interne strijd weer even op te laaien. Er ver­schenen berichten in de pers dat het voltallige bestuur van de Raad van Advies (de politieke "denktank" van de RPF) was afgetreden en dat het merendeel van de leden van de Raad (ruim zestig) het voorbeeld van het bestuur volgde en het lidmaat­schap van de partij zou opzeggen. Volgens 't Hooft, woordvoer­der van de opzeggers, was de directe aanleiding het feit dat het Federatiebestuur had geweigerd een brief van de verontrus­te adviesraadsleden aan de orde te stellen op de Federatieraad van 23 november 1985. Bovendien zou de Raad van Advies vooral na het opstappen van Wagenaar het werken onmogelijk gemaakt worden door de aanhangers van Leerling. Met Wagenaar verweten de leden en bestuursleden van de Raad van Advies Leerling namelijk dat hij te veel een evangelische koers voer een te weinig bereid was "concrete reformatorische politiek" te bedrijven. 't Hooft sloot dan ook niet uit dat een deel van de groep zich achter AR'85 zou scharen. Het Federatiebestuur ontkende echter dat het om zestig mensen zou gaan. Volgens het bestuur hadden slechts vijftien van de vijftig leden van de Raad van Advies al in 1985 bedankt voor hun lidmaatschap, omdat ze problemen hadden met de besluiten, genomen door de Federatieraad inzake de kwestie‑Wagenaar.

Verkiezingen  

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart leed de RPF licht verlies. Het totaal aantal raadszetels daalde van 95 naar 86. In de meeste gemeenten nam de RPF deel aan een ge­meenschappelijke lijst met SGP en GPV. In Zoetermeer (Wage­naars woonplaats) was AR'85 er waarschijnlijk de oorzaak van dat de SGP/RPF/GPV‑combinatie zijn tweede zetel verloor. Ondanks dit (geringe) verlies bij de raadsverkiezingen ging de partij zeer optimistisch de Tweede Kamer­ver­kiezingen van 21 mei tegemoet. Zo zei lijsttrekker Leerling tijdens een partij­bijeenkomst in Oldenbroek in april dat de kleine christelijke partijen samen vijftien zetels zouden kunnen behalen, indien alle "bijbelge­trouwe chris­tenen" op RPF, SGP en GPV zouden stemmen. Dit zou een mooie kans zijn om de partijen een invloedrijke positie te geven, waardoor ze volgens hem "fatale besluiten, zoals lega­lisering van de euthanasie en de wet gelijke behan­deling" zouden kunnen tegenhouden. De RPF verbond aan een eventuele rege­rings­deelname in een kabinet met CDA en VVD dan ook de voorwaarde dat euthanasie niet wettelijk mogelijk moest worden gemaakt. Bovendien vond de partij dat abortus provocatus weer verboden moest worden. De RPF startte haar verkiezingscampagne op 19 april op een congres in Dronten, dat het karakter had van een familiedag. Er waren een aantal sprekers, waaronder partijvoorzitter H. Visser, die in zijn toespraak de verkie­zingsleus lan­ceerde: "Laat Lubbers het karwei afmaken naar bijbelse normen. Stem daartoe RPF!" Ook Eerste Kamerlid E. Schuurman hield een redevoering, waarin hij onder andere indiening van een initiatiefwetsontwerp bepleitte "om te komen tot een verbod op het experimenteren met menselijke embryo's".    

Volgens opiniepeilingen zou de RPF haar twee zetels behouden, maar bij de Tweede Kamerverkiezingen van 21 mei bleek zij daarin niet te slagen. De partij verloor een derde van het stemmenaantal dat in 1982 was behaald en hield slechts één zetel over. Ook de lijstverbinding met GPV en SGP mocht haar niet baten, want de restzetel ging naar de SGP. Opvallend was dat de RPF veel stemmen kreeg van jongeren die voor het eerst mochten stemmen. Leerling weet in een commentaar in het par­tijblad Nieuw Nederland het verlies van de RPF enerzijds aan de "magische aantrekkingskracht" van Lubbers (10,1% van de RPF‑stemmen van 1982 ging nu naar het CDA), anderzijds aan de hoge opkomst bij de verkiezingen die in het nadeel van de partij gewerkt zou hebben.    

Bij de Eerste Kamerverkiezingen van 20 mei werd Schuurman herkozen als senator.

Wetenschappelijk Studiecentrum    

In 1986 kreeg de RPF eindelijk een Wetenschappelijk Bureau. Rond de oprich­ting van dit bureau waren eerder conflicten ontstaan tussen de Raad van Advies en het Federatiebestuur (zie kroniek RPF in Jaarboek DNPP 1983, pg. 26). Nu kwam een speciaal ingestelde WB‑commissie met een rapport en con­cept‑statuten, die op de Federatieraad van 14 juni besproken zouden worden. De commissie koos voor een opzet, waarbij enerzijds (een deel van) het Federatiebestuur als eindverant­woordelijke werd aangewezen ‑ met name tegenover de Federatie­raad ‑ en waarbij anderzijds maximale ruimte aan een WB‑cura­torium werd gelaten voor het instellen van studie‑ en werk­groepen en dergelijke. Op de Federatieraad, die in Putten gehouden werd namen de aanwezigen de nieuwe statuten ‑ met enkele wijzigingen ‑ unaniem aan. De vergadering besloot het Wetenschappelijk Bureau liever Wetenschappelijk Studiecentrum te noemen, omdat men het woord "bureau" te afstandelijk vond. De Raad van Advies werd in zijn huidige vorm door de Federa­tieraad opge­heven.    

Partijbijeenkomsten

De Federatieraad kwam op 27 september nog een keer bijeen om zich te buigen over een belangrijk onderwerp. Een partijcom­missie, die tweeëneenhalf jaar had gewerkt aan voorstellen om de gang van zaken binnen de partij te stroom­lijnen, had name­lijk haar eindrapport uitgebracht. Kern van het rapport was het voorstel om een aantal organisatorische en huishoudelijke zaken te laten afhandelen door een kleinere vergadering dan de Federatieraad. Voor deze verga­dering had men de naam "Federa­tieconvent" bedacht. De Federatieraad moest echter het hoogste orgaan blijven. De leden van het Federatieconvent zouden gekozen moeten worden door de Provinciale Kontaktraden (PKR‑en). Voorzitter en secretaris van het Federatiebestuur zouden tevens voorzitter en secretaris van het Federatiecon­vent moeten zijn, zij het zonder stemrecht. De Federatieraad, die zoals gebruikelijk weer in Putten bijeenkwam, aanvaardde dit eindrapport van de structuurcommissie in grote lijnen. Een reglementencommissie kreeg de opdracht de genomen besluiten om te zetten in voorstellen tot wijziging van de statuten. Deze wijzigings­voorstellen zouden in november 1987 op een Federa­tieraad aan de orde moeten komen.

Op 15 november kwam de Federatieraad nogmaals in Putten bij­een, voornamelijk om te praten over huishoudelijke zaken. Bij acclamatie werden vijf nieuwe bestuursleden voor het Federa­tiebestuur gekozen. Senator Schuurman wees in een redevoering op het toenemende overwicht in het CDA van het moderne gesecu­lariseerde rooms‑katholieke denken, waarin de staat boven alle andere maatschappijverbanden staat.

Op 25 oktober organiseerde de RPF een congres in Putten met als thema "Christenen in de politiek: wat ons bindt en wat ons gescheiden houdt". Naast RPF‑sprekers hielden ook vertegen­woordigers van CDA, SGP en GPV een redevoering. Schuurman brak op het congres een lans voor een gezamenlijk optrekken van GPV, RPF en SGP in één partij. Zijn argumenten waren onder meer: het winnen van bijbelgetrouwe CDA‑ers voor reformatori­sche politiek zou dan gemakkelijker worden; het gescheiden blijven optrekken komt een beteugeling van de anti‑christelij­ke tendensen in de samenleving niet ten goede. GPV en SGP hadden overigens eerder al laten weten niets te voelen voor een eventuele fusie van de drie partijen.    

Anti-revolutionairen '85 (AR'85)  

Het Kamerlid Wagenaar, dat vorig jaar na conflicten uit de RPF was getreden, nam onder de naam "Anti‑Revolutionairen '85" met een eigen lijst aan de verkiezingen deel. Het CDA had beroep aangetekend tegen deze naam, omdat de indruk werd gewekt alsof de nieuwe partij werd gevormd door voormalige ARP'ers die uit het CDA zouden zijn gestapt. J. Janssen van Raay, die als raadsman voor het CDA optrad, ging zelfs zover om Wagenaar tijdens een zitting voor de afdeling rechtspraak van de Raad van State in januari om die reden een "parasiet" te noemen. De afdeling rechtspraak wees de bezwaren van het CDA echter van de hand. Wagenaar werd op een congres van AR'85 in Dronten op 1 maart als lijsttrekker gekozen. Het congres sprak zich in een resolutie uit voor samenwerking met CDA en/of RPF, SGP en GPV. Noch bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart, waarbij AR'85 alleen meedeed in Zoetermeer (de woonplaats van Wagenaar) en Schoonhoven, noch bij de Tweede Kamerver­kie­zin­gen behaalde de partij echter een zetel.  

Laatst gewijzigd:24 januari 2024 13:13